Direct naar artikelinhoud

Te veel partijen, onzichtbare politici en digitale beïnvloeding: zo is onze politiek kwetsbaar

De in januari ingestelde 'staatscommissie parlementair stelsel' ziet zes kwetsbaarheden van de parlementaire democratie. Daartoe behoren het 'functieverlies' van politieke partijen en de soms onduidelijke rolverdeling tussen Tweede en Eerste Kamer.

Johan Remkes (VVD, links), commissaris van de koning in Noord-Holland, is de voorzitter van de staatscommissie parlementair stelsel. Rechts Ronald Plasterk, demissionair minister van Binnenlandse ZakenBeeld anp

Dat schrijft de commissie in een vandaag verschenen 'probleemverkenning'. De commissie staat onder voorzitterschap van Johan Remkes (VVD), commissaris van de koning in Noord-Holland. Ze is ingesteld door minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Uiterlijk 1 januari 2019 moet de commissie een eindadvies uitbrengen over 'de wenselijkheid van veranderingen in het parlementaire stelsel en de parlementaire democratie'.

De commissie is ingesteld om tegemoet te komen aan onvrede in de samenleving over de mogelijkheden om betrokken te zijn bij politieke besluitvorming. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Verder werken tal van maatschappelijke ontwikkelingen door in het politieke stelsel, zoals de beweeglijkheid van de kiezer. Die heeft ertoe geleid dat de Tweede Kamer nu dertien politieke partijen telt, waarvan alleen de VVD nog een grote partij kan worden genoemd.

Ook zijn de snelle digitalisering en opkomst van sociale media van invloed op het functioneren van het parlementaire stelsel, net als toenemende Europese besluitvorming. Verder betekent de decentralisering dat veel verantwoordelijkheden van Den Haag naar gemeenten zijn verschoven.

Erosie van politieke partijen

De commissie gaat nu zes kwetsbaarheden in het stelsel verder onderzoeken. Dat is allereerst de vraag of de belangen van burgers goed worden vertegenwoordigd door de leden van de Eerste en Tweede Kamer. Soms worden in de politiek meerderheden gevormd over een onderwerp waar een minderheid van de bevolking voorstander van is. Dat komt mede doordat het parlement geen afspiegeling is van de (heterogene) Nederlandse bevolking.

Ten tweede wordt de erosie van politieke partijen onderzocht. Hun maatschappelijke rol is een stuk kleiner geworden. Slechts 2,3 procent van de kiesgerechtigde bevolking is lid van een politieke partij, terwijl daaruit wel de meeste politici gerekruteerd worden.

Slechts 2,3 procent van de kiesgerechtigde bevolking is lid van een politiek partij, terwijl daaruit wel de meeste politici gerekruteerd worden

Ook gaat de commissie de kabinetsformatie onder de loep nemen. Na de verkiezingscampagne en verkiezingsdag breekt een doorgaans lange periode aan waarin politici onzichtbaar zijn en transparantie ontbreekt. De commissie gaat bekijken of 'meer openbaarheid en verantwoording' over de kabinetsformatie mogelijk is.

Voorts onderzoekt de commissie of de democratie weerbaar genoeg is tegen de risico's van digitalisering, zoals de beïnvloeding van kiezers met digitale middelen. Ook het afgenomen belang van de nationale politiek (door decentralisaties en Europese besluitvorming) wordt in het onderzoek betrokken.

Tenslotte gaat de commissie zich verdiepen in de rol van de Eerste Kamer, die de afgelopen jaar onderwerp van kritiek is geweest. Deze 'chambre de reflection' is een correctiemechanisme in het politieke stelsel, maar daarvoor zijn ook andere mogelijkheden, zoals het referendum of een constitutionele toets bij de rechter. Onderzocht wordt of deze mechanismen voor het Nederlandse systeem relevant kunnen zijn.