Direct naar artikelinhoud
Paul Vugts.
Paul Vugts

De crimineel nam zijn peuter mee naar een afspraak waarin we de liquidatie van zijn vriend zouden bespreken

Hoe moedeloos kan het me stemmen als ik in een strafzaak over loodzware verdenkingen zo’n jongen voor me zie zitten die waarschijnlijk voor jaren de bak in draait, en die de rechtbank bij het bespreken van zijn persoonlijke omstandigheden trots vertelt net (weer) vader te zijn geworden.

Keer op keer op keer vraag ik me af waarom zo’n joch in het belang van iedereen niet helder kiest: óf het criminele pad op óf een gezin stichten. Het is steeds maar én én.

Deze week had ik weer een jongen van 21 jaar voor me – ja, echt een jongen, beslist geen man – die volgens justitie een zware crimineel had willen liquideren. Het doelwit was zwaargewond, maar niet dood, en nu heeft die tengere, fragiele jongen dus gelazer met én justitie én die crimineel én zijn opdrachtgevers.

Hij had de rechters weinig te melden, maar vertelde uiteindelijk wel dat hij tussen de schietpartij en zijn arrestatie een kind had verwekt bij zijn nieuwe vriendin. En o ja, zij had uit een eerdere relatie een baby die was geboren toen ze elkaar net hadden leren kennen. Hij heeft na een getroebleerde jeugd nog geen opleiding, concentratieproblemen en ‘niet de hersenen om naar de universiteit te gaan’, zoals een rechter het uitdrukte. Wel trekt hij naar foute vrienden.

Wat kan er van zijn kind worden, dat zijn vader waarschijnlijk heel wat jaren moet missen? Helaas ken ik aardig wat zoons die in de bedenkelijke sporen van hun criminele vader traden – en ook voor lang in de gevangenis belandden, of nog erger.

Het criminele droste-effect, zeg maar.

Vorige week kreeg een verdachte van 23 jaar voor mijn neus zes jaar cel voor het plegen van aanslagen met vuurwerkbommen, die de rechters bestempelden als ‘terreur’. De beïnvloedbare gewezen drillrapper woonde onder begeleiding, kan niet voor zichzelf zorgen, maar heeft een dochter van 5 en een zoon van 4.

Geloof me, ik geef u zo tientallen andere voorbeelden van amper twintigers met een vracht aan justitiële problemen, een verdrietige staat van dienst ‘op alle levensgebieden’ zoals hulpverleners dat noemen, én kleine kinderen.

Nooit vergeet ik de bekende crimineel die zijn peuterdochter meenam naar een afspraak waarin we de liquidatie van zijn vriend zouden bespreken, waarbij hij zelf in zijn onderrug was geraakt, pal naast zijn ruggengraat.

“Dit had wel eens de laatste kunnen zijn, jongen,” zei ik hem, knikkend naar het schattige meisje. “Denk je?” was al wat hij uitbracht. Inmiddels zit hij een heel langdurige celstraf uit voor zijn rol bij een onderwereldmoord.

Waar dat kind nu is? Hopelijk bij haar moeder. Wat hoop ik dat zij haar wél kan geven wat de opvoeding vraagt.

Paul Vugts schrijft elke vrijdag over zijn werk als misdaadverslaggever. In de Parool Misdaadpodcast vertelt hij samen met collega Wouter Laumans over ontwikkelingen in Amsterdam en ver daarbuiten.

Reageren? paul@parool.nl.