Luister naar

Een stageverslag in koeienletters

Nieuws
Johan van de Minkelis
donderdag 19 oktober 2017 om 03:00
Een oud hulpmiddel voor journalisten en opmakers om de grootte van een krantenkop te bepalen.
Een oud hulpmiddel voor journalisten en opmakers om de grootte van een krantenkop te bepalen. nd

Hoe krijgen we ooit onze zolder opgeruimd?, vroeg adjunct-hoofdredacteur Daniël Gillissen van het Nederlands Dagblad zich begin september vertwijfeld af, in de rubriek ‘van de redactie’.

De krant staat aan de vooravond van een verhuizing en een dagblad verzamelt in de loop van enkele decennia een hoop rommel op de redactie. Gillissen moet bij het opruimen verbaasd zijn geweest bij de aanblik van een strook fotozetsel van tientallen meters lengte. Met daarop in niet al te fraai proza een stageverslag in 64 punts corpsgrootte. Met als ondertekening mijn naam, eveneens in 64 punten.

Het is een curieuze herinnering aan het begin van mijn journalistieke loopbaan en de overgang van het analoge naar het digitale tijdperk. Of zou die niet bewaard zijn?

Het eerste kwartaal van 1986 liep ik stage op de redactie bij het ND, dat toen amper een jaar kantoor hield in Barneveld. Het gros van de redacteuren werkte op zijn kamer in stilte, met een mechanische of elektrische schrijfmachine binnen handbereik. In het hart van de redactie waren drie stiltecabines met daarin een heuse pc, waar vooruitstrevende redacteuren én stagiairs een voorschotje namen op de digitalisering van het krantenbedrijf.

Vanuit een van die cabines verstuurde ik in het voorjaar van 1986 een instructie naar de zetmachine. Het leek me een prachtig idee om mijn driemaandenstage bij het ND af te sluiten met een stageverslag in de vorm van een minikrant. En dat kon ik niet zomaar vanuit een handig opmaakprogramma printen in het lettertype van mijn voorkeur. Dat lukte uitsluitend als ik de zetcomputer gebruikte, die consequent fotozetsel in het ­standaardfont van de krant produceerde. Maar ik vergat een cruciale zetinstructie, zodat niet alleen de kop, maar het hele verslag in de knoertgrote 64 puntsletter werd gezet.

De zetcomputer spuugde het zetsel gestaag maar traag uit, en dat in de aanloop naar de deadline, terwijl ongeduldige opmaakredacteuren zaten te wachten op het zetsel met de échte artikelen.

Ik ben die laatste stagedag met de staart tussen de benen huiswaarts gekeerd. Hoeveel vertraging de productie van de zaterdagkrant had opgelopen, heb ik nooit durven vragen.

De week daarop ben ik als een muis de redactie op geslopen om de zetopdracht nogmaals te geven. Nu mét de afsluitende zetinstructie achter de 64-punts kop. Opgelucht ging ik het zetsel ophalen in de computerruimte, die uitbundig versierd bleek met slingers fotozetsel met daarop mijn stageverslag. In 64 punten. De redacteuren die daar op dat moment rondliepen, haalden hun schouders op. Ze hadden er vooral flink om gelachen.

Mijn stageverslag telde uiteindelijk twee pagina’s, voorzien van een dikke stapel bijlagen: de pennenvruchten van drie maanden stage.

De artikelen waren oké; voor de stage kreeg ik een dikke voldoende. Alleen het verslag vond mijn begeleider te mager.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
In de rubriek 'Van de redactie' schrijft een lid van de hoofdredactie over de journalistieke keuzes van het Nederlands Dagblad.

Onze journalistiek is voor de lezers, en soms ook een beetje voor onszelf

Journalistiek is er voor de lezers, niet voor journalisten zelf. Maar soms is er uitzondering, zoals deze week toen we op de ND-redactie een prachtig telefoontje kregen.

Het beeld van de kerk als familie helpt mij om te beseffen waarom ik blijf. Een familie wordt je gegeven, je kiest in de kerk niet voor de mensen die je omringen.

Je ergert je in de kerk groen en geel, maar altijd volgt het moment dat je weet: we horen bij elkaar

'Ik overwoog als twintiger een jaar te stoppen met alles wat met het christelijk geloof te maken had.' Nelleke Plomp schrijft waarom ze blijft in een kerk waar ‘de aardappels regelmatig aanbranden’.

Kleine bedrijven zouden weleens meer kunnen bijdragen aan duurzaamheid, dan ze in enquêtes aangeven.

Kleine bedrijven minder duurzaam dan grote? Waarschijnlijk práten ze er minder over

Johan Graafland stelt dat kleine bedrijven achterblijven in duurzaamheid (ND 23 maart). Dat waagt ondernemer Henk Broekhuizen op basis van zijn eigen ervaring te betwijfelen.

Opinie

De lente is een tijd van vernieuwing en daar kunnen wij een voorbeeld aan nemen

De lente is een tijd van transformatie. Laten wij daarin de natuur volgen, en zelf ook transformeren, schrijft de Afghaanse dichter en schrijver Abdul Basir Shafaq.

Bij christelijke organisaties lopen geloof en werk soms op een ongezonde manier door elkaar.

Werken bij christelijke organisatie valt soms tegen: zalvende woorden maar onrecht blijft bestaan

Het Nederlands Dagblad besteedde aandacht aan manipulatie, machtsmisbruik in de evangelische wereld. Maar het probleem speelt ook bij andere christelijke organisaties, schrijft Ineke Evink van vakorganisatie CGMV.

Mark Rutte, Geert Wilders en Sigrid Kaag. We hebben deze drie soorten politici nodig. Sterker, we zijn zélf van dit soort types en gedragen ons er naar.

We zijn saai, moralist en boos. En zo zijn ook onze politici. Daarom kunnen ze lastig samenwerken

Wij Nederlanders lijken op Rutte, Kaag en Wilders. Frank van den Heuvel laat zien hoe het karakter van iedere Nederlander bij een van deze drie politici past.