In Amersfoort liggen verschillende sporen van Oranje
Amersfoort
Zaterdag bezoeken koning Willem-Alexander en koningin Máxima de stad Amersfoort om de 52e verjaardag van de koning te vieren. Het bezoek bevestigt de band tussen de Oranjes en de stad Amersfoort.
Vanuit Oranje-perspectief gezien was Amersfoort een stad halverwege Den Haag en Apeldoorn. Koning Willem I, koning Willem III, koningin Emma en koningin Willhelmina woonden afwisselend op Paleis Het Loo in Apeldoorn en Paleis Noordeinde in Den Haag. Een paar keer per jaar reisden ze langs Amersfoort, eerst met de koets, later met de trein. De Koppelpoort, vlak bij de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn, is veelvuldig door het koninklijke oog bekeken.
Koningin Wilhelmina, die veel familietrots bezat, zal soms aan Johan van Oldenbarnevelt hebben gedacht, de grote tegenstander van prins Maurits. Oldenbarnevelt werd geboren in Amersfoort en groeide op in de Bollenburg, een prachtig middeleeuws huis aan de Muurhuizen, dat er nog altijd staat. Morgen kan Willem-Alexander vanaf Zuidsingel het huis in de verte zien staan.
Ook stadhouder Willem V liet z’n sporen na in Amersfoort. Nadat hij in 1787 min of meer door zijn tegenstanders uit Den Haag verdreven was, logeerde hij enige tijd bij vrienden in Amersfoort, de familie Cohen. Het huis staat er nog, op Zuidsingel 38. Het ligt te ver bij de route vandaan om door Willem-Alexander en Máxima gezien te kunnen worden.
Het 'Huis met de Paarse Ruiten' aan de Zuidsingel 38 in Amersfoort, waar stadhouder Willem V in 1787 logeerde toen hij zich niet meer veilig voelde in Den Haag. Het huis was eigendom van de Joodse tabakshandelaar en bankier Benjamin Cohen, vriend van de stadhouder. Veel Joden waren Oranjegezind.
Wilhelmina zou dat niet erg gevonden hebben. Ze had een hekel aan Willem V, haar betovergrootvader, die in 1795 door de Fransen uit het land verdreven was. Ze vond hem een slappeling. Toen Willem V, die in ballingschap gestorven en begraven was, in 1958 herbegraven werd in Delft, weigerde Wilhelmina daarbij aanwezig te zijn. Ze zei dat ze niet naast ‘zo’n misselijke vent’ begraven wilde worden.
Peter de Grote
Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en hun gevolg komen wel langs stadscafé De Observant aan het Stadhuisplein, waar de sporen liggen van stadhouder Frederik Hendrik. In 1630, een jaar na de verovering van Den Bosch, had hij de omgeving van Wesel en Nijmegen verkend. Via Amersfoort keerde hij naar Den Haag terug. Een verre voorzaat van Willem-Alexander, tsaar Peter de Grote, logeerde er in 1716.
Stadscafé De Observant aan het Stadhuisplein, waar in 1630 stadhouder Frederik Hendrik logeerde na de terugkeer van een verkenningstocht bij Nijmegen en Wessel. In 1716 bracht Peter de Grote er de nacht door.
Tijdens de wandeling door de stad zal de Onze Lieve Vrouwetoren bijna onafgebroken in het blikveld van de koning staan. Halverwege de route zal alleen het water van de Westsingel hem nog van de toren scheiden. Ook de toren is met het Oranjehuis verbonden, met een dun stippellijntje. Tot 1787 stond er bij de toren nog een kerk. Ze werd niet meer gebruikt voor erediensten, maar als opslagplaats voor munitie. Een soldaat van stadhouder Willem V ging onvoorzichtig met het buskruit om, waardoor het kerkgebouw ontplofte. Er vielen zeventien doden. De kerk werd nooit herbouwd.
De stad Amersfoort is vele malen gastvrouw van een Oranjevorst geweest. De Historische Encyclopedie van Amersfoort, geschreven door stadhistoricus dr. J.A. Brongers, meldt een bezoek van koning Willem I in 1837. Amersfoort was in 1837 nog een slaperig marktstadje met weinig handel en industrie, wat Willem I, de ‘koning-koopman’, niet zal hebben aangesproken.
Wilhelmina was nog geen zes jaar oud, toen ze in augustus 1886 Amersfoort bezocht. Ze kwam geregeld terug, onder meer om legeroefeningen op de Leusderheide gade te slaan. Ze hechtte aan een goede landsverdediging. In 1938 bezochten Wilhelmina en de Belgische koning Leopold het Belgenmonument, een herinnering aan de Belgen die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland verbleven.
In 1938 kwamen koningin Wilhelmina en de Belgische koning Leopold III naar Amersfoort om een gedenkplaat op het Belgenmonument te onthullen. Het monument herinnert aan de opvang van Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog.
Wilhelmina’s moeder, Emma, verrichtte in 1931 de officiële opening van Zon & Schild, een instelling voor ‘zenuw- en geesteszieken’. In 1960 opende koning Juliana de Sinaï-Kliniek, voor Joodse Nederlanders met oorlogstrauma’s.
Bernhardkazerne
Een hoogtepunt in de geschiedenis van Amersfoort en Oranje was de herdenking van twintig jaar bevrijding op 5 mei 1965. Op het terrein van de Bernhardkazerne namen koningin Juliana, prins Bernhard en kroonprinses Beatrix een wapenschouw af. Het gedreun van tientallen tanks was in de wijde omgeving te horen. Ondanks zware regenval kwamen er die dag tweehonderdduizend mensen naar Amersfoort.
Beatrix zal haar gedachten elders hebben gedacht. Twee dagen later publiceerde De Telegraaf een foto die op 1 mei in het geheim genomen was in de tuin van Kasteel Drakensteyn, Beatrix’ woning in Lage Vuursche. De foto toonde Beatrix hand in hand met een onbekende jongeman. Het bleek om een Duitse diplomaat te gaan, die Claus von Amsberg heette. Het paar was duidelijk verliefd. De foto wekte zo veel opschudding, dat het bevrijdingsfeest in Amersfoort al snel vergeten was. <