Geheimzinnigheid EU zit ook parlementariërs dwars
Brussel
Mário Centeno glimlacht vriendelijk. De kersverse voorzitter van de Eurogroep houdt een rapport in zijn handen. Het is hem net overhandigd door Tweede Kamerleden Renske Leijten (SP), Pieter Omtzigt (CDA) en Martin van Rooijen (50Plus). Centeno bekijkt het nog eens goed, maakt een grapje. En dan ...? Dan verdwijnen de politici naar binnen en gaat de deur dicht.
Het is de perfecte illustratie van het onderwerp dat Leijten, Omtzigt en Van Rooijen met Centeno komen bespreken: het grote gebrek aan transparantie bij de Europese instellingen. En het is niet voor niets dat ze in de gang van de Eurogroep van Centeno – en eerder Jeroen Dijsselbloem – staan.
De organisatie die is opgericht om miljarden aan belastinggeld in kwakkelende Europese lidstaten te pompen, heeft zelf geen statuut waaraan ze zich moet houden en maakt formeel niet eens deel uit van de Europese Unie. ‘Hierdoor valt de organisatie niet onder de regels voor openheid van documenten’, aldus Pieter Omtzigt. ‘Het redden van arme landen kost 700 miljard’, aldus Renske Leijten. ‘Het is in ieders belang dat duidelijk is hoe en wat daar besloten wordt.’
steun
Dat inmiddels veel mensen vinden dat de EU meer openheid van zaken moet geven, blijkt uit de steun voor het rapport. Het stuk werd ondertekend door de nationale parlementen van 22 lidstaten. ‘Dat is nooit eerder voorgekomen’, stelt Omtzigt.
Het laat ook zien dat de Europese geheimzinnigheid niet alleen burgers, maar ook parlementariërs danig in de weg zit.
Stukken komen vaak laat, slechts 24 uur voor een Kamerdebat is geen uitzondering. Of, erger nog: ze worden als vertrouwelijk bestempeld. ‘Dan mag ik bijvoorbeeld zeer technische wetten niet voorleggen aan medewerkers’, zegt Omtzigt. ‘En ik mag er niet uit citeren in een openbaar debat.’ Dat was bijvoorbeeld het geval in de discussies over de nieuwe pensioenregels. ‘Bedenk dat daar 1400 miljard euro aan Nederlands geld mee gemoeid is.’
Tijdens een bijeenkomst over het rapport, maandagmiddag, klinkt veel kritiek op de grootste producent van vertrouwelijke stukken: de Europese Raad. In het jaar 2016 produceerde de Raad, waarin de Europese ministers besluiten nemen, 4500 stukken. Daarvan kregen 2500 documenten het stempel ‘limité’ (vertrouwelijk), wat betekent dat ze niet, of pas ná onderhandelingen openbaar werden. Maar van die 2500 documenten moesten er 1800 alsnog worden vrijgegeven nadat burgers een informatieverzoek deden. In een spijkerhard rapport concludeerde de Europese ombudsman eerder deze maand dat Europa ‘wanbeheer’ pleegt, als het om de openbaarheid van informatie gaat.
nooit genoeg
Of het rapport van de Kamerleden daarin snel verandering brengt, is de vraag. ‘Op ons is veel meer kritiek dan op andere Europese instellingen’, klaagt een medewerker van de Europese Raad maandag. ‘Hoeveel openheid we geven, het zal nooit genoeg zijn.’ Het komt hem op ongeloof op het gezicht van Omtzigt te staan. ‘Meer openheid is gewoon nodig. In de vertrouwelijke documenten zie ik een direct en hard “nee” van Nederland, terwijl ministers in de Tweede Kamer zeggen dat ze echt álles geprobeerd hebben.’
‘Brussel moet goed weten dat het draagvlak onder de bevolking zo erodeert’, zegt Martin van Rooijen (50Plus). ‘En dat is heel gevaarlijk voor de toekomst van de euro en Europa.’ Gelooft Renske Leijten in verandering? ‘Absoluut. Als we dit niet kunnen veranderen, zouden we net zo goed op het strand kunnen gaan liggen.’ <