Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Vingers binnenboord bij de vleesetende planten in de Hortus Botanicus: ‘Kinderen kennen ze van Super Mario’

Vingers binnenboord bij de vleesetende planten in de Hortus Botanicus: ‘Kinderen kennen ze van Super Mario’
Beeld Jakob van Vliet

De Hortus Botanicus opent een nieuw perk, vol met vleesetende planten. In een grote bak, inclusief stromend beekje, zijn de moerasachtige omstandigheden nagebootst waarin de vleesetende planten het best gedijen. ‘De binnenkant van zo’n plant is heel glibberig.’

Als hij bij de vleesetende planten aan het werk is, hoort collectiespecialist Sven Focke van de Hortus geregeld het driftige gezoem van een bij of wesp die opgesloten zit in de sarracenia, ook wel trompetbekerplanten. De insecten zijn in de bladeren gekropen, om vervolgens te ontdekken dat ze er niet meer uit kunnen. “Je hoort ze vechten voor hun leven,” aldus de Hortus-medewerker.

Ze zijn naar binnen gelokt door een zoetige stof, legt Focke uit. “De binnenkant is heel glibberig, dus ze komen er er niet meer uit.” Althans, zo vergaat het bijen en wespen. De sterkere hommels lukt het wel om los te breken. Die bijten de bladeren zelfs open om de zoetstof te kapen, aldus Reinout Havinga, hoofd van de afdeling tuin en collectie. “Die kennen dit kunstje.”

Carnivorenperk

De Hortus opende donderdag zijn nieuwe ‘carnivorenperk’. In een grote bak, inclusief stromend beekje, zijn de moerasachtige omstandigheden waarin de vleesetende planten het best gedijen nagebootst: nat en voedselarm. Barre omstandigheden voor planten, vandaar de evolutionair ontwikkelde mogelijkheid om hun dieet aan te vullen met insecten.

Voorheen waren de vleesetende planten net buiten de Drieklimatenkas te vinden, maar daar moesten ze weg vanwege de grootscheepse verbouwing van de kas. Tegen de zonnige zuidgevel van het Hugo de Vriesgebouw hebben ze een ereplaatsje gekregen in een hoek die, ondanks de Japanse collectie die er was ondergebracht, nooit goed uit de verf kwam. Havinga: “Het was vlees noch vis.”

240.000 liter opslagcapaciteit

De ‘moerasbak’ staat op kniehoogte, zodat de bezoekers nauwelijks hoeven te hurken om de vaak wat kleine carnivoren te bekijken. Bijkomend voordeel is dat in de ondergrond zo meer ruimte was voor een waterreservoir van tienduizend liter. De Hortus heeft nog een lange weg te gaan – voor totale zelfvoorzienendheid is 240.000 liter opslagcapaciteit nodig – maar het besef dat het klimaat verandert is na een reeks droge zomers wel doorgedrongen.

Het beekje was ook nodig om het nieuwe topstuk uit de carnivorencollectie door de hete zomers te helpen. De cobralelie, waarvan de vorm op een slang in aanvalshouding lijkt, gebruikt het bewegende water om te zorgen dat zijn wortels nooit warmer worden dan dertig graden. Ook deze plant brengt zijn prooi op een noodlottig dwaalspoor in bekervormige bladeren, laat Focke zien. Eenmaal binnen wordt een insect richting het licht gelokt dat doordringt via de kopvormige kelk, terwijl de uitgang aan de onderkant zit.

Programmeertaal

Focke en Havinga vertellen hun bezoekers graag hoe ingenieus de vleesetende planten te werk gaan. De waterplant blaasjeskruid, nu even niet te zien omdat de rondscharrelende eenden het een lekkernij vinden, kan een prooi naar binnen zuigen door onderdruk in het blaasje. Zodra een prooi de tastharen beroert, slaat de deur open en meteen weer dicht.

“Deze vinden kinderen altijd het leukst,” zegt Focke over de inderdaad vervaarlijk ogende venusvliegenvanger. Scharnierende bladeren vormen een happertje dat toeslaat als insecten de tastharen raken. “De val klapt dicht als twee van de drie trilharen worden geraakt of dezelfde haar twee keer binnen twintig seconden,” demonstreert Havinga. “Het is bijna programmeertaal.”

De vleesetende planten komen vooral uit Noord-Amerika, maar de Hortus heeft ook Nederlandse soorten in het carnivorenperk. Die zijn wel kleiner – vetblad bijvoorbeeld, en rode zonnedauw. Ze groeien vooral op de zandgronden in het oosten van het land en scheiden een kleverige stof af waar hun prooi aan blijft plakken.

Super Mario

De vleesetende planten trekken altijd veel bekijks bij de schoolklassen die de Hortus bezoeken. De extra attractie was dan ook welkom nu de Drieklimatenkas nog ruim een jaar gesloten is vanwege de verbouwing. “Kinderen weten er vaak wel iets van,” zegt Focke. “Ze kennen de vleesetende planten bijvoorbeeld van Super Mario.”

De planten aanraken of stimuleren dat de val van de venusvliegenvanger dichtklapt is dan weer niet de bedoeling. De beweging kost de plant veel energie. De bladeren sterven af als ze te vaak voor niets dichtklappen.

Een dichtere begroeiing zal allicht helpen om bezoekers meer op afstand te houden. Het vers beplante perk staat nu nog vol jonge plantjes en sommige zullen pas over een jaar of twee volgroeid zijn.

Vooraan in het perk groeit dan waarschijnlijk een flinke dot zonnedauw. De verleiding om aan de venusvliegenvanger te zitten wordt vermoedelijk een stukje kleiner als kinderen over de kleverige zonnedauw moeten reiken. Focke: “Ik zeg altijd dat het is om kleine, gemene kinderen te vangen.”