Direct naar artikelinhoud
ReportageChinese activiteiten in Cambodja

China peuzelt slaperig Cambodja op: ‘als Cambodja niet uitkijkt, wordt het gewoon een provincie van China, net als Tibet’

Chinese casino's in Sihanoukville. Het is Cambodjanen bij wet verboden om te gokken, maar de invasie van Chinezen brengt ook daarin verandering. Tientallen casino's zijn de afgelopen jaren in het voormalig backpackerskustdorp uit de grond gestampt.Beeld Brent Lewin / Getty

Cambodja is met ongekende snelheid aan het ‘verchinezen’. Kantoortorens, woonflats, casino’s en hotels worden door Chinese uitvoerders uit de grond gestampt om miljoenen landgenoten onderdak te kunnen bieden. ‘Cambodja verdwijnt.’

Oude, dikbuikige mannen zitten onderuitgezakt op terrassen langs de ­rivier. Hun vingers dragen doodshoofd- en adelaarsringen, petjes beschermen hun kalende koppen tegen de brandende zon. Het zijn de hippies van weleer. Al vanaf ’s ochtends vroeg zitten ze aan de pastis en het bier.

‘Dit zag je hier eerder niet’, zegt tropenarts Rob Overtoom, die in 1991 voor Artsen zonder Grenzen naar Cambodja kwam. ‘Afgelopen voorjaar kwamen die stamgasten ineens massaal van de toeristenstad Sihanoukville hier naar Kampot. In Sihanoukville hebben Chinezen al hun bars, cafés, guesthouses en andere hangplekken opgekocht.’

Na veel andere ontwikkelingslanden heeft de Chinese expansiedrift ook de Cambodjaanse zuidkust bereikt. Een schatrijke Vietnamese Cambodjaan, Sok Kong, eigenaar van het federaal petroleumbedrijf Sokimex, heeft het Bokor-gebergte buiten Kampot van de overheid gepacht voor 99 jaar. Voor veel geld wil hij Chinezen het natuurreservaat laten exploiteren. ‘Verpesten’, noemt Overtoom het. Boven op het gebergte staat een gloednieuwe Chinese tempel die er in twee maanden werd neergezet, naast een casino en een immens groot congrescentrum, omzoomd door een geasfalteerde parkeerplaats met veel trappen en fonteinen.

‘Beautiful Cambodja starts with us’,

Het is nog bescheiden bij wat er langs de weg naar Sihanoukville te zien is, 120 kilometer van Kampot. Al vele kilometers buiten de havenstad maaien Chinese bedrijven met grof materieel begroeiing weg en hogen ze het land op om het bouwrijp te maken. Overal hangen spandoeken met daarop afbeeldingen van omheinde wooncommunes en futuristische complexen die er zullen verrijzen. ‘Beautiful Cambodja starts with us’, meldt de tekst van een Chinese cementfabriek op een reclamespandoek dat de breedte van de weg omspant. ‘Als Cambodja niet uitkijkt, wordt het gewoon een provincie van China, net als Tibet’, zegt Overtoom.

Een van de vele bouwputten in Sihanoukville.Beeld Rob Overtoom

Ruim vijf jaar geleden, in 2013, noemde de Chinese president Xi Jinping voor het eerst zijn nieuwe, gedroomde zijderoute, een handelstraject met snelwegen en spoorlijnen vanuit China naar landen aan de Middellandse zee. Een maand later voegde hij eraan toe ook te streven naar maritieme samenwerkingsverbanden tussen China en Zuidoost-Azië. ‘Nu is er geen duidelijke afbakening meer van zijn economische land- en zeeroute’, zegt Chinadeskundige Frans-Paul van der Putten van het onderzoeksinstituut Clingendael. ‘Xi’s maritieme zijderoute omvat inmiddels zelfs de hele wereld.’

Bouwmachines ratelen

De Chinese overheid knoopt graag ­bilaterale banden aan met overheden van ontwikkelingslanden die een diepzeehaven hebben. China vliegt eigen arbeidskrachten in om de infrastructuur te verbeteren en biedt commer­ciële leningen aan waaraan de Wereldbank zich in deze instabiele regio’s, met veelal corrupte overheden, niet durft te wagen. ‘Overheden willen welvaart en infrastructuur’, zegt Van der Putten. ‘Maar de ontwikkelingslanden waarmee China zaken doet hebben vaak een slechte onderhandelings­positie.’

Alle hoogbouw aan de Cambodjaanse kust is van de Chinezen. Hoe dichter je Sihanoukville nadert, hoe meer groteske casino’s er zijn: meer dan vijftig in totaal, met knipperende neonlichten en namen als Joy Casino, Oriental Pearl, Jin Bei en Pegasus. Werkelijk overal in Sihanoukville, het eens zo slaperige backpackerskustplaatsje, ratelen bouwmachines. In elke straat worden panden opgetrokken. Hoogbouw. Kantoortorens, woonflats, casino’s en hotels. Deze stad moet in 2030 de grootste stad van Cambodja worden, met vijf miljoen Chinezen.

Een Cambodjaans meisje verzamelt blikjes en ander metaal op een bouwlocatie waar kantoren en appartementen voor Chinezen worden neergezet. Veel Cambodjanen leven in armoede. Beeld Paula Bronstein / Getty

Een stoffige mist hangt rond wijken waar veel zand en cement wordt verplaatst. Op elke straathoek staan zwenkende hijskranen en betonnen karkassen in steigers zover het oog reikt. Chinese tekens sieren reclame- en verkeersborden, bouwvakkers spreken uitsluitend Mandarijn. Veel Cambodjanen zijn het afgelopen jaar verdreven, net als de westerse hippies van weleer. Sinds vorig voorjaar is Sihanoukville één grote Chinese bouwput, klaar om te evolueren in een gigantisch glimmend gokpaleis.

Vanuit China gaan dagelijks negen vluchten rechtstreeks naar het havenstadje. Vorig jaar vestigden 210 duizend Chinezen zich in Cambodja (toeristen en diplomaten niet meegerekend), vooral aan de zuidkust. Dat was meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2017, en het aantal zal in de komende jaren hard blijven stijgen, zegt Azië­deskundige Tjeerd Ritmeester van onderzoeksbedrijf Oxford Business Group. ‘Slechts 20 duizend van hen hebben een werkvergunning.’

Ritmeester waarschuwt voor de gevaren van de Chinese expansie. ‘Met deze dure leningen, die vaak niet kunnen worden terugbetaald, kan China politieke invloed in een land uitoefenen. En op de lange termijn moet zo’n land concessies doen. Zo betalen Venezuela en Angola hun schulden terug door gratis ruwe olie naar China te exporteren. Sri Lanka heeft zelfs een zeehaven moeten afstaan. Gevreesd wordt dat China die gaat gebruiken voor militaire aangelegenheden.’

Chinese maffia

In het zuidelijkste puntje van Sihanoukville, langs de rivier die uitmondt in de Golf van Thailand, ligt Samot ­Baitong, een rustiek, kleinschalig ­vakantieresort met logeerkamers van hout en bamboe in een groene, bloemrijke tuin. Eigenaar Jos Stiers is een vriend van Rob Overtoom. Ook hij kwam in 1991 voor Artsen zonder Grenzen naar Cambodja en is er gebleven. Vier jaar geleden begon hij de bouw van dit Samot Baitong – ‘Groene Zee’ – om na zijn pensioen van te leven. ‘Hier’, wijst Jos door zijn tuin, ‘nog geen 20 meter achter mijn resort komt een hotel van veertig tot vijftig verdiepingen hoog. En daar, achter de mangroven, komen vijf woontorens met dertig tot veertig woonlagen. Op een eiland. Ze hebben de loop van de rivier er al voor veranderd.’

Hij laat in zijn kantoor iets merkwaardigs zien: op Google Earth is een groot, groen nationaal natuurpark vlak bij Sihanoukville te zien, maar die beelden kloppen niet. ‘In werkelijkheid wordt daar al een paar jaar een ­gigantisch Chinees vakantieresort van 36 duizend hectare gebouwd’, zegt Stiers. ‘Ook dat is een enorme bouwput, ik ben daar met een helikopter overheen gevlogen. Daar wordt in een beschermd natuurgebied een Chinese megastad uit de grond gestampt, maar op Google Earth zie je er niets van.’

Een casino in Sihanoukville.Beeld Bloomberg via Getty Images

Google-woordvoerder Rachid Finge reageert dat het tonen van verouderde beelden soms onvermijdelijk is. ‘Google Earth is een mozaïek van satellietbeelden, afhankelijk van weersomstandigheden, licht en verschillende aanbieders.’ Jos Stiers gelooft niet dat uitsluitend dit beschermd natuurgebied, dat helemaal wordt bebouwd, onzichtbaar blijft als gevolg van aanbieders, licht en het weer. ‘Eerder stonden er wel recente beelden op Google Earth. Die zijn vervangen door oude. De wereld mag gewoon niet zien dat bouwbedrijven daar zonder geldige vergunningen in een beschermd natuurgebied tekeergaan’, zegt hij. ‘Dit is gewoon Chinese maffia. In Europa ga je dit ook krijgen, maar daar hebben ze het nog niet door.’ Een woordvoerder van Google Earth ontkent dat er oude beelden zouden zijn verwijderd.

Chinese arbeiders eten hun lunch buiten op een van de straten van Sihanoukville.Beeld AFP

Het unieke Cambodja

Na bijna dertig jaar in Cambodja willen Overtoom en Stiers er nu weg. Stiers, die zijn resort afgelopen augustus pas opende, overweegt het aan de opdringerige Chinezen te verkopen. ‘Als gekken zijn ze hier aan het bouwen, dag en nacht, met Chinese arbeidskrachten die twaalf uur per dag werken voor een dollar per uur. Cambodja wordt overspoeld door een tsunami aan Chinezen, de eigenheid van dit land gaat ­helemaal verloren. In zo’n omgeving wil ik niet leven.’

Overtoom wilde over afzienbare tijd al terugkeren naar Nederland om er zijn kinderen te laten studeren. ‘Dat was een moeilijke beslissing’, zegt hij. ‘Dat is het enige voordeel dat de Chinezen mij hebben gebracht: ze maken het een stuk makkelijker om hier weg te gaan.’