Direct naar artikelinhoud
Peilinginenting hpv-virus

Is een extra prik voor jongens zinvol in tijden van vaccinatiescepsis?

Ook jongens zouden via het Rijksvaccinatieprogramma moeten worden ingeënt tegen hpv, adviseert de Gezondheidsraad woensdag aan de regering. Heeft dat zin? Een peiling.

In een gymzaal in Helmond worden meisjes gevaccineerd tegen baarmoederhalskanker.Beeld Marcel van den Bergh

Het seksueel overdraagbare hpv-virus kan bij vrouwen baarmoederhalskanker veroorzaken en bij mannen en vrouwen in zeldzame gevallen anus-, mond- en keelkanker. Wetenschappelijk is er consensus over het nut en de veiligheid van het hpv-vaccin. Maar van de meisjes - die het vaccin nu op 13-jarige leeftijd krijgen aangeboden - komt slechts 45 procent de prik halen. Heeft het dan wel zin dit vaccin ook aan jongens te gaan aanbieden?

Pim van Gool, voorzitter van de Gezondheidsraad, in een video bij het advies:

‘Ten eerste werkt vaccinatie heel goed, het vermindert hpv-infecties en voorstadia van baarmoederhalskanker met 80 tot 100 procent. Ten tweede zorgt vaccinatie voor groepsbescherming. Ook voor niet-gevaccineerden daalt het risico op hpv-infectie. Ten derde is het vaccin veilig. Uitgebreid onderzoek toont aan dat er geen verband is tussen hpv-vaccinatie en chronische vermoeidheid, migraine en auto-immuunziekten.’

Hoogleraar epidemiologie Roel Coutinho, voormalig directeur infectieziekten bij het RIVM:

‘Het rapport van de Gezondheidsraad vat ontzettend goed samen hoe het vaccin werkt, dat het veilig is en de ongerustheid over eventuele bijwerkingen wordt weggenomen. Puur wetenschappelijk is het logisch om het hpv-vaccin ook aan jongens te gaan aanbieden. Maar het rapport gaat niet in op de dalende vaccinatiegraad en wat het betekent als er nu weer iets wordt toegevoegd aan het Rijksvaccinatieprogramma. We hebben gezien dat na de discussie over het hpv-vaccin voor meisjes ook de vaccinatiegraad voor andere prikken is afgenomen. Hoewel niet is bewezen dat het één verband houdt met het ander, is het zeker niet ondenkbaar dat het toevoegen van dit vaccin voor jongens opnieuw twijfel zaait over het nut van vaccinaties in het algemeen. Dat zou heel schadelijk zijn.’

Patricia Bruijning, kinderarts-epidemioloog in het UMC Utrecht:

‘Het argument dat het uitbreiden van het vaccinatieprogramma zou leiden tot meer weerstand tegen vaccinaties, hoor je vaker. Het is gebaseerd op een onderbuikgevoel, maar vindt geen ondersteuning in data. In Engeland is het vaccinatieprogramma bijvoorbeeld uitgebreid met inentingen tegen het rotavirus en meningokokken. Daar zie je niet dat dat leidt tot een lagere vaccinatiegraad voor andere aandoeningen. Ik ben heel blij met het advies van de Gezondheidsraad. Het ook vaccineren van jongens leidt tot een betere groepsimmuniteit en bestrijdt de ongelijkheid tussen de seksen in het systeem.’

Roel Coutinho:

‘Ik ben er voorstander van om het Rijksvaccinatieprogramma te beperken tot de meest urgente aandoeningen, zoals mazelen, difterie, polio en rode hond, die bij een te lage vaccinatiegraad kunnen uitgroeien tot een grootschalige epidemie. Het hpv-vaccin valt daar niet onder, daarmee voorkom je vooral op individueel niveau een ziekte. Daarom zou je sterk moeten overwegen dat vaccin via een apart programma aan te bieden voor wie dat wil.’

Viroloog Ab Osterhaus:

‘Als je het hpv-vaccin niet aanbiedt via het Rijksvaccinatieprogramma omdat er een groep anti-vaxxers is die de wetenschap wantrouwt, dan geef je dus toe aan mensen die de discussie voeren op oneigenlijke argumenten. Ik vind dat je daar zeer voorzichtig mee moet zijn, vooral ook voor de mensen die wel hun gezond verstand gebruiken en hun kinderen willen beschermen. Als ouders vraagtekens plaatsen bij vaccinaties die wetenschappelijk bewezen effectief zijn, is het geen oplossing om die vaccinatie dan maar niet aan te bieden. Dan moet je een strategie bedenken om die mensen te overtuigen van het nut van de inenting.’

Patricia Bruijning:

‘Je kunt je wel afvragen wat de beste plek is om de hpv-vaccinatie aan te bieden. Is dat allemaal tegelijk in een grote sporthal, zoals nu gebeurt? Je zou ook kunnen denken aan een meer persoonlijke setting, op school of bij de jeugdgezondheidszorg, waarbij meer ruimte is voor vragen aan een verpleegkundige. Dat kost weliswaar meer geld dan de massale vaccinatierondes die er nu zijn, maar mogelijk overtuig je dan wel meer mensen om zich toch te laten vaccineren.’

Meer scepsis in rijke landen

In rijkere landen met een hoger opgeleide bevolking is het vertrouwen in vaccinaties lager dan in armere landen, blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek van de Britse liefdadigheidsorganisatie Wellcome waarvoor 140 duizend mensen uit 140 landen zijn ondervraagd. In Frankrijk is de scepsis het grootst: daar denkt een op drie mensen dat vaccinaties niet veilig zijn. Een mogelijke verklaring voor het lagere vertrouwen in rijkere landen is dat inwoners daar het gevaar van epidemische ziekten zijn vergeten, omdat die lange tijd niet meer voorkwamen. De teruggelopen vaccinatiegraad leidde al tot de terugkeer van mazelen in onder meer Nederland, Frankrijk, Italië en de VS. De Wereldgezondheidsorganisatie zette vaccinatieweigeraars in de toptien van bedreigingen voor de wereldwijde volksgezondheid in 2019.

Over het Rijksvaccinatieprogramma woedt al langer een richtingenstrijd

De overheid moet prioriteiten stellen, vinden sommige wetenschappers, anders wordt het basispakket van inentingen een soort lopend buffet waarvan iedereen het zijne kiest. 

Kinderrechtenorganisatie KidsRights wil verplichte inentingen tegen mazelen, nu de vaccinatiegraad in Nederland maar niet omhoog wil. ‘Als voorlichting niet helpt, zul je toch iets anders moeten doen’. 

Onderzoek in deze interactieve special zelf hoe infectieziekten zich verspreiden en hoe vaccinaties die kunnen indammen.