Er zou niet alleen een Palestijnse, maar ook een Israëlische ‘Sadat’ moeten opstaan.
Vandaag precies veertig jaar geleden ... Uit mijn journalistieke jaren herinner ik mij drie positieve gebeurtenissen waarvan ik wist dat ze de wereld zouden veranderen en die mij bovendien behoorlijk emotioneerden. Dat waren na vier decennia Koude Oorlog de Val van de Berlijnse Muur (1989) en na 42 jaar apartheid en 27 jaar gevangenschap de vrijlating van Nelson Mandela (1990). Maar dan ook die 20e november 1977: Anwar Sadat boven aan de vliegtuigtrap van zijn witte Boeing op Ben Gurion Airport. De president van Egypte op weg naar Jeruzalem om met de Joodse staat vrede te sluiten.
Sadat was niet de eerste de beste. Egypte was in de Arabische wereld toonaangevend: het volkrijkste, militair de machtigste, met zijn al-Azharuniversiteit centrum van de islam en wetenschappelijk als hoogste gekwalificeerd. En wat de president zelf betrof ... Samen met Syrië had hij in 1973 in de Jom Kipoeroorlog Israël aangevallen en 80.000 militairen het Suezkanaal overgestuurd. Vrede met Israël? ‘Misschien pas de volgende generatie’, had hij gezegd. En dan toch die 20e november. Zelfs de Amerikanen hadden er pas een week eerder van gehoord.
jubelstemming
Emotioneler kon het bijna niet. Onderaan, op de rode loper wachtte een nerveuze premier: Menachem Begin uit de ideologische ‘Groot Israël’-school van hardliner Ze’ev Jabotinski (1880-1940). Naast hem stond de legendarische ijzeren dame Golda Meir, even later verbijsterd door Sadats kus op haar wang. Joods Israël wist niet wat het overkwam. Sadat ging als overtuigd moslim niet alleen naar de al-Aqsamoskee, maar op aandringen van de Amerikaanse veiligheidsadviseur Brzezinski ook naar holocaustmuseum Yad Vashem. Een dag later riep Sadat in het Israëlische parlement andere Arabische landen op zich bij het vredesproces te voegen.
De Israëli’s verkeerden in jubelstemming. De vicieuze cirkel van haat en geweld was doorbroken. Twee jaar later zou met Egypte inderdaad een vredesverdrag worden gesloten. In reactie hierop werd wel een radicaal Arabisch afwijzingsfront opgericht, maar het mocht wat. Zonder Egyptische deelname had het geen tanden. Sadat wees de Sovjet-Unie als bondgenoot de deur. De Amerikanen hadden het in het Midden-Oosten zo ongeveer alleen voor het zeggen.
Wat was er met Sadat gebeurd? ‘Egypte is anders dan andere Arabische staten’, had hij eens gezegd. ‘Wij hebben een geschiedenis van geduld, van beschaving, van begrip.’ Mooi. Maar belangrijker in zijn denken was dat religieus gevoede haat door politiek realisme was overwonnen. Na Nixons militaire luchtbrug in 1973 wist hij dat de Verenigde Staten Israël nooit ten onder zouden laten gaan. En bij vrede zou hij de in 1967 door Israël veroverde Sinaï terugkrijgen, samen met jaarlijks grote sommen Amerikaans geld.
nieuwe ‘Sadat’
En nu, veertig jaar na die historische dag? Joden en Egyptenaren zijn nooit vrienden geworden. Maar het Israëlisch-Egyptische vredesverdrag houdt stand, alle voorbije crises ten spijt. Maar sinds die 20e november is er ook een belangrijk negatief effect. Met gevaar voor eigen leven – hij werd in oktober 1981 inderdaad door een moslimextremist vermoord – had Sadat de hand uitgestoken. Het gevolg was echter dat sindsdien wereldwijd concessies van Israël richting Palestijnen werden verwacht. Maar juist door Sadat was de noodzaak daartoe weggevallen voor de Jabotinski georiënteerde Likud van Begin en nu Netanyahu. De Palestijnen waren door Jeruzalem en Caïro op hun vredesaltaar geofferd.
Heeft 1977 Israël louter voordeel opgeleverd? Ik denk eigenlijk van niet. Voor de politieke en volkenrechtelijke buitenwereld is vanwege de Palestijnen de status van Israël veranderd van bewonderenswaardige David in de agressieve reus Goliath. En voor wat de toekomst betreft? Van het blijvend onder de duim houden van een volk kan alleen maar ellende komen.
Veertig jaar later. Er zou niet alleen een Palestijnse, maar ook een Israëlische ‘Sadat’ moeten opstaan.