Direct naar artikelinhoud
InterviewPleidooi voor rationeel denken

De wereld gaat vooruit, maar je moet het wel willen zien, betoogt Steven Pinker

U kijkt naar het nieuws en denkt: wat een ellende is er toch op de wereld. Steven Pinker kijkt naar een hele berg cijfers en ziet: het ging nog nooit zo goed. Met dank aan de Verlichting, de rede en het humanisme, zegt de Canadese hoogleraar, waarvoor hij in populistische tijden dus graag een lans breekt.

De wereld gaat vooruit, maar je moet het wel willen zien, betoogt Steven Pinker
Beeld Rein Janssen

Steven Pinker was halverwege het schrijven van een boek over vooruitgang, toen Donald Trump tot president van de Verenigde Staten werd gekozen.

Wat dacht u toen? Daar gaat mijn boek?

‘Haha, ik moest er wel even over nadenken. De verkiezing van Trump was duidelijk geen voorbeeld van vooruitgang. Maar ik werd aangemoedigd door mijn vrouw, de filosoof Rebecca Goldstein, die zei: nu hebben we meer dan ooit een boek nodig dat de waarden van de Verlichting verdedigt.’

Steven Pinker (64), hoogleraar cognitieve psychologie aan Harvard, zit in een vergaderzaaltje van zijn Britse uitgever Penguin, met uitzicht op de Theems. Een slanke man, verwoed hardloper, wandelaar en fietser, met een karakteristieke Roger Daltrey-krullenbol. Het dagschema van deze intellectuele wereldster is moordend, maar hij blijft vriendelijk en behulpzaam, zoals bij zijn boodschap past.

Steven Pinker is een onversneden positivo. In Ons betere ik uit 2011 betoogde hij dat de mens steeds minder gewelddadig wordt, anders dan doorgaans wordt aangenomen. Zijn nieuwe boek, Verlichting nu  een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang is nog ambitieuzer. De wereld staat er op vrijwel alle fronten beter voor dan ooit, betoogt hij in bijna 700 pagina’s. Er is niet alleen minder geweld, maar ook minder armoede, honger en ziekte. De criminaliteit daalt, we zijn beter gevoed, gelukkiger en zelfs minder eenzaam dan ooit. Lucht en water zijn schoner geworden en het klimaatprobleem is oplosbaar door verstandige politiek en nieuwe technologie.

De wereld gaat vooruit, maar je moet het wel willen zien, betoogt Steven Pinker

Die boodschap is strijdig met de intuïtie van veel mensen. Zij kijken naar het journaal en zien de wereld als een poel van ellende, van de oorlog in Syrië tot honger in Afrika, van terroristische aanslagen tot verdrinkende migranten en toenemende ongelijkheid. Sommige critici zien Pinker dan ook als een hedendaagse versie van dr. Pangloss, de wereldvreemde wetenschapper uit de satire van Voltaire die stug volhield dat hij in de best mogelijke wereld leefde, zelfs toen hij in een pot gekookt werd door kannibalen.

Tegen zulke zwartkijkers helpt maar een ding, zegt Pinker: tellen. Hij staaft zijn stelling dat de wereld enorm is vooruitgegaan met een imposante reeks statistieken. En hoewel je over cijfers eindeloos kunt twisten, laat Pinker overtuigend zien dat het veel beter met de wereld gaat dan vaak wordt gedacht.

Alleen maakt zijn boodschap weinig indruk in een wereld die soms lijkt te worden geregeerd door woede en onvrede. Volgens Pinker is de vooruitgang te danken aan de Verlichting, de filosofische stroming die de mens vanaf de 17de eeuw bevrijdde uit zijn onmondigheid. De Verlichting stelde de menselijke rede centraal. De rede maakte ons vrij, verloste ons van de knellende banden van godsdienst en traditie en gaf ons een kritische, onderzoekende geest die de ontwikkeling van de wetenschap mogelijk maakte. De rede gaf ons ook de humanistische ethiek, gebaseerd op medelijden en streven naar maximaal geluk. Volgens gelovigen zal de mens ontsporen als hij niet meer bang is voor de straf van God, maar het tegendeel is het geval: seculiere landen zijn minder gewelddadig dan religieuze. De rede is ook kosmopolitisch: onder hun eigen cultuur zijn mensen rationele wezens die het onderling eens kunnen worden, uit welk land of werelddeel zij ook komen. Daarom kunnen we ons verbonden voelen met de mensheid en is de wereld één geheel.

In de 21ste eeuw staat de erfenis van de Verlichting onder zware druk. Het kosmopolitisme verliest terrein aan de hunkering naar de geborgenheid van de eigen groep, de eigen cultuur en tradities. De Amerikanen kozen voor Trump, de Britten stapten uit de Europese Unie. Overal in Europa, zelfs in het kosmopolitische Zweden, zijn de populisten in opmars. De democratie verliest terrein aan de mystiek van de sterke leider. Brazilië, tot voor kort een baken van vooruitgangsgeloof, kiest volgende week waarschijnlijk een racist die de militaire dictatuur verheerlijkt. In de islamitische wereld bloeit een fundamentalisme dat alle heil verwacht van een terugkeer naar het ware geloof uit de Middeleeuwen. Ook het vertrouwen in de wetenschap, voor Pinker de motor van de vooruitgang, heeft betere tijden gekend. Klimaatmodellen stuiten op ongeloof. Zelfs het vaccineren van kinderen – misschien wel de best gedocumenteerde triomf van wetenschap op ziekte – ontmoet toenemende scepsis.

Pinker: ‘Na de overwinning van Trump heb ik me verdiept in de tegenstanders van de Verlichting. Het populisme lijkt nieuw, maar behoort tot de traditie van de Contra-Verlichting, van 19de-eeuwse reactionaire filosofen die terugkijken op een gouden eeuw in plaats van vooruitgang, van een nationalisme dat prioriteit geeft aan de eigen stam boven individuele mannen, vrouwen en kinderen, van een heroïsch autoritarisme dat de macht geeft aan een sterke leider die direct de deugd van het volk moet vertolken.’

Steven Pinker.Beeld Getty

Steven Pinker

Steven Pinker werd in 1954 geboren in het Canadese Montreal. Hij werd bekend als cognitief psycholoog, gespecialiseerd in visuele cognitie en evolutionaire psychologie. Hij schreef een groot aantal boeken over taal en de manier waarop mensen taal aanleren. In 2011 trad Pinker buiten zijn oorspronkelijke vakgebied met Better Angels Of Our Nature, vertaald als Ons Betere Ik, waarin hij betoogde dat de mens steeds minder gewelddadig wordt. Zijn nieuwe boek Verlichting Nu is een optimistische en tegendraadse verdediging van de huidige wereld, die er volgens Pinker beter voorstaat dan ooit. Steven Pinker is getrouwd met de filosofe en schrijfster Rebecca Goldstein.

Is het niet heel verklaarbaar dat de Contra-Verlichting opleeft? Na de Tweede Wereldoorlog heeft de internationale orde veel goeds gebracht, maar de laatste jaren heeft globalisering veel onzekerheid veroorzaakt. Toenemende immigratie kan tot een verlangen naar de eigen stam leiden.

‘De Verlichting kan geschaad worden door overhaaste immigratie. In 2015 rees in Europa het beeld van een grote instroom van mensen die niet of moeilijk geïntegreerd kunnen worden. Dat kan een deel van de Verlichting, het vrije verkeer van mensen, in gevaar brengen. Het hoeft niet te betekenen dat mensen seksistischer worden, of minder tolerant ten opzichte van homo’s. Maar ze worden nerveuzer over de algehele loop van de geschiedenis.

‘Niet overal heeft een reactie tegen immigranten plaatsgevonden. Neem mijn eigen land, Canada, dat succesvol een groot aantal immigranten heeft verwelkomd. Natuurlijk heeft Canada het gemakkelijker, omdat het ver van de brandhaarden van de wereld verwijderd ligt. Maar wat belangrijk is: Canada heeft een doordacht en gecontroleerd immigratiebeleid. Geen open grenzen, maar elk jaar wordt een quotum aan legale arbeidsmigranten en vluchtelingen toegelaten.’

Globalisering heeft ook geleid tot economische onzekerheid en toegenomen ongelijkheid. Brengt ook dat de Verlichting in gevaar?

‘Absoluut. Als mensen zich economisch bedreigd voelen, zijn ze meer geneigd hun heil te zoeken bij hun eigen stam, staan ze vijandiger ten opzichte van verandering. Er zijn zeker economische problemen. Maar het is belangrijk dat we de problemen uit het recente verleden niet vergeten. Veel mensen zijn nostalgisch naar de periode voor 1980, toen de sociale ongelijkheid kleiner was. Maar in de jaren zeventig hadden we inflatie en werkloosheid in dubbele cijfers. Er stonden rijen voor de benzinepomp. In de jaren vijftig was de armoede aanzienlijk hoger dan nu.’

In Verlichting nu gebruikt Pinker de ‘olifantengrafiek’ van de econoom Branko Milanovic. Die laat zien dat vooral twee groepen er sinds 1988 sterk op vooruit zijn gegaan: de opkomende middenklasse in Azië en de rijken overal ter wereld. De middenklasse in het Westen ging er veel minder op vooruit, soms zelfs op achteruit. Toch relativeert Pinker de gedachte dat zij ‘de verliezers van de globalisering zijn’.

Ten eerste zijn ze er nog altijd op vooruitgegaan, zij het minder dan anderen. En ten tweede profiteren zij ook van de globalisering, omdat de prijzen van allerlei consumptiegoederen, van computers tot kleding, enorm zijn gedaald. Als hiermee rekening wordt gehouden, is de armoede in de Verenigde Staten sinds 1960 afgenomen van 30 tot 3 procent van de bevolking, aldus Pinker.

Mensen zien dat ze minder vooruitgaan zijn dan anderen. Ze denken niet: maar vroeger was het nog slechter.

‘Het is logisch dat niemand denkt: ik heb hier een probleem, maar vergeleken met 250 jaar geleden zijn we er toch maar mooi op vooruitgegaan. Maar ze vergeten dat het ook 25 jaar geleden vaak slechter was.’

Waarom verdwijnt die herinnering zo snel?

‘Het menselijk geheugen duwt ons naar nostalgie. Zelfs als we ons negatieve gebeurtenissen herinneren, vervaagt de negatieve emotie met de tijd. We zijn geneigd om te denken aan die goeie oude tijd. Maar ik citeer de Amerikaanse columnist Franklin Pierce Adams: niets is zo verantwoordelijk voor die goeie oude tijd als een slecht geheugen.

‘Voor een deel zit het ook in een vooringenomen neiging in de journalistiek. De journalistiek verslaat de dingen die verkeerd gaan, zonder ze af te zetten tegen de dingen die goed gaan. We zien de oorlog in Syrië, maar niet dat er vrede is in gebieden waar vroeger oorlog was, zoals Zuidoost-Azië.

‘Er is een mindset onder journalisten – ik wil niet te veel inhakken op de ‘mainstream media’ want de niet-mainstream media zijn nog veel erger – dat goed nieuws geen serieuze journalistiek is, maar propaganda en public relations. Volgens mij is dat fout. Om een accuraat beeld te geven van de wereld moet je ook berichten over de dingen die goed gaan. Anders krijgen mensen een verkeerd beeld. Dat zie je ook in het onderzoek van de Zweedse statisticus Hans Rosling. Mensen denken dat de armoede in de wereld toeneemt, terwijl zij juist afneemt. Ze denken dat de misdaad toeneemt, terwijl zij juist afneemt.’

Het is mijn ervaring dat lezers afwijzend of zelfs agressief kunnen reageren als je hedendaagse problemen relativeert. Je bent al snel een lakei van de gevestigde orde.

‘Ja, progressieven haten progressie. Ze vinden dat het erkennen van vooruitgang neerkomt op het goedpraten van de gevestigde orde. Natuurlijk zijn er in de gevestigde orde dingen die hervormd moeten worden. Maar er zijn ook veel onderdelen van de gevestigde orde die beter zijn dan de alternatieven. Omdat intellectuelen kritisch zijn en de instituties willen aanvallen, zijn ze verrassend onwillig om te zeggen dat de liberale democratie echt beter is dan de alternatieven, dat een gereguleerde markteconomie beter is dan het alternatief, dat internationale samenwerking beter is dan internationale anarchie.’

Is dat geen vals dilemma? We hoeven toch niet te kiezen tussen de gevestigde orde en anarchie? Steun aan de gevestigde orde kan ook tot zelfgenoegzaamheid leiden.

‘De media moeten berichten over crises, lijden en onrechtvaardigheid. Maar als dat het enige is dat ze doen, kan dat leiden tot kwaden die ernstiger zijn dan zelfgenoegzaamheid. Fatalisme, de gedachte dat het verbeteren van de wereld hopeloos is. Waarom zouden we ons goede geld besteden aan kansloze zaken? En radicalisme, het geloof dat al onze instituties falen, dat de crisis steeds erger wordt, waardoor mensen zeggen: oké, breek ze maar af, alles is beter dan wat we nu hebben. Dat is heel gevaarlijk. Dat is Trump die het moeras van Washington wil droogleggen en zegt dat hij de enige is die op orde op zaken kan stellen. En nog extremer in Venezuela of nazi-Duitsland.’

Is het denkbaar dat de VS afglijden naar fascisme, zoals Madeleine Albright stelde?

‘Er zijn tendensen in het bewind van Trump die aan fascisme doen denken. De vraag is: is het Amerikaanse systeem, met zijn checks and balances, robuust genoeg om die te bestrijden? We weten het niet. Waarschijnlijk wel, maar het is iets om je zorgen over te maken.’

Vooruitgang kan weer teruggedraaid worden.

‘Zeker. Pas na 1945 zie je dat er minder oorlogen zijn, die ook minder schade aanrichten. Je kunt zeggen: dat is maar 73 jaar, het kan zo weer omdraaien. Aan de andere kant: 73 jaar is ook weer geen kleinigheid.’

De 19de eeuw was ook een periode van vrede en vooruitgang. Daarna kwam de 20ste eeuw. Misschien zitten we nu weer op zo’n moment.

‘Dat zou kunnen. Waarschijnlijk niet. Maar we zouden harder moeten werken om dat tegen te houden. Het populisme duwt de samenleving in de verkeerde richting, door internationale instituties te verzwakken, door handelsbelemmeringen op te roepen, door despotische leiders aan te moedigen. Dat zijn allemaal bedreigingen voor de vrede.’

Steven Pinkers boeken zijn heel succesvol, maar hij ontmoet ook veel weerstand. Zijn optimisme wordt vaak provocerend, zelfs een beetje obsceen gevonden. Toen hij de wereld rondreisde om de centrale stelling van Ons betere ik – de mens wordt steeds minder gewelddadig – te verdedigen, trof hij soms een ‘onwil om toe te geven dat het beter gaat’, schrijft hij in Verlichting nu.

Zal hij zijn critici wel overtuigen met zijn nieuwe boek, als een schoolmeester die een moeilijke som nog een keer uitlegt, zodat zelfs de langzaamste leerlingen het begrijpen? Pinker wordt soms naïviteit verweten: hij denkt de wereld te kunnen verklaren door te tellen en miskent daarmee het belang van cultuur en gevoel. Dat verwijt is niet terecht. Als psycholoog weet hij heel goed dat mensen lang niet altijd voldoen aan het verlichte ideaalbeeld van het rationeel denkende individu.

Veeleer geloven zij in verhalen waarmee zij de wereld verklaren en betekenis geven. De socialist gelooft dat de wereld geplaagd wordt door ongelijkheid, de populist dat ‘zijn’ cultuur wordt bedreigd door de instroom van vreemdelingen, de milieuactivist dat consumptie de planeet vernietigt en dat het geloof in technologische oplossingen een hersenschim is. Ze zoeken feiten en cijfers die hun verhaal ondersteunen. Gegevens die daarmee strijdig zijn worden genegeerd, verdraaid of simpelweg ontkend.

Driekwart van de Republikeinse vrouwen geloofde rechter Kavanaugh, driekwart van de Democratische vrouwen geloofde de vrouwen die hem van aanranding beschuldigden. Slechts een enkeling ontleent zijn standpunt over het klimaat aan een geduldige studie van klimaatmodellen. De meeste mensen zullen zich eerder afvragen met wie zij zich verwant voelen, groenen of klimaatsceptici. Pinker spreekt van ‘expressieve rationaliteit’: door een standpunt in te nemen, laat je zien waar je staat. Veel mensen denken niet als een verlichte filosoof, maar eerder als een supporter van een voetbalclub. Dat kan soms extreme vormen aannemen: sommige aanhangers van Trump verkondigden het verhaal dat Hillary Clinton aan multiple sclerose lijdt en haar campagne overliet aan een dubbelganger. Door een overduidelijk onjuist verhaal te vertellen jaagden zij links op stang en bewezen zij hun loyaliteit aan hun eigen groep, aldus Pinker.

De verdedigers van de Verlichting moeten ook een verhaal vertellen waarmee mensen zich kunnen identificeren. Maar is het verhaal van de Verlichting – vooruitgang door rede en wetenschap – niet te kil en rationeel? Kan de Verlichting geborgenheid en zin geven?

‘Absoluut. Is het bedwingen van ziekte, armoede, geweld en onwetendheid een saai verhaal? Dat hoeft het niet te zijn, als het op de juiste manier wordt gepresenteerd. Burgers moeten zich identificeren met de hele mensheid, zich emotioneel betrokken voelen bij de triomf van de mensheid.

‘Er zijn ook pogingen geweest om dat verhaal te vertellen. In hun tijd waren ze heel succesvol. De hoogtijdagen van de Verenigde Naties en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, bijvoorbeeld, na de Tweede Wereldoorlog. De Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties vertellen zo’n verhaal, tot op zekere hoogte. Je ziet momenten waarop de wereld samenkomt, zoals bij de viering van het millennium en…’ Hij aarzelt even, op zoek naar voorbeelden. ‘…de val van de Berlijnse Muur.’

‘Het idee dat we menselijke belangen gemeen hebben, kan samengaan met trots op je eigen natie of religie. We hebben allemaal meervoudige identiteiten. Je kunt een Nederlandse patriot zijn, een trotse Europeaan en een wereldburger. Als je maar de overtuiging hebt dat de mensheid, als zij gezamenlijk handelt, het leven van iedereen kan verbeteren bij het bestrijden van ziekte, armoede en oorlog.’

Kunnen mensen zich geborgen voelen bij een abstract concept als ‘een rechtvaardige wereldorde’?

‘Je ziet soms een bijna religieuze extase. Bij TED Talks bijvoorbeeld, als iemand praat over vooruitgang in het bestrijden van ziekten in Afrika, of over manieren om klimaatverandering tegen te gaan. Ik geloof niet dat zulke verhalen alleen voor een elite zijn. Er is niets speciaals aan TED of aan ideeënfestivals die je overal ter wereld ziet opkomen.’

Waarom slagen politici er dan zo slecht in dat verhaal te vertellen?

‘Sommigen proberen het. Macron, Justin Trudeau, Obama probeerde het. Maar het is veel gemakkelijker om terug te vallen op je eigen stam dan op de hele mensheid. Het is gemakkelijker om je vertrouwen te geven aan een charismatische leider, om je problemen te zien als het opzettelijke werk van je vijanden. Dat betekent dat het verdedigen van de Verlichting altijd een strijd met tegenwind is.’

Is de herinnering aan een oorlog noodzakelijk? Europa was een nobele zaak zolang veel mensen zich de oorlog persoonlijk konden herinneren.

‘Dat is zo. Dat betekent niet dat we een oorlog moeten beginnen, maar wel dat we er in onderwijs, in de media en in het politieke debat eraan moeten herinneren hoe verschrikkelijk de Tweede Wereldoorlog was. Het probleem van het Amerikaanse populisme, met Steve Bannon en Donald Trump, is dat ze vergeten zijn hoe verschrikkelijk twee wereldoorlogen waren, als gevolg van het feit dat elke natie streefde naar glorie en invloed, ten koste van de anderen.’

Steven Pinker eindigt zijn boek met een vlammend pleidooi om rationeel te denken. De wereld is echt vooruitgegaan, schrijft hij, maar je moet het wel willen zien. Kijk naar de lange historische lijn, niet naar de incidenten die een misleidend beeld geven. Een anekdote is geen trend. Dat iets vandaag niet goed is, wil niet zeggen dat het vroeger beter was. Wees kritisch op de gevestigde orde, maar blijf de zaken in perspectief zien: niet elk probleem is een plaag, crisis of existentiële dreiging.

Kun je mensen overtuigen met grafieken? Denken ze niet veel meer in symbolen dan in feiten en cijfers?

‘Ze doen het allebei. Vaak denken we in termen van anekdotes en beelden. Maar de vraag is: hoe zouden we moeten denken? En wat kunnen we doen om die manier van denken te bevorderen? Dat is een taak voor het onderwijs, de media, de politiek.

‘Als je mensen aan zichzelf overlaat, zullen ze niet rationeel zijn. Maar dat is ook het hele punt van de Verlichting, zoals ik haar zie. De Verlichting gaat niet vanzelf, anders zouden we haar niet nodig hebben. In hun tijd waren verlichte filosofen als Spinoza, David Hume en Adam Smith heel scherpzinnige waarnemers van de menselijke onredelijkheid. Als we de idealen van de Verlichting omhelzen, laten we dan niet aannemen dat mensen rationeel zijn. Integendeel, er zijn instituties die het rationele deel van de menselijke natuur naar voren halen, zoals het onderwijs en de vrije pers. Die instituties moeten we koesteren.’

Steven Pinker: Verlichting Nu – Een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang. Atlas Contact; 696 pagina’s; € 49,99.