Direct naar artikelinhoud

Twee ministers op één ministerie, gaan die elkaar niet in de weg zitten?

Enkele ministeries, waaronder Onderwijs en Veiligheid en Justitie, krijgen twee ministers. Er moet wat te verdelen zijn in de coalitie en er is behoefte aan volwaardige, zware posten. Maar gaan die duoministers elkaar niet in de weg zitten?

VVD-bewindsman Sander Dekker gaat binnenkort over Veiligheid terwijl CDA'er Ferdinand Grapperhaus op hetzelfde departement als minister van Justitie aan de slag.Beeld anp

Het zal nog even zoeken worden voor de leden van de Tweede Kamer: wie roep je straks ter verantwoording voor een zaak als de moord op Anne Faber - een dossier waarin politie, justitie en de rechterlijke macht een rol spelen? Wordt het VVD-bewindsman Sander Dekker van Veiligheid, die de politie gaat besturen? Of toch CDA'er Ferdinand Grapperhaus, die op hetzelfde departement als minister van Justitie over het Openbaar Ministerie en de rechters gaat? Of moeten zij dan maar allebei in de Kamer verschijnen?

Soortgelijke vragen dienen zich aan op de ministeries van Onderwijs en Volksgezondheid, waar ook twee ministers aantreden. Zoals de kaarten nu geschud zijn, gaat VVD'er Bruno Bruins over het hoger onderwijs en neemt ChristenUnie-bewindsman Arie Slob het basis- en middelbaar onderwijs voor zijn rekening. Op Volksgezondheid wordt een scheiding gemaakt tussen de 'care' van CDA'er Hugo de Jonge (met nadruk op de verpleegzorg en de zorg aan hulpbehoevenden thuis door gemeenten) en de 'cure' van een nog onbekende tweede minister (met nadruk op ziekenhuizen, huisartsen en de klinieken).

Het goede voorbeeld

Zeven jaar lang hield premier Rutte stug vast aan zijn voorkeur voor kleine kabinetten, al was het maar om in tijden van sanering het goede voorbeeld te geven: 'We vegen de trap van bovenaf schoon.' Bovendien gelooft hij in korte lijntjes: te veel ministers gaan elkaar maar in de weg lopen. Maar nu er vier partijen gaan regeren, moet Rutte door de knieën. Iedere partij wil een zichtbaar stempel drukken met eigen bewindslieden, in de hoop dat zij uitgroeien tot boegbeelden voor hun partij. Daarom wordt de nieuwe ploeg uitgebreid van 13 naar 16 ministers.

De laatste twintig jaar was er een Haags recept voor zulke uitbreidingen: de projectminister. Een speciale minister met oog voor een specifiek probleem, maar zonder eigen departement. De projectminister 'woont in' bij een andere minister, heeft dus niet de leiding over het departement en kan ook de ambtenaren maar zeer beperkt aansturen. Hij of zij is minister 'voor' iets en niet 'van' iets.

Met vier partijen moet Rutte zijn ploeg uitbreiden: zestien ministers

Scharrelen

Al bij de primeur in 1998 bleek D66-minister Roger van Boxtel (voor grotestedenbeleid en integratie) politiek kwetsbaar. Hij moest zijn budget bij elkaar scharrelen op andere departementen en in 25 steden. Symbolisch was zijn plaats in de ministerraad: op de hoek van de tafel, naast de notulist, waar het moeilijk was de aandacht van premier Kok te trekken. De oppositie had niet veel tijd nodig om hem weg te honen als de minister voor spek en bonen.

In de jaren daarna deden ministers als André Rouvoet (voor jeugd en gezin), Thom de Graaf (voor bestuurlijke vernieuwing), Rita Verdonk (voor vreemdelingenbeleid en integratie) en Ella Vogelaar (voor wonen, wijken en integratie) soortgelijke ervaringen op. Vandaar dat een nieuw model wordt gezocht. De duoministers op Onderwijs, op Volksgezondheid en op Veiligheid en Justitie dienen als gelijkwaardigen naast elkaar te opereren, met een eigen ambtelijke top en een eigen begroting.

Zo ontstaan geen scheve gezichten. Althans, niet bij voorbaat. Of het beter uitpakt zal in hoge mate afhangen van de collegialiteit onder de betrokken bewindslieden. Zeker als er hier en daar nog een staatssecretaris bij komt. Hoeveel gunnen zij elkaar? Ambtenaren herinneren zich de soms ijzige sfeer op de bewindsliedengang op Buitenlandse Zaken in de periode 2007-2010, toen daar de ministers Maxime Verhagen (van Buitenlandse Zaken) en Bert Koenders (voor Ontwikkelingssamenwerking) ook staatssecretaris Frans Timmermans (van Europese Zaken) nog naast zich moesten dulden. Daar werd met enige regelmaat letterlijk met de deuren geslagen.

Het Binnenhof.Beeld anp