Direct naar artikelinhoud
Interview

Pianist Ralph van Raat speelt zes wereldpremières op één avond

Pianist Ralph van Raat: ‘Vaak weet een componist niet van tevoren hoe een werk van a tot z in elkaar steekt. Een zwaktebod? Nee, ik vind het sterk.’Beeld Eva Plevier

Wat is er zo aantrekkelijk aan nieuwe muziek en hoe kun je die het beste overbrengen op de luisteraar? Pianist Ralph van Raat is expert. In het Muziekgebouw speelt hij zes wereldpremières op één avond.

“Je weet niet wat er komt, dat maakt het altijd weer leuk en aantrekkelijk om nieuwe muziek te spelen,” zegt Ralph van Raat (46), expert als het om de nieuwste pianonoten gaat. “Je wordt verrast door klanken en concepten die alleen in het hoofd van de componist zaten en die jij tot leven mag wekken. Het is ook eng, je hebt geen enkel voorbeeld.”

Van Raat speelt in het Muziekgebouw op één avond zes wereldpremières van Nederlandse bodem. Vijf daarvan zijn speciaal voor hem geschreven. “Ik voel me thuis bij de toontaal van deze componisten en zij kunnen iets met mijn manier van piano spelen. Net als ik zijn zij bezig met hetzelfde thema: het spanningsveld tussen wanneer is muziek toegankelijk en wanneer niet. Klinkt dit nu lekker of niet? Hoe komt deze muziek over op de luisteraar?”

Niet zwaar, maar licht en poëtisch

In lokaal 708 op het Conservatorium van Amsterdam, waar Van Raat lesgeeft, is hij omringd door stellingkasten vol instrumentarium, van Indonesische gamelaninstrumenten, een tabla en violen tot een cello. Hij gaat achter de vleugel zitten en pakt Moonlit erbij, het stuk dat Bart Spaan voor hem schreef. Van Raat slaat de toetsen stevig aan. “Er zijn inmiddels vier versies van Moonlit. Het begin is totaal anders dan het was: niet zwaar en als een statement, zoals dit, maar licht en poëtisch, precies wat het onderwerp vraagt: dit stuk gaat over de maan die je in het water ziet schijnen.”

De afgelopen tijd zijn er ladingen e-mails heen en weer gegaan tussen Van Raat en de componisten. Klopt deze noot op deze plek, wat wordt bedoeld in deze maat? “Om even bij Barts werk te blijven: ik kreeg een versie van de bladmuziek toegestuurd waarin er drie pagina’s lang geen dynamiek was ingevuld. ‘Maar Bart,’ vroeg ik, ‘wacht even: bedoel je dat ik dit zelf mag weten?’ Hij kon dat nog niet zeggen, hij wilde het laten afhangen van mijn spel. Je gaat samen op zoek naar hoe de muziek het beste klinkt. Vaak weet een componist niet van tevoren hoe een werk van a tot z in elkaar steekt. Of dat een zwaktebod is? Nee, ik vind het sterk.”

Een goede componist twijfelt altijd, weet Van Raat. Neem Arvo Pärt, een van de hedendaagse grootheden met wie de pianist geregeld heeft samengewerkt. Altijd paste Pärt zijn materiaal aan na de eerste doorloop: andere noten, andere timing. Een open geest, niet dictatoriaal, niet: dit is de klank en je doet je best maar. “Als je in overleg gaat krijg je een combinatie van je eigen persoonlijkheid en die van de ander”, redeneert Van Raat opgeruimd. “Wat je schrijft, moet bij de uitvoerder passen om voor de luisteraar een zo goed mogelijk klankresultaat te krijgen.”

Dwingend en veeleisend

“Ik vind het aantrekkelijk om muziek van nu te spelen. Iemand die de taal van Beethoven imiteert, daar heb ik niets aan. Dan speel ik liever gewoon Beethoven. Je moet niet het verleden willen kopiëren. Het clichématige van het modernisme, daar houd ik ook niet van. Ik wil in een compositie horen dat iemands leven ervan af heeft gehangen om die noten op papier te krijgen. Iets moet dwingend en veeleisend zijn, en diepte hebben.”

Diepte in een werk kun je alleen verkrijgen met kennis van de traditie, stelt Van Raat. “Je hoort het terug als iemand de geschiedenis kent. Alleen al het begrip van het instrument, de akoestische eigenschappen van een piano: hoe schrijf je daarvoor, welk vorm- en klankconcept gaat werken? Goede muziek heeft voor mij te maken met oprechtheid, eigenheid, een consequente taal in een oeuvre.”

“Persoonlijkheden zijn breed, een mens kent heel veel soorten emoties. Ik zou het raar vinden als je binnen de muziek maar één aspect van dat gevoel zou willen horen of spelen. Ik vind het mooi om muziek uit te voeren die werelden in zich kan verenigen. Ik wil niet terug naar alleen Bach of Beethoven, in herhaling zie ik geen heil. Ik ben opgegroeid met klassiek, Eric Clapton en jazz. Dat wil ik allemaal tegelijk terughoren, dat is mijn dna.”

Spelen met de tijd

“Daarbij: spelen met de tijd is leuk, het publiek manipuleren. Je moet als luisteraar de tijd willen nemen en je moet hem als musicus durven creëren. Dat is het aantrekkelijke en gevaarlijke van een avond vol premières, je weet nog niet hoe de stukken werken op de luisteraar. Omdat alles zo nieuw is, kan ik tot op het laatste moment de programmavolgorde radicaal veranderen. Je denkt zo goed mogelijk na over de juiste spanningsboog in een concert, en met nieuwe muziek is die uitdaging des te groter.”

Naast pianist is Van Raat professioneel piloot. Hoeveel van deze noten moet hij achter de kiezen hebben voordat hij denkt: nu is het tijd voor de cockpit? “Na een heerlijke dag vliegen verlang ik naar de vleugel. Ik ben niet voor niets pianist geworden. In beide gevallen zweef ik boven de aarde.” Op zijn mobiel laat Van Raat een schitterende luchtfoto zien. “Dit was vanmorgen in het vliegtuig vanuit Turijn, waar ik les heb gegeven. Nu was ik gewoon passagier, ik zit altijd aan het raam.”

Dit soort beelden deelt Van Raat met de componisten. Ze weten precies wat hem bezighoudt. Het uitzicht uit een vliegtuigraam noemt hij ongrijpbaar en mysterieus; het is altijd hetzelfde en het verandert steeds. “De parallel met muziek is enorm. Het gaat over loskomen van de grond, het loslaten van tijd, ook. Als ik in de lucht ben, bestaat de tijd niet meer. Al ga je honderden kilometers per uur, je merkt het niet.”

“In de lucht ben je nietig, en dat is ook met grote muziek zo. Je wordt klein, maar niet op een onprettige manier. Je beseft dat er dingen zijn, groter dan jijzelf. Ieder stuk kent zijn eigen universum, een wereld die groter is dan jij, daar moet je je aan overgeven. Als je dat doet, gaat de tijd stilstaan en begeef je je in een andere dimensie.”

Zes wereldpremières door Ralph van Raat: 23/5, Muziekgebouw