Gevaarlijke snurker? Deze tongpacemaker pakt het aan
Nieuw onderzoek toont aan dat een implantaat dat veel gelijkenissen
vertoont met een pacemaker, een aanzienlijke impact uitoefent op de
zenuw die de spieren in de tong controleert. Op deze manier zou
slaapapneu - de (gevaarlijke) hoofdoorzaak van snurken - efficiënt
kunnen worden aangepakt.
Het toestelletje, genaamd 'Hypoglossal Nerve Stimulation System' (HNSS),
is geprogrammeerd om te werken als je slaapt, maar kan ook ingeschakeld
worden wanneer nodig met een afstandsbediening. HNSS werkt in op de
spieren van de tong en zorgt ervoor dat deze allemaal tegelijkertijd
samentrekken waardoor de tong naar voor wordt gebracht en de luchtweg
wordt opengehouden. De tongspieren hebben namelijk ook een impact op het
zachte weefsel in de wanden van de luchtpijp.
'Tongsnurkers' Ongeveer
60 procent van alle snurkers zouden 'tongsnurkers' zijn, wat wil zeggen
dat de tong en het zachte weefsels rond de keel als het ware achteruit
valt in de luchtweg, waardoor het weefsel vibreert wanneer de lucht
erlangs vloeit.
In ernstige gevallen lijdt dit zelfs tot het
Obstructieve-slaapapneusyndroom (OSAS), een conditie waar 4 op 100
volwassen mannen en 2 op 100 vrouwen mee te kampen hebben. Bij
obstructieve slaapapneu wordt de luchtweg en bijgevolg ook de
zuurstoftoegang volledig geblokkeerd. De hersenen zorgen er vervolgens
voor dat de snurker opnieuw adem haalt.
Mensen met slaapapneu
lopen echter grotere risico's op een aantal aandoeningen, inclusief
hartaanvallen, beroertes, hypertensie, oververmoeidheid en
gewichtstoename.
CPAP Tot nu toe was CPAP
(Continuous Positive Airway Pressure) de meest efficiënte weg om
slaapapneu aan te pakken. Deze machine zorgt dan ook voor een
voortdurende positieve druk in de ademwegen door middel van een pomp met
een flexibele slang die uitmondt in een masker. Hierdoor worden de
luchtwegen permanent open gehouden tijdens het slapen.
Helaas
zijn maar weinig mensen fan van het masker en geschat wordt dat slechts
de helft van apneupatiënten met een CPAP het toestel effectief
regelmatig gebruikt.
HNSS De behandeling met
het 'Hypoglossal Nerve Stimulation System' omvat het implanteren van
een kleine electrode naast de hyperglossus, ook wel ondertongzenuw
genoemd. Een generator de grootte van een pacemaker wordt vervolgens
geïmplanteerd in een chirurgisch gecreëerd zakje in de borst en
vervolgens verbonden met de electrode via onderhuidse draadjes.
Minuscule sensordraadjes lopen van de generator in de luchtpijp om
veranderingen in de luchtdruk van de keel te detecteren.
Eens een
aanhoudende daling in de druk geregistreerd wordt, duidt dit op het
feit dat de luchtweg geblokkeerd is. De electrode zal dan ook een schok
geven aan de tongspieren die alles weer vrij maken en de patiënt de kans
geven opnieuw normaal te ademen.
Testfase Onderzoek
aan het Sir Charles Gairner Hospital in Perth, Australië, heeft
aangetoond dat de therapie zeer effectief is. Een twintigtal patiënten
met lichte tot ernstige vormen van slaapapneu werden na het implanteren
van HNSS gedurende zes maanden gevolgd. Om de effectiviteit aan te tonen
werd gebruik gemaakt van de Apneu-Hypopneu Index (AHI) die het aantal
ademstilstanden per uur meet en gezien wordt als de meest bepalende
meting.
Gemiddeld daalde de score van 43 naar 19.5. Ook het
oververmoeide gevoel overdag daalde met een derde en de levenskwaliteit
steeg volgens de proefpersonen met maar liefst 50 procent. Uit een
andere testfase, waarvan de resultaten deze maand gepubliceerd werden in
het American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine, bleek
dat alle 30 proefpersonen een constante luchtstroom hadden 's nachts. (br.hln)
|