Direct naar artikelinhoud
Nico Dijkshoorn.
Nico Dijkshoorn

Voortaan vrees ik de ongelukkige Taylor Swift

Ik lees zojuist dat duizenden Taylor Swiftfans al dagenlang het Londense café The Black Dog bestormen, omdat het wordt genoemd op haar nieuwe plaat. Dat café zal de komende jaren vol zitten met meisjes die metaforisch bier bestellen. ‘Mag ik een glas vol gebrouwen liefde / jij bent de hop / ik ben de tarwe / ik was het schuim, jij de kraag / we schuimen samen tot het doodslaat / je veranderde in 0.0 en ik in likeur.’

Swift kan er wat van. Ik ben een groot liefhebber van haar twee vorige platen, maar op deze laatste, die volgens de laatste berichten in 47 verschillende versies is uitgekomen, wordt haar verdriet en woede wel heel erg vaak verpakt in potsierlijke zinnen. Alles was ze ziet of aanraakt, lijkt op dit of dat.

Wij, de scharrelaars die geen miljoenen platen verkopen, denken misschien twee keer in ons leven iets wat je met enige moeite als poëzie uit zou kunnen leggen. ‘Kijk, die wortel daar, precies de lul van Ome Hans als hij weer eens naakt door het huis naar liefde liep te zoeken’, maar Taylor Swift heeft ontelbare keren per dag last van metaforisch observeren.

Laat Swift naar een theedoek kijken en ze zegt: ‘Dit zijn wij, hangend aan een haakje. De lijm laat los. We klampen ons vast aan de muur, maar we weten, ooit zullen we vallen.’

Taylor Swift voor een pak muesli met stukjes gedroogde perzik. ‘Je streelde mijn fruit, de ochtenddauw op mijn rug, mijn haartjes, jouw hand, het sap langs je kin. Ik was jouw schil.’

Mijn lievelingsliedje van Taylor Swift is The Last Great American Dynasty, waarin tot vlak voor de laatste regel in prachtige zinnen wordt gezongen over iemand die zij bewondert. Het liedje gaat over Amerika en eigenlijk over De Wereld, waarin nog weinig plaats is voor excentriek gedrag. Het liedje voelt nergens als een gedicht in een geheim dagboek dat je iedere dag aan al je vrienden laat lezen.

Ik hoop daarom dat Swift snel weer gelukkig wordt. Als de liefde door haar lichaam pompt (sorry lezer, ik kon het niet laten) schrijft zij prachtige zinnen. In het wat oudere liedje Cornelia Street zingt ze over haar angst om na een scheiding nooit meer door de straat te kunnen lopen waar ze zich ooit zo gelukkig voelde.

Nu vrees ik voortaan de ongelukkige Swift. Ze kijkt naar een paard en schrijft: ‘Op haar huid de vliegen en zij verdraagt het.’ En dat je dan als luisteraar moet denken: haar vorige vriend was een vlieg op een trillende paardenrug.

Nico Dijkshoorn schrijft wekelijks een column voor Het Parool.

Reageren? n.dijkshoorn@parool.nl.