Ik schreef dat geloof rust en veiligheid geeft.
Oksana en Sasja hebben een baby gekregen. Joke en ik zijn met Mylana op kraambezoek. Vol trots laten de ouders hun prachtige zoontje zien. Oksana gaat er nog niet mee naar buiten, want ‘hij is nog niet gedoopt’. Dat betekent – weten we – dat hij nog geen eigen beschermengel heeft. Ze zet zeker ook geen foto’s van de baby op Facebook! ‘Stel je voor dat iemand hem kwaad wenst!’ Je kunt iemand op de foto vervloeken, met alle gevolgen van dien!
Kan dat écht?
Het was ons al eerder opgevallen dat Oksana zo gespannen kan zijn. Toen ze nog zwanger was, wilde ze per se niet met het openbaar vervoer reizen. Niet omdat het zo dringen is in de bus of metro, nee, ze is bang. Ze heeft namelijk rare dingen meegemaakt.
Zoals die keer dat ze samen met haar moeder op de markt was. ‘Mijn moeder zocht een mantel. We hadden wat discussie met de verkoopster. Toen we wegliepen, hoorde ik achter ons iemand een vloek zeggen. Iemand sprak kwade woorden over mij uit. Die avond werd ik heel misselijk. Ik viel bijna flauw. Ik kreeg hoofdpijn en zelfs het gevoel dat ik koorts had.’
Oksana zocht hulp in de kerk, bij de priester. Die zei dat mensen vaker zo hun ergernis uiten. Wat jij moet doen, zei hij, is gebeden lezen, een kaarsje branden en je begieten met heilig water.
Oksana volgde zijn advies op. Maar het werd er niet beter op. ‘Ik ging heel erg gapen. Ik kon mijn mond niet meer dicht krijgen. Ik was kletsnat van het zweet. Pas nadat ik naar buiten was gegaan, zakte het weer.’
Een Oekraïense vriend stuurde me een aantal artikelen op over slgas, oftewel het boze oog. Die liet ik Oksana lezen. Bovendien schreef ik haar dat geloof ons rust en veiligheid geeft. Ik vroeg haar: ‘Ken jij dat, dat je een persoonlijke relatie hebt met God als Vader, met Jezus als Heer en Verlosser? Wie is Jezus voor jou?’
Ik kreeg een uitgebreid antwoord terug. Het kwam erop neer dat ik er niks van snapte. ‘Jij komt uit een ander land. Bij jullie heb je dat niet, dat mensen je echt schade willen toewensen. Uit jaloezie. Omdat ze je gewoon niet gunnen dat je gelukkig bent. Ik weet wat er met mij gebeurd is! Er is heus niks mis met mijn geloof. Wij kunnen verschillende opvattingen hebben over geloof, maar dat betekent niet dat iemand meer of minder gelooft. Ik geloof de gebeden die ik lees. Ik geloof dat God met mij is.’
Het leek werkelijk of Oksana zich door mij aangevallen voelde. Maar dat zij zo.
Het viel me op dat ze niks schreef over Jezus. En verder merkte ik ook weer eens hoe ingewikkeld het is je verstaanbaar te maken. In een andere taal. In een totaal andere geestelijke wereld. In de orthodoxe manier van geloven. Je gebruikt dezelfde woorden, en toch lijkt het dat je er iets anders mee bedoelt.
Ik weet niet of we elkaar ooit zullen begrijpen. Ik hoop het wel oprecht, en we bidden ervoor.