Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Veel pensionado’s werken graag door, maar wie neemt ze aan? ‘Ik wilde weer onder de jonge mensen zijn’

Veel pensionado’s werken graag door, maar wie neemt ze aan? ‘Ik wilde weer onder de jonge mensen zijn’
Beeld Nina Schollaardt

Veel gepensioneerde 67-plussers willen graag aan het werk blijven, maar experts zien dat het lastig is om werkgevers enthousiast te krijgen. En dat terwijl er genoeg banen zijn. ‘Het bedrijfsleven is hier niet voldoende op ingericht.’

“Nu overal personeelstekorten zijn, durven we eindelijk naar gepensioneerden te kijken. Terwijl het juist moet gaan over de positieve impact van doorwerken op de mentale gesteldheid, fysieke gezondheid en de maatschappelijke relevantie van gepensioneerden.”

Chantall Olthoff van pensionado-uitzender ZilverWerkt, stoort zich eraan dat gepensioneerden plots op de radar staan, omdat de schreeuwende behoefte aan personeel maar niet afneemt. “Doorwerken na het pensioen moet normaal worden. Het kan toch niet zo zijn dat als je 67 jaar geleden op de wereld bent gekomen, je er vervolgens in één keer vanaf valt.”

Het aantal 67-plussers dat na het pensioen doorwerkt, neemt snel toe. Eind vorig jaar was volgens het CBS 26,2 procent van de gepensioneerde mannen aan het werk, ruim 3 procentpunt meer dan eind 2022 en fors meer dan de 17,6 procent van 2013.

Onder gepensioneerde vrouwen ligt de arbeidsparticipatie op 12 procent, maar daar lijkt een inhaalslag gaande: tussen 2013 en 2023 steeg de arbeidsparticipatie van vrouwen tussen de 55 en 65 jaar van 49,3 procent naar 68,3 procent – een grotere toename dan bij de mannen van die leeftijdsgroep. Aannemelijk is dat deze vrouwen ook na de AOW-leeftijd vaker door willen werken.

Leeftijdsdiscriminatie

Toch heerst volgens Gert Buist, die ZilverWerkt tien jaar geleden als KlusHeeren startte, nog het idee dat álle ouderen het werken moe zouden zijn. Wat niet helpt: recent onderzoek van het UWV stelt dat het aantal 55-plussers dat arbeidsongeschikt raakt, rap toeneemt. Er zitten momenteel al zo’n 62.000 zestigplussers in de WIA.

Leeftijdsdiscriminatie

Maar veel ouderen blijken te porren om hun pensioen op te schuiven. In onderzoek van de universiteiten van Tilburg en Groningen gaf vorig jaar 41 procent van de ondervraagde 67-plussers aan dat ze ervoor voelen om door te werken. De onderzoekers leiden daaruit af dat jaarlijks zo’n 200.000 gepensioneerden bereid zijn om aan de slag te blijven.

Nederland lijkt er niet klaar voor. Olthoff: “Er heerst een vorm van inherente leeftijdsdiscriminatie. Veel jongeren hebben geen actueel beeld van de 60-plussers van vandaag. Nieuwe generaties ouderen voldoen al lang niet meer aan het cliché van stokoude rimpelige types.”

Ook bedrijven houden de boot af. “Het bedrijfsleven is er niet voldoende op ingericht,” zegt topman Jeroen Tiel van Randstad Nederland. “Er heerst een soort besluiteloosheid, of in ieder geval voorzichtigheid in het aanbieden van werk voor deze groep. Misschien vindt men hun flexibiliteit onvoldoende of zijn werkgevers bang dat het ziekteverzuim hoog is. Maar dat is niet het geval.”

Leeftijdsdiscriminatie

“Gelijkwaardigheid geldt voor allemaal. Wij willen banen verzorgen voor iedereen, ongeacht leeftijd. Ook voor gepensioneerden. Die groep is juist interessant, maatschappelijk en economisch. Het zijn mensen met kennis en kunde.”

Zes weken met de camper weg

Van de tienduizend gepensioneerden in het bestand van ZilverWerkt zijn er nu maar tweehonderd aan het werk. Buist erkent dat dat ook komt doordat de groep eisen stelt. “Deze mensen willen geen veertig uur per week werken en ze willen meer controle hebben over hun vrije tijd. Als ze in de zomer zes weken met de camper op vakantie willen gaan, moet dat ook kunnen. Er zijn nog te veel werkgevers die dat niet honoreren.”

“Dat is vreemd. Vanwege het personeelstekort wordt voor andere leeftijdsgroepen van alles ingericht. Maar voor gepensioneerden is men veel minder bereid aanpassingen te doen. Daarvoor moet de personeelsnood toch wat hoger worden.”

Die terughoudendheid is volgens econoom Mario Bersem van ABN Amro historisch best te begrijpen. “In tijden van grote werkloosheid moesten ouderen plaatsmaken voor jongeren. Maar met de huidige tekorten op de arbeidsmarkt moeten ouderen juist niet plaatsmaken, maar zij aan zij met jongeren blijven werken.”

Zes weken met de camper weg

“Er is koudwatervrees bij werkgevers. En als ze al bereid zijn gepensioneerden in te zetten, doen ze dat vaak via uitzenders. Waarom houden ze die mensen niet zelf in dienst?”

De bank wijst werkgevers er fijntjes op dat pensionado’s veel goedkoper zijn. Zo zijn AOW’ers niet verzekerd tegen werkloosheid (WW) of arbeidsongeschiktheid (WIA) en worden ze bij ziekte maximaal zes weken doorbetaald, in plaats van twee jaar. Bersem: “Gepensioneerden aan het werk houden is een no regret move.”

Op tijd bespreken

Bersem raadt bedrijven aan doorwerken na het pensioen te omarmen. “Richt personeelszaken anders in, schep meer mogelijkheden om flexibele uren te werken. En ga al vroeg het gesprek aan. Een kennis gaat over een paar weken met pensioen. Die kreeg nu pas het aanbod om door te werken. Dat is te laat. Zo’n vraag zou al jaren onderdeel moeten zijn van het functioneringsgesprek.”

Ook voor gepensioneerden ligt er een taak. “Die kunnen zich inschrijven bij Werkspot van het UWV, maar dat gebeurt nauwelijks.”

Gepensioneerden alleen zullen het personeelsprobleem niet oplossen, zegt de ABN-econoom. “Doorwerken helpt mee, maar het is niet de totaaloplossing voor het personeelstekort. Dat zal alleen maar verder toenemen, zeker nu in de politiek de onwil groeit om arbeids- en kennismigranten toe te laten.”

‘Als je heel snel stil gaat zitten, ga je ook heel snel dood’

Ben Hooper (‘bijna 68’) werkte in de technische dienst van een zorgcentrum en werkt nu in de technische dient bij Uber en Crisp.Beeld Nina Schollaardt

“Ik ben een jaar met pensioen, na dertien jaar werken in de technische dienst bij een revalidatiecentrum op de Overtoom. Maar ik kon niet stoppen. Ik had dat werkritme. Als je heel snel stil gaat zitten, ga je ook heel snel dood.”

“Ik werk acht tot zestien uur per week, meer wil ik niet. Bij twee bedrijven, allebei tech, maar elk heel anders. Bij Uber is alles groot, groter, grootst. Op het hoofdkantoor van Crisp is het kleinschaliger. Ik doe het sanitair, elektra, wc’s, lampen vervangen, lekkages oplossen.”

“Ik was net bezig met een grote kookketel in de keuken van Uber. Het deksel blijft openstaan. Dat lukte me niet, die onderdelen waren er niet, maar meestal krijg ik dingen wel voor elkaar. Ik raak niet zo snel van mijn stuk.”

“Ik werk nu met heel jonge mensen, vind het leuk om in aanraking te komen met andere bedrijven, andere culturen. In zo’n revalidatiecentrum zit je toch in het medische hoekje. Ik ga door tot het plezier er niet meer is.”

‘Ik vind jonge mensen gewoon interessanter’

Joke van der Klei (70) was juridisch medewerker en is nu gastvrouw bij techhub B. Amsterdam.Beeld Nina Schollaardt

“Ik ben opnieuw aan het werk. Ik ben er na mijn pensioen een paar jaar tussenuit geweest. Ik deed allerlei dingen, musea , leesclubs. Maar als ik om me heen keek, zag ik al die hoofden met fifty shades of grey.”

“Ik wilde weer onder de mensen zijn, vooral onder jonge mensen. Die vind ik gewoon interessanter. Drie keer in de week regel ik bij B. Amsterdam een gezamenlijke lunch, zodat de bedrijven die hier zijn gevestigd hun buren ontmoeten. Dat moet wel geregeld worden. Uitnodigen, inschrijven, het buffet een beetje netjes houden.”

“Ik deel het werk met een andere doorwerker. Om de week en dan drie dagen. Op die manier kan ik de andere week nog eens weggaan. Dat regelen wij met elkaar.”

“Ik denk er niet zo over na hoelang ik doorga. Het wordt wel steeds drukker. Het is best pittig, maar ik heb heel leuk contact met de mensen, veelal expats. Ze kennen me bij naam. Als ik twee weken niet ben geweest, merk ik dat aan de reacties.”

‘Ik ga door zolang ik door kan gaan’

Fred de Kreij (70) was horecaondernemer en is nu onderhoudsman in hotel The Manor Amsterdam.Beeld Nina Schollaardt

“Het is een hectische dag. Ik moest vanochtend meteen al twee gasten uit de goederenlift halen die vastzaten. Verder doe ik vooral kleine dingen; lampen vervangen, laden repareren die niet meer sluiten, badkamers dichtkitten. En elke week legionellametingen.”

Daarmee is de werkdag nog niet voorbij. “Om vier uur ga ik naar een volgende klus, bijspringen in het Thaise restaurant van mijn schoonfamilie.”

De Kreij had jarenlang zelf een restaurant. Na perikelen met uitbreidingen en overnames besloot hij af te bouwen. “Maar als je dan niks doet, ga je zitten piekeren wat je allemaal fout hebt gedaan.”

Klussen in een groot hotel stond niet bovenaan op zijn lijst. “Ik heb het eerst geprobeerd als chauffeur van zorgtaxi’s, maar service wordt daar niet op prijs gesteld. Je kan niet eens 10 minuten wachten, je moet meteen wegrijden. Daar had ik snel genoeg van.”

Of manusje-van-alles in een hotel zijn droombaan is, moet nog blijken. “Zo’n liftstoring is best stressvol. Ik wil misschien liever huismeester of conciërge worden. En ik zou ook best vier dagen willen werken, maar dan pakt de belasting me wel heel erg.”

“Ik ga door zolang ik door kan gaan. Leeftijd is voor mij geen beperking. Ik heb kennissen van zeventig die de hele dag naar de boekenkast staren. Dat trekt me niet.”

Over de auteur: Herman Stil is redacteur economie bij Het Parool en schrijft onder meer over het Amsterdamse bedrijfsleven, luchtvaart en Schiphol, arbeidsmarkt en de techsector.