Amerikaanse Hooggerechtshof keurt deel inreisverbod van president Donald Trump goed
Washington
Het hoogste juridische orgaan in Amerika keurde een inreisverbod van negentig dagen voor de inwoners van zes overwegend islamitische landen: Sudan, Syrië, Iran, Libië, Somalië en Jemen, goed. Trump wil minder vluchtelingen toelaten en potentiële terroristen buiten de deur houden. De president zag de uitspraak als een ‘duidelijke overwinning’ en een middel ‘tegen wie ons kwaad willen doen’.
Het inreisverbod was afgekondigd in maart, nadat een meer robuuste versie in januari was afgekeurd door verschillende rechtbanken en er grote chaos ontstond door de uitwerking van het decreet en de onduidelijkheid over de manier van toepassen.
Nu staat het Hooggerechtshof een groot deel van de plannen van president Trump voor een inreisverbod toe. Lagere rechters in verschillende staten hadden het omstreden voorstel van tafel geveegd. Zes staten in Amerika waren bezig met een eigen inreisbeleid en maakten plannen de federale wetgeving aan te vechten of niet te gehoorzamen.
Het gaat om een voorlopige uitspraak van het Hooggerechtshof; het inreisverbod geldt niet voor ‘buitenlandse personen die geloofwaardig aanspraak kunnen maken op een bonafide relatie met een persoon of een instelling in de VS’; mensen met een zwaarwegende reden om in de VS te zijn, zoals een relatie met iemand uit Amerika of bepaalde soorten werk. De eerdere versie van het inreisverbod leidde tot veel protest. De staat Washington spande een rechtszaak aan, omdat het decreet in strijd zou zijn met de grondwet en discriminatie, vooral van moslims, in de hand zou werken. Voormalige burgemeester van New York en Trump-adviseur Rudy Giuliani zei dat het inreisverbod een ‘antimoslimbeleid in een legale vorm goot’.
Zowel een federale rechtbank als het federaal hof van beroep in San Francisco ging met de uitspraak van de staat Washington mee. Maar de hoogste rechter heeft het decreet nu toch goedgekeurd. In oktober houdt het negen leden tellende hof nog hoorzittingen over de vraag of het reisverbod in strijd is met de Amerikaanse grondwet. <