Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Run op hormonen voor vrouwen in de overgang: ‘We slaan een beetje door’

Een groeiend aantal vrouwen eist een hormoonbehandeling in de vorm van pillen of pleisters om overgangsklachten te bezweren. Gynaecoloog Dorenda van Dijken waarschuwt voor een hype. ‘Een deel heeft ook te maken met gedrag, voeding en leefstijl.’

Het middel progesteron, een van de voorgeschreven hormonen bij overgangsklachten, was een tijdje niet beschikbaar vanwege de grote vraag ernaar.Beeld Science Photo Library/ANP

De populariteit van de hormoonbehandelingen neemt toe door BN’ers als Caroline Tensen, Anita Witzier en Wendy van Dijk, en influencers die het innemen van hormonen propageren. Op Facebook zijn groepen van tienduizenden vrouwen die kennis en ervaringen uitwisselen.

Dit paasweekend gaan in het hele land vrouwen paaseitjes naar huisartsen brengen omdat ze ‘hun hormonen terug willen’ en vinden dat artsen nog veel te terughoudend zijn met de therapie.

Dat het bestrijden van overgangsklachten met hormonen populair is blijkt uit een run op progesteron, een van de voorgeschreven hormonen. Het middel was zelfs een tijdje niet beschikbaar.

Volgens gynaecoloog Dorenda van Dijken, overgangsexpert van het OLVG, schrijven huisartsen veel vaker hormonen voor dan vroeger. In hun vorige richtlijn van 2012 stond nog dat vrouwen met overgangsklachten niet behandeld hoefden te worden. Sinds 2022 wordt hormoontherapie geadviseerd. “Er is echt een doorbraak.”

Opvliegers

Door een tijd hormonen te slikken of met een pleister op de huid aan te brengen kunnen ernstige overgangsklachten verholpen worden. “Als jij de hele nacht je bed uit zweet van de opvliegers is het duidelijk: daar kan hormoontherapie heel effectief op sturen,” zegt Van Dijken, die ’s lands eerste menopauzepoli opzette en in meerdere organisaties zit die medische richtlijnen voor de overgang opstellen.

Vanaf hun 40ste maken vrouwen steeds minder oestrogeen en progesteron aan: de overgang dus. Daar krijgen sommige vrouwen veel last van. Jarenlang was er in Nederland een flinke aversie tegen hormonen, omdat een voorloper van de huidige middelen het risico op borstkanker drastisch zou verhogen. Dat bleek 22 jaar geleden uit een onderzoek dat later is weerlegd, maar lang resoneerde.

In Nederland worden relatief veel minder hormonen voorgeschreven dan in landen als de Verenigde Staten en Engeland. Daar krijgt zo’n 25 tot 40 procent van de vrouwen met overgangsklachten de therapie. In 2019, de laatste keer dat het onderzocht werd, was dat in Nederland maar 5 procent van de vrouwen.

Nu die trend gekeerd is, waarschuwt Van Dijken wel voor het ophemelen van de hormoontherapie. “Nu moeten we ineens heel veel hormonen gaan geven. We slaan een beetje door.” Terwijl hormonen echt niet voor iedere vrouw dé oplossing voor overgangsklachten zijn, stelt ze. “Een deel heeft ook te maken met gedrag, voeding en leefstijl.”

Risico's

Want aan een behandeling met hormonen kleven wel degelijk risico’s, waarschuwt de gynaecoloog. Bij langdurig gebruik krijgen vrouwen een groter risico op borst- en baarmoederkanker. Hoe hoger de dosering, hoe groter het risico. “Het is het beste om zo kort mogelijk, zo laag mogelijk gedoseerd voor te schrijven. Al is dat voor vrouwen die voor hun 50ste in de overgang raken weer anders. Die kunnen best langer hormonen slikken,” legt Van Dijken uit.

Die nuance mist ze in het groter wordende debat over hormonen. “Online worden dingen geroepen die gewoon niet kloppen. Vrouwen lezen dat en geloven het meteen.” Bijvoorbeeld dat vrouwen hun hormonen levenslang moeten aanvullen. “Dat is helemaal niet nodig. De overgang is een tijdelijke, instabiele fase tussen twee stabiele fases. Het lichaam past zich daarin aan.”

Wat er dan concreet gebeurt: in het lichaam zijn receptoren – een soort zendertjes – die de oestrogenen ontvangen en daarna hun werk laten doen. Het lijkt er nu op dat die receptoren minder goed werken als vrouwen ouder worden. Van Dijken: “Je kunt dus wel hormonen blijven innemen, maar na je 60ste heeft dat geen zin meer omdat die receptoren er niets meer mee doen. En je loopt dus wel meer risico op kanker.”

Leefstijl en voeding

Ze kijkt dus liever naar de klachten van vrouwen én hun leefstijl. Zo zijn er voedingsmiddelen die klachten kunnen verergeren, bijvoorbeeld koffie, alcohol, pittig eten, maar ook thee. “Ik had een vrouw die maar opvliegers bleef houden. Ik heb de hormoontherapie zelfs verhoogd om te kijken of de klachten zouden verbeteren, maar dat gebeurde niet. Wat bleek? Ze dronk veel zoethoutthee, waardoor haar bloeddruk torenhoog was.” De vrouw stopte met de zoethoutthee en raakte haar klachten kwijt.

Laatst had Van Dijken een patiënt tegenover zich die ervan overtuigd was dat ze een hormoonbehandeling nodig had. “Ik zei: volgens mij zijn het niet je hormonen.” Ze liet bloed prikken en wat bleek? De schildklierwaarden weken af. “Daar heb ik nul verstand van, dus ze is naar de internist gegaan en blijkt iets aan haar bijnier te hebben.” Zonder hormonen, maar met een behandeling voor de bijnier gaat het een stuk beter met deze vrouw. “Je moet als arts openstaan voor een bredere blik, geen oogkleppen opdoen.”

Toch valt er nog wel wat te verbeteren voor vrouwen in de overgang, zegt Van Dijken. “Ik zie ook dat niet alle artsen de klachten erkennen. Dat geldt voor huisartsen, maar zeker ook voor medisch specialisten. En ik zie dat vaker buiten de Randstad. Dus ja, daar valt nog te winnen en in die zin is het goed als vrouwen aandacht vragen.”

Bovendien: in Amerika krijgen vrouwen die in het verleden een depressie hebben gehad vaker preventief hormoontherapie. Tijdens de overgang is het risico op een nieuwe depressie namelijk groter. “Op dat punt lopen we in Nederland echt achter de troepen aan.”

Gynaecoloog Dorenda van Dijken, overgangsexpert en oprichter van de menopauzepoli van het OLVG.Beeld privebeeld
‘Als jij de hele nacht je bed uit zweet van de opvliegers kan hormoontherapie daar heel effectief op sturen’
Dorenda van Dijken