In elk nieuw huis komt ruimte voor huismussen, vleermuizen en gierzwaluwen; idee van Hugo De Jonge
Een hoge vogelkreet weerkaatst tussen de gevels in onze buurt, een snelle flits: de gierzwaluwen zijn er weer! Hun gejuich kondigt de zomer aan. We kunnen niet langer dan drie maanden van ze genieten: in augustus verruilen ze Nederland alweer voor rotswanden in Afrika.
Daarom wordt de gierzwaluw ook wel ‘de honderddagenvogel’ genoemd. Leer ons zo de dagen van de vogels tellen, dat wij een wijs hart bekomen, zo moet minister Hugo de Jonge hebben gedacht, bijbelvast.
Hij wil graag dat elk nieuw huis in Nederland wordt voorzien van onderdak en nestruimte voor huismussen, vleermuizen en gierzwaluwen. De Tweede Kamer gaat zich daarover buigen. Laten we vurig hopen dat het erdoor komt.
Wat dit kabinet en deze minister nu verder ook nog doen en laten, dit wetsvoorstel is een sieraad in sombere tijden.
IJsvogel, in dit geval in Hoogezand. - beeld beeld anp