‘Kinderstraatje’ wil weer met de stint rijden
Utrecht
Het kinderdagverblijf spande daarom een kort geding aan tegen minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur). De zaak diende donderdag in Utrecht. De rechter doet over twee weken uitspraak.
De stint – een elektrische bolderkar, waarvan er in Nederland 3500 rondrijden – mag van het ministerie voor onbepaalde tijd de weg niet meer op. Kinderdagverblijven en BSO’s moeten naar een alternatief zoeken. Dat is erg lastig voor Michelle van Zundert, eigenaar van Het Kinderstraatje, omdat ze geen rijbewijs heeft.
De stint werd na de introductie in 2011 geroemd als een goed en vooral schoon alternatief voor taxibusjes. De minister liet de bolderkar toe op de openbare weg als ‘bijzondere bromfiets’. Er is geen rijbewijs voor nodig.
te breed
De stint was eigenlijk te breed, maar werd toch toegelaten na ‘een visuele test’, zonder technisch onderzoek. Logisch, vonden de twee raadsvrouwen van het ministerie, je moet erop kunnen vertrouwen dat een fabrikant zijn werk goed doet.
Het dodelijk ongeluk eind september in Oss was de aanleiding voor een nieuw onderzoek. Daarbij kwamen vier kinderen om het leven. De bestuurster wist de bolderkar niet tot staan te brengen en het voertuig belandde onder een trein.
De minister liet vrijwel direct een technische verkenning uitvoeren door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), waarbij de stint wel uit elkaar gehaald werd. Uit dit onderzoek bleek dat de bolderkar bij een stroomonderbreking in sommige gevallen op de hoogste snelheid (17 kilometer per uur) gaat rijden en er niet geremd kan worden.
Uit onderzoek van RTL Nieuws bleek dit niet de enige conclusie van het NFI. In het feitenrelaas dat de Tweede Kamer te zien kreeg, was verzwegen dat de stint tot stilstand is te brengen door het loslaten of terugdraaien van de gashendel.
Er wordt nog onderzocht of het ongeluk in Oss het gevolg was van een menselijke fout of technisch falen. Het kort geding draait echter om de vraag of de minister bevoegd is om de stint voor onbepaalde tijd van de weg te halen.
Ja, zeggen de raadsvrouwen van het ministerie. ‘Omdat er op zijn minst grote twijfels zijn of de verkeersveiligheid te waarborgen is.’
Nee, zegt de raadsman van het kinderdagverblijf. ‘Je kunt toch als minister niet eerst innovatieve voertuigen toejuichen, ze erkennen en die erkenning nu zomaar terugtrekken, zonder dat dit bij wet geregeld is.’
Door de schorsing voor onbepaalde tijd weet zijn cliënt niet waar ze aan toe is. De beslissing van de minister is volgens de raadsman te drastisch. ‘Als een Mercedes-busje in brand vliegt, ga je toch ook niet alle Mercedes-busjes verbieden?’
Het stoort hem ook dat het onderzoek dat TNO uitvoert, pas op z’n vroegst tegen de jaarwisseling is afgerond. ‘Zo’n simpel vervoermiddel. Dat kan toch wel wat sneller?’
Het ministerie werpt tegen dat de stint na de keuring in 2011 tussentijds is veranderd, wat het huidige onderzoek lastiger zou maken.
veiligheid voorop
De makers van de stint zijn niet bij het kort geding betrokken, laat medeoprichter Edwin Renzen weten. ‘Een bewuste keuze. Want ook al zou de stint na dit kort geding weer de weg op mogen, daarmee is het vertrouwen nog niet terug. Terwijl dat erg belangrijk is, het gaat hier over het vervoeren van kinderen. We zien daarom liever dat onafhankelijke experts zich na een grondig onderzoek uitspreken over de deugdelijkheid van de stint. Dat maakt meer indruk dan een uitspraak van de rechter. We gaan hier daarom over in gesprek met het ministerie.’ <