Vrije media nodig voor strijd tegen nepnieuws
Straatsburg
‘We steken onze vinger in de dijk, nu hij allang is doorgebroken.’ Sir Edward Leigh, een vooraanstaand en conservatief Brits parlementslid, is een van de eerste sprekers en heeft nu al genoeg van de discussie in de Raad van Europa. Het debat bij de mensenrechtenorganisatie ging woensdag over de vraag hoe publiek gefinancierde omroepen nepnieuws kunnen bestrijden.
Ze moeten hun kijkers opvoeden zodat zij nepnieuws eerder herkennen, is het voorstel. Ook zouden omroepen actief moeten speuren naar valse berichten op sociale media, om daar correcte informatie tegenover te zetten. De opsteller van het document, Petri Honkonen uit Finland, prijst de Britse omroep BBC de hemel in. ‘Zij doen uitstekend werk, met deskundige redacteuren die andere talen en culturen goed kennen, zodat zij berichten kunnen factchecken.’
Dat zijn mooie idealen, vinden veel aanwezige parlementariërs – maar dan moet er wel een onafhankelijke publieke omroep zíjn. En de verschillen zijn groot tussen de 47 lidstaten van de Raad van Europa. ‘Het rapport gaat uit van een volledig functionerende democratie met een vrije pers, en dat is niet overal zo’, aldus een politicus uit Turkije.
zorgwekkend beeld
Veel parlementariërs schetsen een zorgwekkend beeld van de media in hun land. Diverse Turkse sprekers wijzen op de slechte situatie in hun land. ‘Honderden journalisten zitten vast wegens kritiek op president Erdogan’, zegt Hisyar Özsoy, in zijn land parlementslid namens de Democratische Partij. ‘Tijdens de verkiezingscampagne kreeg Erdogan 181 uur zendtijd en zijn belangrijkste opponent zestien uur, terwijl dit wettelijk gelijk moest zijn. In mijn land zijn de media nooit vrij geweest, maar de afgelopen jaren is de situatie snel verslechterd.’
Helemaal niet waar, reageert Ali Sahin, van Erdogans AK-partij. ‘In Turkije zit geen enkele journalist vast wegens de vrijheid van media. Persvrijheid mag nooit een dekmantel worden voor terroristen of coupplegers. Het is onze verantwoordelijkheid de vrije media tegen zulke mensen te beschermen.’ Een collega uit Azerbeidzjan sluit zich hier van harte bij aan.
Niet alleen in Turkije zijn er problemen met de persvrijheid. Een Slowaaks parlementslid klaagt dat de media in zijn land vooral in handen zijn van ‘oligarchen en de maffia’. ‘Zij zijn tegelijkertijd de grootste bedreiging voor journalisten.’ In Polen werd een oud-politicus hoofdredacteur van de publieke omroep, waarna journalisten vervangen werden door loyale(re) medewerkers.
BBC te liberaal
Maar ook in de landen waar alles ogenschijnlijk op orde is, is er onvrede. ‘Media hebben het wantrouwen zelf veroorzaakt, door hun partijdige opstelling’, sneert de conservatieve Sir Edward Leigh. In zijn ogen is juist de onafhankelijke en veelgeprezen BBC veel te liberaal, en voelen geïnterviewden zich achteraf vaak ‘bedrogen’ als ze ‘hun’ uitzending zien. Hij ziet wel een lichtpuntje: ‘De mensen thuis zijn geen idioten. Als ze lezen, kijken en klikken, weten ze echt wel wat geloofwaardig is. Sociale media zijn niet meer te stoppen.’
De Raad van Europa zal nu ongetwijfeld studiegroepen instellen, die de rol van publieke media ‘in de context van hun land’ gaan bekijken. Aan het debat van woensdag te zien, duurt het nog wel even voordat die studie klaar is. <