Na de dood van Falco, de wolfhond, kwam
Riffer op 25 juli 2021 in ons leven.
Een aandoenlijke pup van 8 weken.
Zijn moeder had zijn broertjes en zusters geworpen
zonder dat de eigenaar wist, dat ze drachtig was.
Niet een start, die je wenst.
Riffer werd eerst Binkey genoemd, maar die naam
paste niet bij hem.
Hij was rustig, gehoorzaam, maakte niks kapot,
sliep ‘s nachts zonder kabaal te maken: een heel makkelijke hond.
Hij at en dronk goed. Er was echter één zorg: hij had rare
pukkeltjes op zijn borst en krabde zich een ongeluk.
Met 6 weken was hij gevaccineerd èn ontwormd èn
behandeld tegen vlooien en teken. Het vermoeden was, dat alles tegelijk teveel
voor zijn lijfje was geweest.
Het karakter was zacht en lief in
tegenstelling tot zijn bek: hij kon vanaf dag één heel hard blaffen bij vermeend
onraad.
Met de andere twee honden kon hij goed overweg, al gaf Kaytie
hem wel eens het nakijken.
Costa voedde hem op, voor zover nodig,
dominant op. Haar wil was wet en hem maakte het niet uit.
Met Kaytie ging hij zeer gemoedelijk de strijd aan, zonder
zich ècht druk te maken.
De strijd tegen het krabben ging nagenoeg zijn hele leven met
wisselend succes door.
Al vroeg had hij de schoonheid niet alleen in zich maar ook
van buiten.
En ook het andere buiten was voor hem mooi.
Hij kreeg een volle vacht en
droogde goed op.
Het eerste gemis
was het overlijden van Kaytie.
Opvolger Tippeltje bracht voor hem weer roering in de
tent.
Al liep Tippel vaak over hem heen.
Toen overleed Costa, zijn houvast.
Riffer werd slomer. Eerst werd gedacht aan
verdriet.
Mijn mentale gezondheid wordt ondermijnd. Er is
hier altijd wat. Tippeltje kreeg een houtje van 5
mm in zijn oog. Drie krassen op zijn hoornvlies. Nu
moet hij met veel spektakel tig keer per dag gezalfd worden.
Zijn ooglid begint er nu al van te
zakken.
Je zit dan gelijk in de zorgen. Het zou toch niet
leuk zijn, als hij een halve blik er aan overhoudt. Moeten de ballen en de
frisbees altijd van links langs hem gegooid worden.
Ook word ik dagelijks getroffen door eikels. Buiten
zijn is heel prettig. Niet in de herfst.
Ik moet mijn poten hoog optillen om niet geprikt te
worden door de kastanjes. Die zullen het mentaal ook wel moeilijk hebben met
aftakelen. Wat heden bloeit, valt morgen op de grond.
Als je pech hebt word je bij enige wind ook nog
geraakt door dood hout.
Gelukkig heb ik een aankomende wintervacht. Liggen
in het gras of knielen in een bed winterviolen en dan niet onder bomen voorkomt
letsel. Maar daar ga je weer: zo open en bloot ben je wel zichtbaar voor drones.
Ik ga dan ook zo dicht mogelijk bij een heg liggen. Heb ik van vogels afgekeken.
Komt er een buizerd dan vlucht je de heg in. Voor Tippel is dat niet aan te
raden. Krijgt-ie weer een stuk hout in zijn oog.
Een heg biedt ook steun, als de balans zoek is. Ik
ben alvast aan het oefenen voor als ik oud ben.
Met Tippel doe ik aan valtechniekverbetering met
hindernis. Dat is hij namelijk. Ik kan wel sancties in gaan stellen, maar dat
interesseert hem niet. Als agressor heb je geen belangstelling voor redelijke
verzoeken. De enige mogelijkheid om Tippel te sturen is om ASML te vragen een
volgzame chip bij hem in te bouwen met steun van de hele EU.
Die stoeipartijen met Tippel vreten aan mijn
variabele energie. Een claim neerleggen bij hem heeft ook al geen enkele zin. Ik
kan wel veinzen, dat ik het leuk vind, maar het geeft veel
prestatiedruk.
Om tot rust te komen en geestelijk gezond te blijven sta ik
elke morgen vroeg op. De eerste stralen van de zon koesteren mijn gekwelde
geest.
De natuur wijst mij nooit af.
Of het stormt of regent: nu al opgeven is voor de éénjarige
bloeiers ook geen optie. Gewoon doorgaan.
Dat doet Tippel ook, nadat zijn oog
klimaatschade heeft opgelopen. De aanvallen van hem op mij stoppen
uiteindelijk.
Ik hoef geen wietplantage te overvallen om hem
uiteindelijk rustig te krijgen.
Morgen is er weer een nieuwe dag, nieuw
geluid. Gelukkig alleen van de vogels. Stel je voor, dat ze heel hard Waterloo
gaan zingen. Dan roep ik de Jantjes in. Je moet heel wat doen om geestelijk en
lichamelijk gezond te blijven.
Ik was zo in gedachten over zon, wind, regen en de wereld in
het algemeen, dat ik niet eens in de gaten had, dat Marli mijn staart wilde
pakken. Ik zwaaide nogal, omdat ik wilde oefenen voor Prinsjesdag.
Tippel haalde mij met zijn nogal in- en opdringerige blik
terug in de werkelijkheid en daar wilde ik nou juist aan
ontsnappen.
Ik mis namelijk nog steeds mijn vriendin, toen geluk nog heel
gewoon was, en daarom had ik afgelopen nacht bedacht, dat ik via AI misschien
een nieuw maatje zou kunnen krijgen. Ik moet die dan wel zelf gaan
samenstellen.
Ik heb niet de intelligentie van een poedel of het
creatieve van de Molletjes. Dus moest ik op zoek naar het ongrijpbare
geluk.
Die molletjes vangen we hier
trouwens met een klem onder een emmer.
Ik zag een zeer vriendelijke trol in de
vensterbank. Hij heeft inmiddels zijn haar verloren, maar hij leek mij een
aardige vriend. Die neus zit om te knuffelen helaas een beetje in de weg, dus
ben ik verder gaan zoeken.
Kom ik Rosita tegen. Een migrante uit
de jaren 50. De enige pop, die mijn bazin ooit heeft gehad. Rosita heeft
nu geen zwart haar meer. Ze is op natuurlijke wijze oud geworden. Haar
schoentjes heeft ze ook verloren. Ze zit zo wijdbeens, dat ik buffelrijden
vermoed. Dat heb je in die vreemde landen.
En toen kreeg ik opeens Alexia in
beeld. Als ze zo bewegingsloos kan zwaaien dan past ze heel goed bij mijn
staart.
Ik heb maar één maatje
nodig. Anders nam ik die rechter er ook bij. Een paar staarten extra is nooit
weg.
Met zulke maatjes maak ik echt geen
A(rmoedige)I(insteek) en kan ik leuk Hoedje Wippen.
Ik ga dus virtueel aan Alexia vragen om nog een
sabbatical jaar te nemen. Kunnen we aan elkaar wennen. Onechte liefde kan ook
echt zijn. Bovendien is het niet echt en kan het papier van haar vader op onze
trouwdag niet gaan knisperen, zolang we nog koffiefilters hebben.
Als het niet lukt tussen ons dan is er
nog geen man overboord en ligt er ook geen persoon in het water.
Hooguit een lakei in
wind en regen door dat gewiebel bovenop een koets.
Opeens zag ik hem. Ik denk, dat dit een beter voorbeeld is.
Lekker zwart-wit, dat past in deze tijd, maar bovenal A(a)I(baar).
Maar nu bedenk ik, dat ik zo’n maatje al heb. Dat beetje
bruin zit mij niet in de weg.
Volgens de dagelijks in het beeld heen en weer
wiebelende weermannen en –vrouwen zitten we nu in
de herfst.
Het hele jaar door zie ik op de aardbodem al veel eikels. Dat is denk ik ook de reden, dat we nu
een skeletkabinet hebben.
Gelukkig liggen er nu bij ons iets meer op de grond en je
kunt gemoedelijk met ze praten. Ze zeggen toch niks terug.
Ik vermoed, dat ze briljante breinen
hebben.
We worstelen hier
de hele zomer door plagen heen.
Het merendeel van onze buxusboompjes is op- en aangevreten
door zeer vraatzuchtige rupsjes. Eens waren het lieve vlindertjes. Mensen verpoppen ook wel eens. Wordt een lieve broer een
wraakzuchtige moordenaar.
De laatste week wordt de nacht opgeëist
door Europese hoornaars.
En dat zijn niet alleen vrouwen. Ze zwermen als
herrie makende Chinooks rond de buitenverlichting
en denderen af en toe mee naar binnen.
Je hebt dan echt het idee, dat er een Amerikaanse Buldog XXL
op je in zoemt.
Misschien een idee om er eten van te maken. Er is
al een augurkensnackbar in Zwolle. Wellicht doet een broodje hoornaar met een
augurkje erop het ook goed.
Vindt men het niet lekker: er zit geen statiegeld
op.
Nu weer is de
sleedoornbidwants in aantocht. Ik dacht vanochtend even, dat er een extra groot
exemplaar was aangeland. Een busje smurfenspray is dan zo leeg.
We zijn er moedig, doch behoedzaam op af gegaan. Hij was iets te groot voor bij het plastic afval, als
we hem klein hadden gekregen.
Ze waren aan het strippen. Morgen kunnen we de deur
niet uit. Er komt een laag asfalt op onze aan- en afvoerweg. Femke is door een
boer wel in de stikstof terecht gekomen, maar hier win je ook geen kommavlinders
mee.
‘s Nachts moeten we extra waakzaam zijn al zijn
Tippel en ik mannen. Aan de overkant is een
B&B voor schapen. Met een hek er omheen. Ze hebben tegenwoordig
springwolven.
Helpt geen omheining tegen. Zonder stok kunnen die
fierljeppen.
We vervangen daarom hier alle dieren door kunst met
een zeer minieme k.
Die ook nog eens van de weg af niet te zien zijn. Er zal maar
een wolf op het terrein komen, die een derde bril van Hans Anders heeft gemist.
Moeten de restanten bij het plastic afval en niet
in de blikjesautomaten.
Het is dus herfst voor de weerlui en nog
geen herfst voor ons gewone stervelingen. Wat is
er nou niet ingewikkeld.
We waren vanochtend zielsblij met de
regen van vannacht. Geen zand meer in de ogen bij frisbeelandingen.
Er stond zelfs water in de vogelbak.
Malse regen, daar houden we van. Plenst het, dan valt de TV
uit. Kunnen we geen Bassie en Adriaan meer zien op zoek naar de liefde of
Jean-Paul achter een bord eten.
Helaas loop ik hier ook geen vrouwtje meer tegen het lijf. Of
het nou dag of nacht is. Of het hard of zacht regent.
Of ik nou aardig ben of niet.
De enige vrouw, die ik tegenkom is Marli, maar ik wil niet
met haar samen achter een bord hooi
zitten.
Maar weer afwachten wat
de dag van morgen brengt. Misschien springt er vannacht wel een wolvin over het
hek.
Hier in de omgeving zitten een heleboel toeristen,
maar ik zie ze gelukkig niet.
Ondanks de mogelijkheid voor een B&B hier in het
bakhuisje, houden wij het erf rustig.
Het zou toch heel vervelend zijn als Tippel en ik
bespied zouden worden door allerlei zomervreemden, vooral als we genieten van
een prettig samenzijn.
Ik snap niet, dat al die B&B’s privaatloos op
de televisie verschijnen en dat daar dan pogingen worden gedaan om tussen de
lakens te kruipen. Ook worden er veel mensen gesloopt.
En ‘s morgens krijg je dan een yoghurtje. Of moet
je gelijk klussen.
Sinds Costa dood is ben ook op zoek naar de liefde.
Ik doe mijn uiterste best,
leg mijn ziel bloot,
stel intieme vragen,
maar houd ook gedegen afstand, want het moet hier allemaal wel genderneutraal
blijven. We zijn immers van hetzelfde geslacht, ik ben een vrouw gewend en heb
ook nog geen pot gevonden aan het einde van de regenboog om een kluskoffer bij
Hornbach voor te bestellen.
Ons erf blijft dus leeg en dat vinden wij helemaal niet
erg.
De kikkers kunnen hier zonder vaarbewijs ongestoord vakantie
vieren op hun Giethoornse sloep zonder selfie makende Chinezen in onze
waterlelies.
De gebouwen kunnen door ons zelf betreden en bezichtigd
worden Er is nog geen raket op gevallen of het zou er één van Ola moeten zijn.
Op het gras kunnen we liggen of lopen en het is altijd groen dankzij
teveel waterverbruik. Dat compenseer ik veelvuldig om alleen de duiven er over
heen te laten vliegen. We hebben geen robotmaaier, maken gebruik van een ouwe,
rammelende plantsoenmaaier en onthoofden dus ook geen egels. Er is wel sprake
van enige geluidsoverlast, onder de norm, maar toch hinderlijk.
We hebben hier ook een eigen beeldentuin. Tippel brengt af en
toe wat standenvariatie aan. Hij benadert ze dan alsof het bermbommen zijn, die
elk moment kunnen ontploffen. Met al die vreemde nationaliteiten in de B&B’s
moeten we wel voorzichtig zijn. We houden het liever levendig.
Voor terreintransport
gebruiken we een antieke rollator, merk onbekend. Bijzonder geschikt voor
voedseldroppings. Tippel gooit er van alles in. Hoeft er niet diep gebukt te
worden. Goed tegen stijve spieren.
Wij vissen hier achter het net. Mogen gevoerd worden. We
noemen het de Oranje-attractie. Mag overigens het hele jaar door gefilmd
worden.
Ook beschikken wij over een bloemen- en, zij het
beperkte,
dierentuin. Alles lopend te bereiken. Wandelschoenen niet
vereist. Redelijk te doen in vier dagen.
Overal zijn er leuke doorkijkjes
mits wij de boel niet blokkeren.
Aan duurzaamheid is ook gedacht. We gebruiken geen mest en
ook geen gif.
Onze pony bekakt haar eigen weides, wacht totdat
het is ingedaald en vreet dan weer lekker door.
Onze paden zijn begaanbaar. Trekken, azijnen en de weg is weer
schoon.
Aan het eind van de dag zijn we zo ongeveer gesloopt. Daarom
willen wij geen B&B en duiken wij voor de liefde ook niet op wildvreemden.
Dat wordt gewoon te veel.
Bovendien zit liefde in de knop, moet niet explosief
ontluiken.
Soms hak je hem om en soms bloeit-ie weer op.
Je moet vaak moeite doen om hem nog te zien.
Tippel houdt zijn oor goed te luister. Als hij mij irriteert
en ik pak hem dan te hard aan is het in ieder geval geen femicide. Hij hoort bij
mij, maar is niet van mij. Zo’n geval is ook niet te behappen.
Zo lig ik te dweilen met
Tippel in het natte gras,
zo ligt-ie te koelen onder de
airco.
We hebben de bloemetjes dan al buiten gezet.
Bij het hete weer is het ‘s avonds wat
minder plakkerig. Bankhangen wordt dan op de bank staan, al geeft dat weinig
rente. We hebben gelukkig weinig te makken en daardoor minder om ons zorgen over
te maken. De zorgen zijn voor het vrouwtje.
De wereld is toch in nevelen gehuld. Zet soms een streep door
onze plannen.
En dan zijn er opeens
toch wat lichtpuntjes.
Twee spelende reetjes in
ons achterland.
Tippel wacht elke dag in spanning af, wat er hier gaat
gebeuren.
Misschien treedt Orgel
Joke wel op. Om blij van te worden. Eindelijk leeftijdserkenning. In de politiek
tiert die welig, maar in het dagelijks leven worden de oudjes hevig
bedreigd. Een rolstoel-rollator beweging moet gauw in gang gezet worden,
zij het dat dàt wat langzamer gaat, want anders sterft alles eerder uit. Stel je
voor, dat Orgel Joke in de kist van Hans Klok wordt doorboord en dan geen
medische hulp meer mag krijgen.
Zonder mijn oude bazin, door
de bank genomen, zal er ook geen oranje-cross meer
zijn.
Moet ik misschien die Matcha Alexia om
hulp gaan vragen, want smaken verschillen.
Als Tippel zo door blijft gaan met zijn PFAS-schijf kan hij
wellicht 25.000 euro claimen wegens beroepsziekte. Ik vind het namelijk een ziekte,
als je steeds een beroep doet op oranje, zeker als ze twee maanden met vakantie
zijn.
Ik ben van plan Tippel wat beter te beschermen. Misschien
moet onze bazin ook worden aangepakt voor ‘moderne hondenarbeid’. Bloggen is ook
vloggen, al worden we niet voor geld vermarkt. Straks worden mijn haren ook kort
geknipt net als bij Zes Lava.
Zolang hier de pony niet wordt
doodmishandeld,
de omgeving goed wordt bijgehouden,
de luchten te harden zijn
en de boel goed groen
blijft
kan het me geen barst schelen, dat ik,
weer of geen weer, voor het blog wordt gezet.
Ik ben vandaag in ruste. Heb helemaal geen zin om
wat te doen. Het is warm, mijn vacht is dik en het is vakantietijd.
Daar is mijn jonge vriend het niet mee
eens.
Die wenst actie. Daarom lig ik nu met een frisbee
op mijn rug.
Ik heb Tippel verteld, dat zelfs de haan ligt en de
kippen in het leghok liggen te leggen.
Maar meneer moet zo nodig een merel wegstaren om er
vervolgens achteraan te vliegen.
Ik vermoed, dat hij ook de duiven in formatie heeft
gezet. In linie voor de vrede. Ze maken in ieder geval minder lawaai dan die
nieuwe straaljagers. Droontjes eronder en droppen maar.
Gelukkig hebben ze geen anaalklieren. Die geven bij
angst nogal wat stank af. Als iedereen die in deze tijd zou hebben wordt het
huidige klimaatprobleem enigszins overruled. Als vredesduiven op missie broekjes
aan zouden hebben doen ze het er vast in. Ik denk, dat ik bij oorlog ook wat
vaker zal moeten.
De tuinman heeft in ieder geval een V-teken
gemaakt. Alle beetjes helpen. Je kunt die duiven niet alleen laten
ploeteren.
Of er ooit vrede in de bol van dwaze wereldleiders slaat is
niet te verwachten. Een beetje betonrot zou welkom zijn.
Intussen legt Tippel weer een frisbee op me. Alsof hij mijn
gedachten leest en de rust wil keren. Toch maar eens overwegen om parkeergeld te
vragen.
Tippel heeft nog een lange weg te gaan eer hij oud op een
bankje kan zitten.
Kijk je verbaasd rond hoe alles in de fik staat en tegen je
gevel wordt gegooid.
Dit noemen ze trouwens doemdenken. Krijg je stress van. Ben
je net een varken in een hete veewagen.
Ik ben toch maar opgestaan om te gaan spelen. Tippel
heeft in zijn bek vaak een rubberen frisbee, maar in zijn kop een
harde schijf.
Hij ging vlakbij mij zitten poepen, leegde uit protest extra
zijn anaalkieren en toen moest ik wel.
Als zelfs een duif zijn pad door ons rozenlaantje gaat wat
heb ik dan eigenlijk te klagen.
Mijn garage is vol met gedachten. Ik denk daarom niet, dat ik
parkeergeld aan Tippel ga vragen.
De avondzon schijnt straks weer, de reeën komen weer achter
het huis en de roofvogels doen hun best weer om de ratten te vangen. Alles in
vrede, alles in rust.
Ze kwam hier op de Berghoeve bij mijn voorganger Sepp, als
opvolger van zijn allerbeste maatje Grinda.
Kaytie ging van schrik bovenop de tafel staan.
Na voorzichtige benaderingen op open terrein bloeide de
liefde tussen Costa en Kaytie op.
Ze werden echte speelkameraden en lagen altijd
samen te slapen op de bank.
Die bank heeft Costa een keer aangevreten, zoals ze
ook een jaar lang bijna iedere nacht haar benchkussen in stukken heeft
gescheurd. Ze was een sloper.
Costa groeide al gauw Kaytie letterlijk boven het
hoofd.
Kaytie was haar opvoeder.
Costa was echter een felle tante. Ook zeer hectisch. Als ze
denderde, denderde ze door. Ook al stond je in de weg. Het heeft de bazin tot
twee keer toe knieletsel bezorgd. Hun wegen waren daarna bijna gescheiden. De
regel wat op de Berghoeve levend komt gaat er ook niet levend meer af is haar
redding geweest.
Toen Costa anderhalf jaar oud was ging het op de bank
helemaal mis. Ruzie om een versnapering. Het leiderschap van Kaytie werd
buitenproportioneel en super tevenfel betwist. Daarna was het oppassen
geblazen tussen die twee.
Sepp kwam te overlijden en Falco deed zijn intrede. Af en toe
dacht Costa, wat heb ik nou aan mijn buik hangen, maar de relatie tussen die
twee werd goed. Costa vond puppy’s wel lief en als ze loops was de reuen ook
heel erg.
Kaytie, Costa en Falco leidden een tevreden
leven.
Als Costa de bal maar had.
Falco groeide boven Costa uit en moest heel hard zijn best
doen om het leiderschap over te nemen en te behouden. Soms ineens explodeerden
beide, volgde er een kort gevecht. Falco won op kracht, maar Costa bleef altijd
proberen om weer de baas te zijn.
Toch konden ze niet buiten elkaar.
De loopsheden verliepen turbulent. Zelfs badpakken werden
ingezet. Zonder gewenst resultaat.
Costa was best een mooie hond al was ze een halve Mechelaar.
Ze was het liefste buiten, in alle jaargetijden.
In de Coronatijd kwam ze in mijn leven. Falco ging helaas
veel te vroeg dood. Hier probeert ze in de heg mijn speeltje af te
pikken.
We konden het altijd heel goed met
elkaar vinden.
Ik liet haar gewoon razen. Ik heb toch een
dikke vacht.