Direct naar artikelinhoud

Als je de peilingen en pamfletten moet geloven, durf je als migrantengespuis nog amper over straat

Gelukkig heeft het SCP gemeten dat die media en politici overdrijven
Beeld de Volkskrant

Contra-intuïtief, zo noemt adjunct directeur Rob Bijl van het Sociaal en Cultureel Planbureau het dat mensen in dit land de afgelopen jaren 'positiever zijn gaan denken over migranten'. Ze hadden er wat kranten en wat verkiezingsprogramma's van politieke partijen op nageslagen bij het SCP, en als je dat allemaal las, zou je denken dat het code rood was inzake de buitenlanders, de vreemdelingen, de indringers, de gelukzoekers, de voormalige gekolonialiseerden, en de gasten die nooit meer zijn opgehoepeld.

En inderdaad: als je door de berichten bladert, van journalisten die de stemming peilen bij bezorgde lezers, of door de pamfletten van politici die vrezen voor de viriele buitenlanders die hier aan blozende blonde dochters komen zitten, dan durf je nog amper over straat, als migrantengespuis. Dan vermoed je priemende blikken achter de vitrages wanneer je je met je kinderen in de openbare ruimte waagt. Dan sta je op scherp in de bus, om bij elke naderende bejaarde ostentatief omhoog te schieten: 'Hier! Hierrrr mag u zitten!' Vurig hopend dat de rest het gezien heeft, en dat ze dan denken 'Ze vallen best mee, die getinte types.'

Maar dat hoeft dus niet, want het SCP heeft gemeten en geconcludeerd: ze overdrijven schromelijk, die media en die politici. In 1994 vond nog 49 procent van de ondervraagden dat er 'te veel mensen van een andere nationaliteit' in Nederland wonen, in 2017 is dat 'nog maar' 31 procent.

Waar ik prompt van in opperste verwarring raakte, want hoe weet je nou welke nationaliteit de andere mensen hebben? Of bedoelen de ondervragers misschien huidskleur, accent, geboorteplek, hoofddracht en zochten ze naar een beleefdheidsfrase? Durfden ze niet gewoon 'moslims' op te tikken in de vragenlijsten, of 'donkere mensen'? Of dachten ze dat subtiliteiten als 'vluchtelingen', 'migranten', 'arbeidsmigranten', 'statushouders' en 'paspoort-Nederlanders uit de voormalige koloniën' te hooggegrepen waren voor een vragenlijst? Zou het enquêteren te begrotelijk worden met zoveel subcategorieën? En de tweede generatie van al deze wereldreizigers, hier geboren, hier getogen, hier van een paspoort voorzien, volbloed Nederlanders: hoe moet je die omschrijven als je van de mensen weten wil of ze vinden dat er 'te veel' van zijn?

Hoe weet je nou welke nationaliteit de andere mensen hebben?

Vroeger schreef het SCP nog weleens 'buitenlanders' op in de vragenlijsten waarmee de stemming wordt gepeild. Daar hebben ze zich dit keer niet aan gewaagd. 'Allochtoon': ook al van hogerhand verboden, terwijl het een handzaam begrip is dat ik graag blijf gebruiken, ook al hebben anderen voor mij bepaald dat ik mezelf niet meer zo noemen mag.

Of zouden ze echt bedoelen 'mensen met een niet-Nederlands paspoort'? Daar zijn er inderdaad niet zo veel van in dit land.

Ach, van buiten is van buiten, u weet best wat ik bedoel, knipoog, knipoog

Dan pak je als vragenlijstopsteller de Dikke van Dale erbij en zie je onder 'buitenlander' staan 'persoon met andere nationaliteit', en dan denk je dat je het probleem van de formulering hebt opgelost. Ach, van buiten is van buiten, u weet best wat ik bedoel, knipoog, knipoog.

En dan wel klagen over 'media' die er een soepzootje van maken.

Ons was weer niets gevraagd, dan krijg je dit. Voor de zekerheid blijven we turven in de bus: elke derde passagier vindt mogelijkerwijs dat er 'te veel' van ons zijn. 'Te veel', dat impliceert: 'minder, minder'.