Direct naar artikelinhoud

Schappen vol voeding met extra eiwit: ‘Zo’n reep blijft een soort Snickers, maar dan met wat extra proteïne’

Proteïne is hét toverwoord van deze tijd. Plak een label met ‘25 gram eiwit’ op een yoghurtje en het vliegt over de toonbank. Terwijl experts al jaren waarschuwen dat extra eiwitten – zelfs bij fanatieke sporters – weinig uithalen, zijn proteïneyoghurt en -repen niet aan te slepen. Waarom liggen de schappen er toch mee vol? ‘De supermarkt bepaalt onze keuze voor ons.’

Eiwitproducten zijn niet noodzakelijk gezonder – of bevatten niet meer proteïne – dan klassieke eiwitrijke producten.Beeld Anne Cappendijk

Zuivelmerk Optimel heeft sinds eind april een nieuwe lijn producten: Optimel Proteïne. De dranken bevatten weinig suiker en vet, maar wel veel eiwit. Volgens eigenaar FrieslandCampina is de introductie niet meer dan een logische zet, die inspeelt op een groeiende behoefte op de markt.

In supermarkten is de trend al langer zichtbaar. Albert Heijn heeft al jaren een grote hoeveelheid kwark, pudding en mousses met extra proteïne in het assortiment. Concurrent Jumbo blijft niet achter en voegt komende maand nog drie eiwitrijke sportproducten toe aan de al uit negen producten bestaande lijn van het huismerk. Ook Lidl lanceerde onlangs een eigen lijn shakes, repen en toetjes, die volgens het bedrijf ‘perfect aansluit op deze groeiende trend’.

Van bodybuilders tot oude mensen

Want iedereen wil proteïne. Dat merkt ook René van der Zel, eigenaar van XXL Nutrition. Hij was twintig jaar geleden een van de pioniers die de voedingssupplementenmarkt ook voor de gewone Nederlander toegankelijk wilden maken. Met succes: vorig jaar zette zijn bedrijf 66 miljoen euro om. Van der Zels producten liggen in supermarkten en tankstations door het hele land. Hij heeft het zwaartepunt van de markt zien verplaatsen van specialistische eiwitpoeders voor krachtsporters, naar de laagdrempelige yoghurtjes die nu overal verkrijgbaar zijn.

“Toen ik in 2004 begon, waren er grofweg twee soorten klanten die gebruik maakten van eiwitsupplementen. Aan de ene kant sporters, zoals professionele wielrenners en bodybuilders. Aan de andere kant had je oude of ernstig zieke mensen, die van een operatie moesten bijkomen en daarom extra eiwitten nodig hadden. Daartussen zit een heel grote groep mensen, die de laatste jaren steeds meer eiwitproducten zijn gaan kopen.”

Niet gezond

Eiwitten, ofwel proteïne, zijn een essentieel onderdeel van onze voeding. De stoffen zijn nodig voor de opbouw van cellen en regelprocessen in het lichaam. Een gezond persoon van 70 kilo heeft dagelijks zo’n 58 gram eiwit nodig. De laatste jaren zijn eiwitten alleen steeds meer in trek geraakt door een van de vele bijkomende functies ervan: het in stand houden en laten groeien van spierweefsel.

Ondertussen wordt er aan die gekte heel goed verdiend, terwijl de producten niet noodzakelijk gezonder zijn – of zelfs minder proteïne bevatten – dan de klassieke eiwitrijke producten. Vergelijk bijvoorbeeld twee zuivelproducten uit de Albert Heijn. Een Melkunie Breaker High Protein van 200 gram kost daar 1,59 euro, terwijl je voor een bakje biologische magere kwark van 500 gram 10 cent minder betaalt. De Breaker bevat per 100 gram 6 gram eiwitten, tegen 9,6 gram in de kwark. Bovendien bevat de proteïne-Breaker ruim drie keer zoveel suiker.

Het takenpakket van het Voedingscentrum is met de eiwittrend van de afgelopen jaren dan ook uitgebreid: geregeld leggen medewerkers uit dat veel van de nieuwe producten in de supermarktschappen niet bepaald gezond zijn. “Zo’n reep blijft een soort Snickers, maar dan met wat extra proteïne,” zegt een woordvoerder.

“Die producten met toegevoegde proteïne zijn vaak helemaal niet nodig: Nederlanders eten gemiddeld al iets meer eiwitten dan ze nodig hebben. Zelfs fanatieke sporters kunnen dit ook uit gewone, gezonde voedingsmiddelen halen.”

Kleinere rol supermarkten

Nieuw zijn de kanttekeningen van experts niet: al jaren wordt gewaarschuwd dat de extra shakes en repen weinig toevoegen aan een gezond dieet. Maar die tegengeluiden lijken weinig invloed te hebben op de populariteit van de eiwitproducten. Wat zit daar toch achter?

Consumentenpsycholoog Patrick Wessels ziet een veranderende wisselwerking tussen supermarkt en consument. “Supermarkten hebben, door de vele informatie die er online verkrijgbaar is, een kleinere rol gekregen bij het bedenken van voedseltrends. Daarom zijn ze steeds afhankelijker van bestaande trends. Zodra een supermarkt een half gangpad vol eiwitproducten maakt omdat daar interesse voor is, zie je dat consumenten er nóg meer van gaan kopen.”

Want volgens Wessels zijn we als consumenten uiteindelijk een stel schapen. “We willen graag goede keuzes maken, bijvoorbeeld voor een gezonde maaltijd. Wat die keuze is, dat bepaalt de supermarkt alleen voor ons. Als er geen eiwitproducten in de schappen liggen, loop je er achteloos voorbij. Maar als je er elke keer langs moet tijdens het boodschappen doen, vormt dat je idee van wat een gezonde keuze is. Toch is het moeilijker om toe te geven dat je je zo door een Albert Heijn laat sturen, dan te zeggen dat je gezond bezig bent.”

Gemiste kans

“De vraag bij een product verkopen is: welke behoefte vervult het?” zegt bijzonder hoogleraar retail marketing Corine Noordhoff van de Rijksuniversiteit Groningen. “Nu steeds meer mensen bezig zijn met gezondheid, is het dus niet gek dat een woord als proteïne heel groot op verpakkingen staat. Ik zou zeggen: het is een gemiste kans als je niet duidelijk op een pak kwark zet hoeveel proteïne erin zit.”

Ook vanuit de klant is de behoefte aan dit soort kreten groot, ziet Noordhoff. “Je bent bezig met wat gezond is, maar dat is nog best een gedoe. Ook de labels op verpakkingen geven niet altijd een even duidelijk beeld. Je wordt als consument ook moe van al het plussen en minnen tijdens het boodschappen doen, dus als er duidelijk op een verpakking staat hoeveel eiwit, suiker en vet erin zit, biedt dat een uitkomst.”

Yakult

Of deze trend snel overwaait, daar heeft retailexpert Erik Hemmes zijn twijfels bij. “Kijk naar producten als Yakult en Actimel. Sinds de jaren negentig stellen die goed te zijn voor de probiotica, maar daar wordt al sinds de introductie aan getwijfeld. Toch liggen ze tot op de dag van vandaag in de schappen, over de hele wereld. Nederland heeft een hoogopgeleide bevolking die zich bezighoudt met voeding en die de welvaart heeft om dure producten te kopen. Zolang dat zo blijft, zul je ook dit soort producten houden.”

Noordhoff denkt dat de eiwithype van nu wel wat af zal vlakken. “De proteïnepoeders en -repen zullen wel blijven, maar ik zie ook producten liggen waar ik weinig van snap. Een rijstwafel met extra proteïne bijvoorbeeld, niet te eten. Neem dan gewoon een ei.”