Ik hou van Nederland
De vlag staat in het parlement. Verf het voetstuk geel, opperde iemand: blokje kaas! Briljant. Wee het volk zonder zelfspot. Humor ontbreekt nogal in dit soort discussies, aan beide kanten.
Een opiniestuk in het ND zette patriottisme weg als geestesziekte. ‘Vaderlandsliefde bestaat niet’, was de kop. Dat grenst aan minachting, voor Nederlanders en nieuwkomers. Wie durft vluchtelingen in hun gezicht te zeggen: uw liefde voor uw land bestaat niet? U koestert uw vlag en taal, uw keuken en uw dracht, maar dat is dom van u?
Op 24 juni 1880 stuurde Vincent van Gogh zijn broer dit prachtige citaat: ‘Jij hebt misschien nooit nagedacht over wat je vaderland is (...) het is alles wat je omringt, alles wat je heeft grootgebracht en gevoed, alles wat je hebt liefgehad. Dat platteland dat je ziet, die huizen, die bomen, die meisjes die daar lachend langskomen, dat is je vaderland! De wetten die je beschermen, het brood dat je met werken verdient, de woorden die je wisselt, de vreugde en het verdriet die je hebt van de mensen en de dingen te midden waarvan je leeft, dat is je vaderland!’ Een jaar later werd Jacob Israël de Haan geboren. Hij dichtte: ‘Het land van mijn jeugd, het land van mijn manschap, van mijn peinzende droefheid, mijn juichende vreugd, van al mijn verwantschap.’
Ik gun nieuwkomers verbondenheid met hun land en dit land. ‘Vertel me’, zei de Somalische Yasmine Allas, toen zij hier arriveerde, ‘wie zijn jullie?’ Maar iedereen sprak Engels terug. En wie zij waren, wisten de Nederlanders haar niet meer te vertellen. Daar moeten we vanaf. Nieuwkomers hebben recht op meer houvast en kennis. En wijzelf ook. Een land dat blijft steken bij schokschouderend gegiechel op de vraag naar de eigen wortels, zal verwaaien. En wat heeft Nederland mensen in nood dan nog te bieden? Ex-PvdA-Kamerlid Mei Li Vos ziet de vlag staan voor mooie dingen die ook bij Nederland horen: het vrouwenvoetbalteam, de Deltawerken, de multiculturele samenleving. ‘Dus laat de Nederlandse vlag niet door rechts kapen! Die vlag is van iedereen!’ Zo is het. Mei Li heeft gelijk. Valse schaamte over de liefde voor het eigen land is typisch Nederlands. Voor mij geldt: ‘Ik ben een mens slechts en heb dus zichtbare tekens nodig, / het bouwen van trappen van abstracties is iets dat me snel verveelt’ (Czeslaw Milosz). Thuis heb ik de vlaggen van Nederland, Wales, Groningen en Papoea, de stralende Morgenstervlag.