Luister naar

Ze sloeg me om mijn gedichtje

Nieuws
Hoe bespreek je poëzie met een vmbo 2-klas? Het lukte op een dag zo aardig dat je er bijna trots van zou worden.
Arjan van Essen
donderdag 19 oktober 2017 om 03:00
Een dichter draagt voor uit eigen werk op een poëziefestival.
Een dichter draagt voor uit eigen werk op een poëziefestival. anp / Koen van Weel

‘Wie van jullie houdt er van dichten? Of van gedichtjes?’

Aarzelend gaat er een vinger half omhoog.

Daar de rest van de klas geen sjoege geeft, gaat deze vinger ook weer snel omlaag.

‘Oké, wat is het woord dat bij jullie opkomt, als ik het woord ‘gedicht’ noem?’

‘Saai’, is het meest gehoorde antwoord.

Theatraal laat ik mijn lesboek uit de hand vallen, slaak een zucht en begin te declameren:

Een zekere Achmad uit Bagdad

zat met zijn gat op zijn badmat.

Zo las hij zijn dagblad

en iedereen zag dat.

‘t Is raar, maar in Bagdad daar mag dat.

Hier en daar verschijnt een grijns. Ik zet dit gedicht op het bord en vraag om reacties. Deze – variërend van ‘leuk’, ‘grappig’ tot ‘racistisch’ – zet ik in trefwoorden eromheen. En bespreek ze. Hierna, om de flow er een beetje in te houden, vertel ik hun een verhaal. Over mijn allereerste gedichtje. ‘Op mijn twaalfde, in wat nu groep acht heet en toen nog klas zes, zat ik bij een meisje in de klas.

Het eerste meisje dat ik echt leuk vond.

Op een mooie dag vroeg ze mij om in haar poëziealbum te schrijven. Nonchalant zei ik ja, terwijl mijn hart bonkte.

De hele dag kon ik aan niets anders meer denken.’

‘s Avonds eerst de poëziealbums van mijn zussen gecheckt. En vervolgens een gedichtje opgeschreven. Ik weet niet meer of het nu uiteindelijk plagiaat was, een liedje dat ik gehoord had, of toch nog een eigen bewerking. Hoe dan ook, ik was blij met het resultaat.

De volgende dag haar het boekje, ook weer quasinonchalant, teruggegeven.

Tot mijn schrik ging ze het direct, midden op het schoolplein, lezen. Al lezende begon ze te kleuren, tot ze hoogrood werd.

Ze sloeg het boekje dicht en mij tegen het hoofd.’

waarom

‘Ik kan de klap nu nog voelen’, deel ik mijn klas mee, met mijn hand aan mijn wang.

‘Wat had u geschreven, meneer?’

Ik laat ze niet langer in onzekerheid en zeg het gedicht op:

O mijn zoete, lieve blonde!

Zoenen is geen zonde,

zoenen is geen kattenkwaad,

als het maar uit liefde gaat.

Het blijft even stil; hier en daar wat gegrinnik.

Nadenkende blikken. En de vraag waarom ze boos geworden was. Deze vraag geef ik de klas terug: ‘Waarom sloeg ze me?’

De antwoorden variëren van ‘Ze was niet op u’ tot ‘ze schaamde zich’. Bijna allemaal zijn ze het er wel over eens dat mijn eerste schreden op het wankele liefdespad niet echt succesvol waren.

Een meisje zegt: ‘Misschien zag ze u wel zitten, maar schrok ze gewoon nu ze het zo las.’

Ook dit gedichtje op mijn bord gezet. Nu met ‘grappig’, ‘boos’, ‘pijnlijk’, ‘schrik’ als trefwoorden eromheen.

Nu zet ik het laatste gedicht op het smartboard. Een grafdicht:

Hier ligt Poot.

Hij is dood.

Ik negeer bewust de ietwat ongemakkelijke glimlachen van mijn leerlingen.

Dan vertel ik het verhaal van Huibert Corneliszoon Poot, de boer en dichter. Die na een hard leven, waarin drank en dwang een rol speelden, eindelijk zijn jarenlang onbeantwoorde liefde tot zijn vrouw maakt. Samen krijgen ze een dochter. Deze sterft na acht dagen.

Waarna Huib nog één gedicht schrijft. Een paar maanden later ging hij, op 45-jarige leeftijd, zijn dochter achterna. Honderd jaar na zijn overlijden verscheen bovenstaand grafschrift.

De glimlachen van mijn leerlingen zijn inmiddels getransformeerd tot nadenkende blikken. Wanneer we trefwoorden opschrijven, komen we bij heel andere woorden uit.

vrij lezen

De laatste tien minuten van de les mogen ze vrij lezen.

Ik loop door het lokaal. Genietend, maar ook wel enigszins trots op deze mooie les.

Tot een meisje door de klas roept: ‘Hé meneer, u moet de groeten van mijn moeder hebben!’

Ik vraag wie haar moeder is.

Ze vertelt me dat ik vroeger bij haar moeder in de bus gezeten heb. Als scholier bezocht ik zes jaar lang een ver verwijderde middelbare school. Op mijn opmerking ‘Dat je moeder dit nog weet’, antwoordt de leerling met een grijns:

‘Mijn moeder zei dat u heel vaak uit de bus gezet werd.’

Nooit meer aan gedacht, maar nu herinner ik het me.

Iets met repetitieblaadjes die weggemoffeld moesten worden en via noodluiken brandend naar buiten konden.

Deze keer is ook de leraar blij dat de bel gaat, en de herfstvakantie begint.

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
Omdat Iran nog altijd een handelspartner is van de EU, bestaat de indruk dat dat een rol speelt om de Iraanse Revolutionaire Garde niet op de Europese terreurlijst te zetten.

Gênante en bureaucratische vertoning bij Europese aanpak van Iraanse Revolutionaire Garde

In de Europese discussie over het aanpakken van de Iraanse Revolutionaire Garde voert volgens Freek Vergeer de koopmansgeest de boventoon. Met Iran valt geld te verdienen.

Het bezit van de auto zorgt in mijn geval voor een mildere houding: je kunt niet alle wereldproblemen in je eentje oplossen.

Van treinreiziger naar filerijder. Wat het bezit van een Volkswagen Up met mijn wereldbeeld doet

Lange tijd zei Carin Slotboom tegen autorijders: ‘wat geeft jou het recht om auto te rijden, terwijl je weet dat de invloed op de omgeving slecht is?’ Ze heeft nu ruim een half jaar zelf een auto en maakt de balans op.

Nederland neemt met zo'n 5000 militairen deel aan de NAVO-oefening Steadfast, waar in totaal 90.000 militairen uit 32 landen aan meedoen. Hier vindt een oversteek van de IJssel plaats.

Dienstplicht alleen voor jongeren? Stel de héle maatschappij in dienst van Defensie

Een oorlogseconomie klinkt eng, maar het gebrek aan zo’n economie is veel zorgelijker, betoogt militair Herwin Meerveld. Hij vindt dat je de dienstplicht veel breder moet zien.

NSC wil dat de overheid regelt dat werkgevers medewerkers aanspreken op welke dag ze naar kantoor komen, om zo de verkeersdrukte te spreiden.

Voorschriften, regels en wetten maken mensen en ondernemingen kapot, zegt Frank van den heuvel

Wanneer stopt de drang bij de overheid naar registratie, regels en controle? Ondernemers zijn volgens Frank van den Heuvel woest en wanhopig. Dit is de reden dat mensen klaar zijn met ‘Den Haag’.

We maken de mooie hoofdstukken van het leven tot kostbare herinneringen.

Liefdevol ontvlechten bij een echtscheiding is mogelijk: erken elkaars menselijkheid

Midden in de storm van een echtscheiding is het mogelijk samen te kiezen voor een proces van liefdevol ontvlechten, stelt voorganger en therapeut Martin de Jong.

Theo Basoski: 'In de beleving van veel jongeren ligt er een heel groot accent op het ene moment van openbare geloofsbelijdenis. Dat werkt onnodig drempelverhogend.'

Het kerkelijke gebruik van de openbare geloofsbelijdenis heeft in deze tijd ook keerzijde

Mooi dat jonge mensen belijdenis van hun geloof afleggen. Maar het gebruik van openbare geloofsbelijdenis, zoals die in veel protestantse kerken bekend is, heeft ook nadelen, stelt studentenpastor Theo Basoski.