Direct naar artikelinhoud
‘Gaskraan dicht? Dat lijkt me niet slim’
InterviewRichard Rhodes

‘Gaskraan dicht? Dat lijkt me niet slim’

Beeld Hans Klaverdijk

Waar halen we deze eeuw onze energie vandaan? Niet uit zon en wind, meent historicus Richard Rhodes, maar uit aardgas- en kerncentrales.

Klimaatverandering stelt de wereld voor grote uitdagingen. De huidige transitie naar schone energie is volop gaande, met eerste stappen en ambitieuze plannen. Het is nieuw terrein voor de mensheid om fossiele brandstoffen af te zweren en de CO2-uitstoot terug te dringen. Het goede nieuws is: in de afgelopen paar honderd jaar zijn er wel meer energietransities geweest.

Lange tijd verbrandden we hout om op te koken en om ons aan te verwarmen. Daarna haalden we steenkool uit de mijnen, waarmee we ook machines en fabrieken konden laten draaien. Olie pompten we omhoog, waarbij we aardgas ontdekten. Zo konden we ons in voertuigen steeds verder verplaatsen, maakten we plastic voor allerlei producten en wekten we stroom op. In de eerste helft van de 20ste eeuw leerden we atomen te splitsen. Tegenwoordig vangen we wind en zonlicht op om er elektriciteit van te maken.

Al die transities zijn voortreffelijk geboekstaafd in Energy – A Human History, dat onlangs verscheen. Het is geschreven door Richard Rhodes, een gelauwerde Amerikaanse journalist en historicus met meer dan twintig boeken op zijn naam. Ook op 81-jarige leeftijd, zo blijkt via Skype, is Rhodes nog altijd haarscherp.

Waarom spreekt u in uw boek van de ‘grootste, ultieme transitie’?

‘Eerdere energietransities waren het gevolg van lokale behoeften aan economische groei in een paar rijke steden als Londen en New York. Deze keer wordt de transitie gevoed door een mondiaal probleem en zijn de gevolgen mondiaal. Als de temperatuur op aarde met 2 graden Celsius stijgt, dan heeft dat immers gevolgen voor iedereen: smeltende ijskappen, terugtrekkende gletsjers, een stijgende zeespiegel.’

Allerlei landen werken daarom aan een klimaatbeleid. Nederland heeft besloten de gaskraan dicht te draaien. Een verstandig besluit?

(Pauzeert even.) ‘Het klinkt als een merkwaardig besluit. De meeste voorstanders van een transitie naar hernieuwbare bronnen zien aardgas als een acceptabele, voor de hand liggende energiebron, omdat een gascentrale de onvoorspelbaarheid van windmolens en zonnepanelen kan ondervangen. Ideaal is dat niet, want met aardgas heb je nog altijd CO2-uitstoot, maar een stuk minder dan bij steenkool. De vraag die we ons bij een transitie moeten stellen, is: waarmee ga je het aardgas vervangen?’

Het lijkt erop dat er vol wordt ingezet op windmolens en zonnepanelen.

‘Ha! Nou, dat wordt dan een interessant experiment!’

U heeft er weinig vertrouwen in?

‘Het probleem is dat die afhankelijk zijn van het weer. Dan heb je te weinig, dan te veel. Je kunt eventueel overtollige energie wel omhoogleiden en opslaan in een reservoir boven op een berg, maar dat kan lang niet overal. En er zijn nog geen adequate, betaalbare batterijen ontwikkeld die deze energie langdurig kunnen opslaan. Daarom is aardgas nu nog cruciaal. Als uw land de gaskraan dichtdraait, zie ik niet hoe u het probleem van de wispelturigheid van zon en wind zult aanpakken.’

Misschien is er een rol weggelegd voor waterstof?

‘Ja, misschien. Iedereen droomt altijd van waterstof. Het klinkt aantrekkelijk, maar we moeten ons realiseren dat waterstof niet zomaar uit de grond komt. Waterstof moet worden gemaakt – en daarvoor heb je nog altijd energie nodig.’

Kunnen hernieuwbare bronnen ons klimaatprobleem oplossen?

‘Deze eeuw krijgen we niet alleen te maken met de gevolgen van klimaatverandering, maar ook met de gevolgen van de economische groei in landen die zich ontworstelen aan schrijnende armoede en zelfvoorzienende landbouw. Dat zien we nu vooral in India en China, maar ook al in Afrika. Voor hen is niets zo belangrijk als energie. Immers, in landen waar de energieconsumptie toeneemt, zien we vrijwel onmiddellijk de levensverwachting toenemen. Tot een jaar of 70 is er een directe correlatie: hoe meer we beschikken over energie, hoe langer we leven.

‘In een land als het uwe of het mijne is het zonder meer nuttig om in te zetten op energiebesparing, maar dat is niet de realiteit voor de meeste mensen op deze wereld. Zij zullen hoe dan ook meer energie gaan gebruiken. Zon en wind zullen niet kunnen voorzien in die behoefte, vooral omdat al die windparken en zonneparken bij elkaar ongelooflijk veel oppervlakte, grondstoffen en materialen nodig hebben. Laten we ze toepassen waar ze het beste werken. Windmolens zijn prima op plekken waar de wind veel waait, en zonnepanelen zijn prima waar de zon veel schijnt. Maar ik denk dat we álle energiebronnen nodig zullen hebben waarover we beschikken.’

Zou Afrika niet juist een technologische sprong kunnen maken met de energievoorziening, een beetje zoals ze er de landlijn oversloegen en direct naar mobiele telefonie gingen?

‘Dat lijkt me niet realistisch. Op dit moment kun je niet een moderne samenleving bouwen met hernieuwbare bronnen. Ja, er zijn zonder meer afgelegen plaatsen waar het stimuleren van zon en wind nuttiger is dan het aanleggen van een allesomvattend hoogspanningsnet. Het gekke is: u en ik kunnen er lang over discussiëren, maar Afrikanen zullen hun eigen beslissingen nemen. Als China en India daarin het voorbeeld zijn, weten we wat zij willen: goedkope, betrouwbare en CO2-vrije energie. In de praktijk betekent het dat ze steeds meer zullen kiezen voor kernenergie.’

Kernenergie is niet het eerste waaraan je denkt bij de ‘ultieme’ energietransitie van de 21ste eeuw. Maar Richard Rhodes – opgegroeid op een boerderij, opgeleid aan Yale – laat zich niet verblinden door de maatschappelijke onrust die er in de afgelopen decennia over is ontstaan. De ins en outs kent hij als geen ander. Zijn boek, The Making of the Atomic Bomb, uit 1986, werd een standaardwerk van 886 pagina’s, bekroond met de Pulitzerprijs en andere onderscheidingen. Jaren later legde hij in Nuclear Renewal uit waarom kernenergie de veiligste, schoonste en goedkoopste energiebron is.

Besteedt u in uw nieuwste boek niet onevenredig veel aandacht aan kernenergie, verantwoordelijk voor niet meer dan 10 procent van alle elektriciteit in de wereld? Bij gebrek aan interesse in westerse landen lijkt het een tanende energiebron.

‘Volgens mij – en met mij vele anderen – zal kernenergie een cruciale component zijn om het probleem van klimaatverandering op te lossen. Experts voorspellen dat de twee belangrijkste energiebronnen van deze eeuw kernenergie en aardgas zullen zijn. Besteed ik er te veel aandacht aan? Och, ik denk dat mensen al meer dan voldoende bekend zijn met zon en wind; het zijn niet bijzonder ingewikkelde energiebronnen. Kernenergie is veel interessanter, ook al doordat zo weinig mensen weten over de geschiedenis, de werking en de potentie. Ik heb geprobeerd wat van de vooroordelen over de gevaren weg te nemen.’

De maatschappelijke weerstand tegen kernenergie zult u daarmee niet zomaar kunnen wegnemen.

‘Er is inderdaad enorme weerstand, ook in de Verenigde Staten, waar we in volume nog de meeste kernenergie produceren. Enige kernreactoren naderen het einde van hun levenscyclus en er zijn geen nieuwe reactoren in de maak. In landen als Duitsland en België sluiten kerncentrales vroegtijdig. De kernuitstap geniet brede instemming.’

De weerstand is toch ook niet vreemd?

‘Tja, een van de slechtst denkbare manieren om de wereld kennis te laten maken met een nieuwe, veelbelovende energiebron is om er twee steden mee plat te bombarderen, zoals de Amerikanen in 1945 deden met Hiroshima en Nagasaki! Zo kregen we meteen de associatie met kernwapens. Nog steeds wordt gedacht dat je een atoombom kunt maken met materiaal uit een kerncentrale. Nou, ik kan u zeggen dat het dan een heel slechte bom wordt. En mensen blijven bang voor het kernafval. In volume stelt dat echt niet zoveel voor. In New Mexico is er in een zoutlaag diep onder de grond een veilige opbergplaats, waar zo gigantisch veel ruimte is, dat je daar al het kernafval kunt bergen van de hele wereld in de komende duizenden jaren.’

Kerncentrale in België.Beeld Photo News

U vindt kernenergie niet een technisch, maar politiek probleem?

‘Absoluut. Het is geen toeval dat er tientallen nieuwe kerncentrales worden gebouwd en gepland in Azië, vooral in China en India. Deze landen kennen weinig verplichting om het electoraat tegemoet te komen. De regeringsleiders laten zich meer leiden door een rationele, technische analyse, nauwelijks gehinderd door politieke overwegingen. Met hun keuze voor kerncentrales doen ze bovendien iets aan de luchtvervuiling, veroorzaakt door al die kolencentrales. Dat is voor mij een bevestiging dat landen vanaf een zeker welvaartsniveau hun troep gaan opruimen. Het is een onmiskenbare historische trend: eerst zorg je voor voldoende energie, zodat de samenleving zich kan ontwikkelen tot een zekere luxe, en daarna ga je beter voor het milieu zorgen. Zo hebben wij dat gedaan met water en lucht, en zo zien we het nu gebeuren in China en India.’

Tolereren we die prijs van vooruitgang nog?

‘Wíj misschien niet, maar de mensen in arme landen wél. Als je een foto van Londen uit 1900 bekijkt, lijkt dat sterk op het huidige Beijing. In China zitten ze nu op dat kantelpunt, want de Chinezen in de grote steden lijken steeds minder bereid om tolerantie op te brengen voor de luchtvervuiling van hun kolencentrales.’

Noem het vooruitgangsoptimisme. Uit de verhalen in Energy blijkt hoe iets als milieu of mensenrechten zelden de eerste zorgen waren bij een nieuwe uitvinding. In een steeds dichter bevolkt Londen, in de 16de eeuw, werd hout schaars en duur, waardoor steenkool uit de mijnen werd gestookt. De huizen stonden blauw van de rook. Overal in ’s werelds rijkste stad hing rook. Het drong door tot in de kerken, waar de priester onzichtbaar was en bovendien onverstaanbaar, omdat de kerkgangers de hele tijd zaten te hoesten. Schoorstenen werden aangelegd. Vanwege brandgevaar moesten die schoon worden gehouden. Jongens van 5, 6 jaar verdienden wat geld door erdoorheen te kruipen, naakt, fungerend als levende bezems.

Vaak konden uitvindingen rekenen op bijgeloof of tegenwerking. Kolen werden gezien als de ‘uitwerpselen van de duivel’. De eerste stoomlocomotief werd begin 1800 bekogeld met rotte eieren door koetsiers die vreesden voor hun werk. Intussen bracht technologie steeds meer voorspoed in het leven van mens én dier. Op walvissen werd druk gejaagd om het vet onder hun huid te schrapen voor de olielampen. Bijna stierven ze uit, halverwege de 19de eeuw. Het einde aan de walvisjacht kwam dankzij een nieuwe toepassing van aardgas. Paarden moesten in de stad steeds meer vracht dragen, terwijl ze intussen de drukke straten volpoepten en -plasten en aldus ziektekiemen verspreidden. De paarden werden afgelost toen de automobiel opkwam.

De bibliografie in uw boek is vijftig pagina’s lang. Hoe komt u zo nieuwsgierig?

‘Och, ik weet het niet. Op school verveelde ik mijn arme klasgenootjes altijd met wat ik over wetenschap had gelezen in populaire tijdschriften. Ik denk dat mijn boeken een volwassen voortzetting daarvan zijn.’

Wat heeft u het meest verrast tijdens uw onderzoek?

‘Nou, ik had geen idee dat de oorsprong van de milieubeweging tamelijk duister is. Ze komt voort uit onnodige zorgen over eindeloze bevolkingsgroei. In de jaren zestig en zeventig klonken er aanbevelingen van milieuactivisten om arme landen níét te ondersteunen met noodhulp, omdat het dweilen was met de kraan open. Zij wilden feitelijk snoeien in de menselijke soort, ook door ‘ongeschikte’ mensen te ontmoedigen om zich voort te planten. Uit die tijd kwamen de vreselijke metaforen waarbij de menselijke soort werd vergeleken met ratten, bacteriën of kankercellen; geluiden die we nog steeds weleens horen vanuit de groene hoek, waar ze vinden dat er te veel mensen op onze aarde zijn. Ik wist al wel dat de activisten tegen kernenergie bereid zijn miljoenen mensen te veroordelen tot ziekte en dood, maar ik was werkelijk geschokt om te zien hoe het groene gedachtengoed is gevormd door een diep antihumanistische houding.’

Uw boek lijkt vooral een oproep om technische innovaties te waarderen. Mist u dergelijke waardering?

‘Absoluut. De mensen die tegenwoordig worden vereerd, zijn beroemdheden die feitelijk weinig meer hebben gedaan dan geld verdienen, hetgeen mij nogal saai voorkomt. De originele, creatieve denkers die tot technische wonderen komen, blijven vaak onbekend en ondergewaardeerd. Ik vind het waardevol om over hen en hun werk te lezen en te schrijven. Geschiedenis gaat vaak over politieke leiders en internationale relaties, maar ons alledaagse leven is veel meer beïnvloed door doorbraken op het gebied van wetenschap en technologie dan door politiek.’

Toch wordt nu al gevreesd voor de keuzes die Donald Trump maakt in het klimaatbeleid: hij stapt uit het klimaatverdrag van Parijs, hij steunt de kolenindustrie...

‘Als Trump wordt herkozen – een vreselijke gedachte – zal zijn invloed over acht jaar presidentschap geen voetnoot zijn. Maar het is nog maar de vraag hoe groot zijn invloed zal zijn op klimaatverandering. Dankzij de enorme beschikbaarheid van goedkoop schaliegas neemt het gebruik van steenkool in de VS snel af – en vanwege de lagere CO2-uitstoot van gas is dat goed nieuws. In de afgelopen tien jaar hebben al honderden Amerikaanse kolencentrales de deuren gesloten, dus het is helemaal niet duidelijk hoeveel die steun van Trump aan de kolenindustrie waard is.’

Wat is het beste dat we kunnen doen voor een energietransitie die de strijd tegen klimaatverandering ondersteunt?

‘We moeten stoppen terug te deinzen voor kernenergie. We moeten de ontwikkeling ervan juist ondersteunen, eventueel richting thorium als brandstof in plaats van uranium. Dat kan via overheidssubsidies, maar ook met een belasting op CO2. Dan hebben we een kans om ons het lot te besparen dat Iran in 2015 trof toen er een gevoelstemperatuur van bijna 73 graden Celsius werd gemeten: de temperatuur van een gebraden kip.’