Een
hobby van mij, is genealogie en zoek naar vroegere familiebanden . Omdat
ik nieuwsgierig ben wie mijn voorouders waren, hoe ze leefden en wat
ze dreef ben ik begonnen om het één en ander uit te zoeken.
Iedereen heeft het vandaag de dag druk, druk, druk maar vroeger was het zeker
niet minder druk en de ongelijkheid was groter dan tegenwoordig.
Mensen van voorbij
.
de mensen van voorbij wij noemen ze hier samen de mensen van voorbij wij noemen ze bij namen de mensen van voorbij ze zijn met ons verweven in liefde en in verhalen die wij zo graag herhalen
de mensen van voorbij zij worden niet vergeten
de mensen van voorbij ze zijn in een ander weten de mensen van voorbij zijn in het Licht, ze zijn vrij
Mijn Oudouders en Betovergrootouders /dubbele familie
mijn Oudvader: Luitje Fokkes en mijn Oudmoeder: Jetske Tjerks
(beide geboren ergens tussen 1724 en 1784)
kregen twee zonen
t.w.
Marten* en Tjerk Luitjes
beide geboren in 1789 te Groningen
Mijn Betovergrootvader was:
Marten Luitjes
zoon van Luitje Fokkes en Jetske Tjerks
geboren te Groningen in ??-??-1789
overleden te Groningen op 09-06-1847
hij trouwde op 14-04-1816 met
Mijn Betovergrootmoeder:
Trijntje Davids van Wijngaarden
(dochter van David Jans van Wijngaarden enZwaantje Arents)
Zij is geboren te Oude Pekela in november 1792
en Overleden te Groningen op 15-02-1860
-.-.-.-.-.-.-.-.
trouwakte van Marten Luitjes en Trijntje Davids van Wijngaarden
Zij kregen ?? kinderen
-.-.-.-.-.-.-.-.
*Hoewel ik van een rechte voorouderlijn ben uitgegaan
is hieronder een verschil gemaakt
Tjerk Luitjes, 2e zoon van mijn oudouders Luitje en Jetske Fokkes
De 2e zoon van mijn Oudvader: Luitje Fokkes en mijn Oudmoeder: Jetske Tjerks was:
*Tjerk Luitjes
hij trouwde op 14-04-1816
met
Willemke Davids van Wijngaarden
(dochter van David Jans van Wijngaarden enZwaantje Arents en zus van Trijntje Davids van Wijngaarden zie de familie hier voor)
Willemke werd geboren te Beerta op d.d. ??-??-????
en overleed op 02-11-1826 te Groningen
Tjerk overleed op 24-10-1826 te Groningen
ze kregen meerdere kinderen w.o.
*David Luitjes geb.1 mei 1817
Hijtrouwde op 10/03/1858
en overleed op 28/10/1883
*David Luitjes, weduwnaar van Jelske Luitjes en gepensioneerd agent van politie in West Indië, trouwde op 48 jarige leeftijd, 14-09-1865 te Smilde met de in Meppel geboren en 28 jaar jonge Margaretha Smit; ze kregen meerdere kinderen die kort na de geboorte stierven
Zoon Tjerk Luitjes werd te Putten geboren op 18-07-1867.
Tjerk Luitjes, alias de "Travailleur " trouwde op 31 juli 1894 in Arnhem met
Geertruida Maria Visser, geboren te Monnikendam
Tjerk Luitjes werd in Putten geboren als zoon van de politieagent David Luitjes en van Margaretha Smit. Zijn ouders verhuisden naar Groningen, waar zijn vader was geboren. Hij groeide op in de stad Groningen en trad al op jonge leeftijd toe tot de socialistische jeugdbeweging en werd lid van de Sociaal Democratische Bond (SDB)
Samen met Jan Schaper richtte hij in 1890 het weekblad "de Socialist" op, dat slechts enkele maanden verscheen. Zijn volgende blad was "de Arbeider" .
Tjerk was inmiddels verhuisd naar Sappemeer en richtte in het begin van de jaren negentig van de 19e eeuw vele afdelingen van de S.D.B. op in Oost Groningen.
Tjerk Luitjes was een tegenstander van de parlementaire-democratie. Hij zag kans om in 1893 door middel van de zogenaamde "motie Hoogezand-Sappemeer",het Kerstcongres van de S.D.B. de uitspraak te ontlokken dat deelname aan de verkiezingen niet was toegestaan. Dit vormde de directe aanleiding voor zijn tegenstanders om in het jaar daarop de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) op te richten.
Zijn voormalige strijdmakkers als Schaper en Spiekman maakten hem het leven in Groningen zo moeilijk, dat hij in 1895 verhuisde naar Zwolle en daarna naar Arnhem.
In Amsterdam begon hij een vegetarisch restaurant en vestigde zich in 1900 in Blaricum.
In 1910 nam hij wat afstand van het anarchisme en koos voor de parlementaire democratie.
Tjerk Luitjes trouwde op 31 juli 1894 in Arnhem met de in Monnikendam geboren Geertruida Maria Visser. Zij adopteerden twee kinderen via het Leger des Heils.
Tjerk overleed op 15 september 1946 in Blaricum op 79 jarige leeftijd aan een overdosis verdovende middelen.
-.-.-.-.-.-.-.
*Tjerk is de broer van mijn Overgrootvader Marten
zie vorige pagina
MIJN Overgrootouders Tjerk Luitjes en Trijntje Hartsema
Mijn Overgrootvader:
Tjerk Luitjes
zoon van Marten Luitjes en Trijntje Davids
geboren te Groningen op 27-08- 1834
overleden te Groningen op 19-10-1909
trouwde op 13-06-1858 met
Mijn Overgrootmoeder:
Trijntje Hartsema
dochter van Berend Daniëls Hartsema en Martje Benus van Oosten
Tjerk: geb.09-11-1907 -- overl. 14-07-1989 (geh.m. Maria Sikking)
Fennechien: geb.03-04-1910 - overl. 16-03-2004 (geh.m. Paulus de Haan)
Catharina:geb. 04-10-1912 - overl. 18- 03-1991(gehuwd met Poppo Blaak)
Johannes: geb: 12-02-1916 - overl. -20-11-1918
Mijn grootvader, Marten Luitjes was van beroep kleermaker.
*Mijn grootvader Marten Luitjes overleed op 31 maart 1917
geboorte-inschrijving van dochter Catharina Luitjes
Mijn grootmoeder werd op 37 jarige leeftijd weduwe
1 jaar na het overlijden van haar man Marten
* overleden ook nog eens twee van haar kinderen
t.w. Suzanna Engelina en Johannes
.-.-.-.-.-.-.-.-.-
Mijn Grootmoeder Trientje Luitjes-Lust
.
Trientje Luitjes Lust
* 18 mei 1878 - 16 januari 1974
Dit is mijn oma zoals ik haar heb gekend. Zij was tachtig toen ik acht werd, ik was haar jongste kleinkind en ken haar niet anders als een lieve oude vrouw met een grijs knotje en lange zwarte rokken tot bijna op de grond.
Ze was een opgewekt, maakte vaak grapjes en leefde vanuit het standpunt:
"de
Heer geeft mij kracht voor vandaag en vertrouwen voor morgen"
soms kregen we een "zakcentje" van haar. De lange donkere rok gingen dan een eind omhoog en we kregen een dubbeltje vanuit haar buideltje, dat ze onder haar lange rokken droeg.
Op 37 jarige leeftijd werd ze weduwe van haar man Marten Luitjes
er waren toentertijd (1917) weinig of geen sociale voorzieningen.
Ze probeerde koffie, thee e.d. van uit haar huis te verkopen maar ik denk dat de schamele lonen van de zestien jarige dochter Trijn ,die in Groningen werkte, bij Herenkledingfabriek "Levie", en haar 1 1/2 jaar jongere broer Eltje, die bij zijn vader in de leer was, een kleine maar dankbare financiële aanvulling waren.
Foto van mijn grootmoeder en haar gezin
.Mijn grootmoeder en haar gezin in 1929
Het gezin kwam in aanraking met het Leger des Heils en sloten zich er bij aan.
achterste rij, van links naar rechts: Fennien, Trijn, Tjerk, Martje,
voorste rij van links naar rechts: Eltje en zijn dochter Tinie, zijn vrouw Alberdina met baby Jacob, oma Trientje, en Catharina
wat is het Leger des Heils
.
Leger des Heils
(The Salvation Army)
Het Leger des Heils is zowel een wereldwijde protestants christelijke kerkgemeenschap als een internationale maatschappelijke zorgorganisatie
Door daadwerkelijke hulpverlening en
persoonlijke contacten kunnen mensen zicht krijgen op wie ze zijn en
wat ze in deze wereld mogen betekenen.
Het Leger des Heils gelooft
dat álle mensen ertoe doen. Daarom
wordt iedereen geholpen, die hulp
nodig heeft, ongeacht achtergrond, geloof, huidskleur of
geaardheid.
Mannen en vrouwen, jongens en
meisjes, mensen die in een probleemsituatie zijn terecht gekomen of
dreigen te komen kunnen bij het Leger des Heils terecht.
Het Leger
des Heils is o.a. werkzaam in: maatschappelijke
opvang, reclassering, jeugdhulpverlening, jeugdbescherming,
gezondheidszorg, verslavingszorg, preventie en
maatschappelijk herstel.
In al deze afdelingen
werken zowel vrijwilligers als professionele hulpverleners.
Medewerkers hoeven geen uniform te dragen wel moeten ze een
Christelijke levensovertuiging
hebben. Iedere werknemer heeft zijn eigen achtergrond maar deelt in
de kern hetzelfde geloof.
schrijven van Luitenante M. Luitjes, officier van korps Schiedam
.
Het derde kind van mijn oma, dochter Martje Luitjes, (geb. 13-5-1904 en overl. ??-??-1969)
was officier van het Leger des Heils en had in het jeugdblad " de Jonge Strijder."
een uitgave van begin jaren dertig het onderstaande artikeltje over haar familie geplaatst
.
Een roze, fris ontloken, Uit tere wortel kwam. Want d’oudheid had gesproken: ”Zij bloeit uit Jesse’s stam”. Die heeft een bloem gebracht. Al in de koude winter, Te midden van de nacht.
Die bloem van wond’re luister, Waarvan Jesaja sprak, Bloeid’ op, toen door het duister Het licht der wereld brak. Toen is in stille nacht Maria’s Kind geboren, Dat ons Gods heilwoord bracht.
Die bloem, zo klein en teder, Met hare geur zo zoet, Brengt ons de zonne weder, Die 't duister wijken moet. O Jezus, mens en God, bij U is wel geborgen Ons aards en eeuwig lot.
![](../Images/Skin/6/pixel.gif"){kind=tracking}
