Kira Toussaint is er bij de WK zwemmen in het Zuid-Koreaanse Gwangju niet in geslaagd zich te plaatsen voor de finale van de 100 meter schoolslag. De Nederlandse recordhoudster eindigde in haar halve finale als zevende in een tegenvallende tijd van 1.00,13. Overall betekende het de dertiende plaats. Die klassering was een extra domper, want zo miste ze ook nog eens kwalificatie voor de Olympische Spelen. Een plek bij de eerste twaalf had haar een ticket naar Tokio 2020 opgeleverd.
Toussaint draagt een verleden met zich mee. Ze werd eind vorig jaar onterecht beschuldigd van het gebruik van doping, maar werd wel vlak voor aanvang van de WK kortebaan geschorst. De zwemster wilde zich graag revancheren in Gwangju. Ze wist in de heats de twaalfde tijd te zwemmen, maar verbeterde zich niet in de halve finales.
“Het is balen. Ik weet het eigenlijk niet zo goed waar het aan ligt”, keek Toussaint terug op haar race. “Voor een tijd boven de minuut ben ik niet gekomen. Ik hield het gewoon niet vol.”
Maarten Brzoskowski steeg evenmin boven zichzelf uit in Gwangju. Hij eindigde in zijn halve finale van de 200 meter vrije slag als achtste in 1.47,13. In de tweede heat waren alle zwemmers sneller dan de Nederlander, waardoor hij als zestiende eindigde. Het resultaat: geen finale en ook geen olympisch startbewijs.
Brzoskowski ging strijdend ten onder. De zwemmer lag na 150 meter nog op schema om zijn eigen Nederlands record te verbeteren, maar kon het niet volhouden. “Dit is een van de moeilijkste races die je zwemt”, zei hij. “Het niveau is bijna nooit zo hoog. Ik kan de tijden dromen die je moet zwemmen. Op het eind had ik door willen en moeten pakken.”