Direct naar artikelinhoud

Dit zijn de grootste kanshebbers voor de Libris Geschiedenis Prijs

De shortlist van de Libris Geschiedenis Prijs is opvallend journalistiek dit jaar, en dat is goed nieuws voor de lezer. Dit zijn de kanshebbers, wat betreft Hans Wansink.

Dit zijn de grootste kanshebbers voor de Libris Geschiedenis Prijs

De oogst aan goede geschiedenisboeken is rijk dit jaar. Vier van de vijf genomineerde schrijvers komen wat mij betreft in aanmerking voor de Libris Geschiedenis Prijs 2017, die komende week wordt uitgereikt. En dan is de monumentale biografie van Juliana door Jolande Withuis nog buiten de boot gevallen.

Opvallend aan de shortlist van dit jaar is dat alle boeken kunnen worden getypeerd als historische journalistiek. Klassieke geschiedschrijving is gebaseerd op onderzoek naar bronnen die zijn opgediept uit stoffige archieven of tochtige zolders. Een nieuwe interpretatie van het onderwerp, neem het leven van koningin Juliana, steunt dan ook op nieuwe documenten. Withuis beschikte over de correspondentie van Juliana met enkele vriendinnen, waardoor je net iets anders tegen onze vorstin gaat aankijken.

Bij historische journalistiek gaat het om iets anders. Daar staat niet het bronnenmateriaal centraal, en ook niet een nieuwe visie op een bepaalde historische figuur of episode. Daar gaat het erom de niet-ingevoerde lezer het op zichzelf al bekende historische verhaal binnen te trekken, met gebruikmaking van journalistieke middelen. Carolijn Visser past dit procedé toe op maoïstisch China met anekdotes uit het leven van Selma, een Nederlandse vrouw die in Beijing gaat wonen met haar Chinese man. Deze Chang klimt aanvankelijk op als functionaris van de Communistische Partij, maar valt tijdens de Culturele Revolutie in ongenade.

Het gevolg is dat Selma's geprivilegieerde gezin letterlijk en figuurlijk uit elkaar spat. Visser gebruikt de familiekiekjes en de brieven van Selma met succes om de lezer te raken. Je voelt hoe verschrikkelijk het was om op het verkeerde moment in Beijing te verblijven en je haalt opgelucht adem dat Greta en Dop, de kinderen van Chang en Selma, door hun opa uiteindelijk naar Nederland werden gehaald.

Carolijn Visser - Selma - Aan Hitler ontsnapt, gevangene van Mao Atlas Contact; 224 pagina's; €19,99.

Craig Harline - Jacobs vlucht - Een familiesaga uit de Gouden Eeuw Vantilt; 352 pagina's; €24,95.

Martin Bossenbroek - Fout in de koude oorlog - Nederland in tweestrijd, 1945-1989 Prometheus; 300 pagina's; €19,95.

Ewoud Kieft - Het verboden boek - Mein Kampf en de aantrekkingskracht van het nazisme Atlas Contact; 288 pagina's; €19,99.

Luc Panhuysen - Oranje tegen de Zonnekoning - De strijd van Willem III en Lodewijk XIV om Europa Atlas Contact; 589 pagina's; €34,99.

Ook bij Craig Harline gaat het niet om nieuwe inzichten over de Reformatie en de Contrareformatie in onze vroegmoderne tijd. Hij wil de lezer met behulp van een familiekroniek laten voelen hoe het was om als calvinistisch predikant het terroristische regime van Alva te trotseren. De zoon van deze Jacob Roelandt, Timotheus, raakt in gereformeerde scherpslijperij en de kleinzoon bekeert zich tot ontsteltenis van het predikantengeslacht tot het katholicisme. Een melodrama met veel sappige details, maar ook met erg lange zinnen van een in literair opzicht matig begaafde auteur.

Ewoud Kieft is juist wel een goeie schrijver. Hij worstelde zich door Mein Kampf en maakt ons deelgenoot van die leeservaring. Het is een variant die je historische ik-journalistiek zou kunnen noemen: wat gaat er door mij heen bij het lezen van Hitlers ontboezemingen en hersenspinsels?

De aantrekkingskracht van het nationaal-socialisme is al heel lang onderwerp van historisch onderzoek. De toegevoegde waarde van het boek van Kieft ligt in de ongemakkelijke gewaarwording dat de auteur zelf vaak instemmend moest knikken bij Hitlers kritiek op de gevestigde orde van de jaren twintig. Kieft laat zien dat de ervaringen van de wegens moed en plichtsbetrachting gedecoreerde korporaal tijdens de Eerste Wereldoorlog beslissend zijn voor Hitlers visie en politieke programma. Daarmee wordt de Führer van demon toch een beetje een mens van vlees en bloed. Het verboden boek is het ideale boek voor iedereen die in twee avonden wil worden bijgepraat over de kracht van de politiek van het ressentiment.

Martin Bossenbroek zet journalistieke middelen in om een enigszins vergeten episode uit de recente geschiedenis over het voetlicht te brengen: de Koude Oorlog. Tussen 1948 en 1989 wierp het conflict tussen het 'vrije Westen' enerzijds en de communistische wereld van de Sovjet-Unie en de Volksrepubliek China anderzijds ook over Nederland zware slagschaduwen. Bossenbroek presenteert de hoogtepunten van de Koude Oorlog aan de hand van twee Nederlanders: de conservatieve katholiek Joseph Luns, minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de Navo, en de communistische filmmaker Joris Ivens.

Bossenbroek is een begenadigd schrijver die recht doet aan zijn personages, die elk op hun eigen wijze internationaal gewicht in de schaal legden. Luns kende iedereen die ertoe deed op het wereldtoneel in de jaren vijftig, zestig en zeventig en was de beste maatjes met de Amerikaanse president Nixon. Ivens was kind aan huis op het Kremlin en de lieveling van Mao en zijn entourage omdat hij een briljante documentairemaker was. Fout in de Koude Oorlog leunt sterk op memoires en biografieën (Albert Kersten over Luns en Hans Schoots over Ivens), maar ook intelligente recycling is wat mij betreft een eerbare methode van historische journalistiek.

Een variatie op de aanpak van Bossenbroek, maar dan gesitueerd in het Europa van de tweede helft van de 17de eeuw, biedt Luc Panhuysen in zijn meeslepende relaas over de rivaliteit tussen stadhouder-koning Willem III en de Zonnekoning Lodewijk XIV. Beiden zijn vooral bezig met het in toom houden van de ander, om zo het precaire machtsevenwicht in Europa niet te verstoren. Behalve grootschalige oorlogen en gewapende bliksemcampagnes spelen in dat spel wisselende allianties en diplomatie, huwelijken en erfopvolging, maîtresses (in het geval van Lodewijk) en weerspannige regenten en volksvertegenwoordigers (in het geval van Willem) een rol.

Panhuysen slaagt erin de enigmatische Willem III, misschien wel de briljantste en zeker de invloedrijkste Oranje ooit, als intrigerend personage tot leven te wekken. Willem is dag en nacht met politiek en strategie bezig, wat nodig is om kansen te benutten en het maximale rendement uit zijn acties te halen. Hij heeft een melancholieke natuur, maar is ook een geducht veldheer. Aan de symboliek, de pracht en praal die zijn statuur als prins en koning van Engeland met zich meebrengt, heeft hij een pesthekel, maar hij moet concessies doen aan de aanhankelijkheid van zijn onderdanen. Het liefst trekt Willem zich terug op zijn jachtslot Het Loo.

De exuberante Lodewijk en zijn omvangrijke hofhouding komen bij Panhuysen ook goed uit de verf. Maar - net als Willem - blijkt de Zonnekoning zich terdege bewust van de lengte van zijn polsstok. Hij trekt vaak en graag ten strijde, maar altijd ter consolidatie van de grenzen van Frankrijk.

Voor Panhuysen is de journalistieke aanpak geen doel op zichzelf, maar een middel om zijn complexe geschiedverhaal optimaal verteerbaar op te dienen. Oranje tegen de Zonnekoning overtreft qua ambitie en originaliteit de andere nominaties en kan wat mij betreft dus de meeste aanspraak maken op de Libris Geschiedenis Prijs 2017. De winnaar wordt op zondagochtend 29 oktober in het VPRO-radioprogramma OVT bekendgemaakt.