Ruim een op vijf werknemers voelt zich gevangen in ‘gouden kooi’
© Getty Images/iStockphoto
Meer dan een op de vijf werknemers (21,1 procent) voelt zich gevangen in een ‘gouden kooi’ op het werk. Ze zouden wel van job willen veranderen, maar durven geen ontslag te nemen omdat ze de voordelen en zekerheden niet willen verliezen. Dat blijkt woensdag uit een bevraging van HR-dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met de KU Leuven.
De onderzoekers peilden naar de beleving van 2.000 Belgische werknemers op de werkvloer. Meer dan een op de vijf werknemers gaf aan zich opgesloten te voelen in een gouden kooi. Volgens Tempo-Team heeft een en ander te maken met de structuur van de Belgische arbeidsmarkt, en systemen als de automatische loonindexering, anciënniteit en opzegtermijnen.
“Die zorgen ervoor dat mensen minder snel van werk veranderen”, zegt Wim Van der Linden, woordvoerder van Tempo-Team. “Wanneer hun loonpakket, werkzekerheid en opgebouwde anciënniteit belangrijker worden dan hun werkplezier en persoonlijke ontplooiing, dan belanden werknemers in een gouden kooi. Dit belemmert de mobiliteit op de arbeidsmarkt, waardoor vacatures moeilijker ingevuld raken. Daarnaast verliezen bedrijven ook intern potentieel. Het gebrek aan motivatie en betrokkenheid zorgt voor minder productiviteit en een hoger risico op ziekteverzuim, wat uiteindelijk kan leiden tot langdurige uitval. De gouden kooi leidt dus tot gemiste kansen voor zowel werknemers als werkgevers.”
Wie het gevoel heeft gevangen te zitten in zijn job, voelt zich minder gemotiveerd om te werken en heeft minder werkplezier, bleek nog uit het onderzoek. Ook zijn ze minder productief, minder gelukkig en minder positief over het werk in het algemeen, vergeleken met werknemers die zich niet in een ‘gouden kooi’ gevangen voelen.
Bevrijden
Werkgevers en bedrijven kunnen stappen ondernemen om werknemers te ‘bevrijden’ uit hun gouden kooi. “Door de affectieve betrokkenheid van werknemers te vergroten en de emotionele band die werknemers hebben met hun werk en met hun organisatie, kunnen ze het aanwezige talent op de werkvloer beter benutten”, zegt professor Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan KU Leuven.
Van den Broeck raadt werkgevers aan feedback van hun werknemers serieus te nemen, inspanningen van werknemers te waarderen, bezorgd te zijn om hun welzijn en hen boeiende taken aan te bieden. Het motiveert werknemers bijvoorbeeld meer als ze een training mogen volgen die ze zelf belangrijk vinden, en niet enkel omdat die nodig is om de job te kunnen uitoefenen.
Werknemers zelf kunnen ook stappen ondernemen. “Misschien is je takenpakket veranderd, en kan je met je leidinggevende bespreken wat je graag anders zou willen doen”, raadt Van der Linden werknemers aan. “Ook loopbaancoaching kan je daarbij helpen door helder te maken waar je energie van krijgt en wat je juist energie kost. Of ontdek een andere sector via een flexi-job.”