Direct naar artikelinhoud
ReportageTechnologie

De moderne ambtenaar is een nerd

Grote steden hebben steeds vaker nerds in dienst die via moderne technologie zorgen voor betere dienstverlening. Onlangs waren ze in Amsterdam bijeen om ervaringen te delen.  

Ger Baron (Amsterdam), Francesca Bria (Barcelona), Theo Blackwell (Londen) en Dr. Aicha (Dubai) bij het REM Eiland.Beeld Marlena Waldthausen

Theo Blackwell was nog geen jaar in functie als chief digital officer van Londen, toen een collega op het stadhuis hem dit voorjaar opgewonden wees op het feit dat Uber in Parijs experimenteert met vliegende taxi’s. Waarom is Londen daar nog helemaal niet mee bezig, wilde de collega weten. Blackwell lacht als hij aan het voorval denkt. ‘Ik heb geantwoord: vliegende taxi’s bestaan nog niet!’

Als huisnerd van een eeuwenoude miljoenenstad heeft Blackwell voorlopig geen tijd voor zwaar futuristische projecten. ‘Ik heb al mijn aandacht nodig om grip te krijgen op de IT-infrastructuur die we al hebben. En te zorgen dat we mogelijkheden benutten die alle bestaande techniek biedt.’

Blackwell is een van de twaalf stedelijke innovatiestrategen die onlangs in Amsterdam waren op uitnodiging van de Amsterdamse chief technology officer, Ger Baron. Op het festival We Make the City laveerden zij tussen enthousiasme en zorg over de technologische ontwikkelingen in hun stad.

Veel grote bedrijven kennen de functie van chief technology officer al decennialang. De cto moet bepalen wat op korte en lange termijn de consequenties zijn van technologische ontwikkeling voor de investeringen en strategische koers van de onderneming. Maar bij steden is het begrip pas sinds dit decennium hard in opkomst. New York tuigde als een van de eerste metropolen een afdeling op die gericht is op technologie en innovatie. In eerste instantie uit frustratie over het feit dat techbedrijven vooral in Californië neerstreken. Terwijl New York voor creatievelingen zoveel geweldigs te bieden had en de veelbelovende techsector naar de stad wilde lokken.

Hip

Inmiddels zijn er tientallen grote steden op de wereld met hun eigen innovatieafdelingen. Met aan het hoofd een digital, innovation of technology officer. Het creëren van een goed vestigingsklimaat voor hippe techbedrijven is voor de meesten nog altijd een belangrijke taak. Maar belangrijker is toch wel hoe steden technologie kunnen gebruiken om de diensten van de gemeente en het leven van burgers te verbeteren.

‘Wij willen van Dubai een vrolijke stad maken en het met technologie makkelijker maken voor onze burgers om hun behoeften te vervullen’, zegt Aisha Bin Bishr die als gesluierde vrouw een opvallende verschijning is tussen haar Europese collega’s. In Dubai leidt zij het ‘smart city office’. Praktisch betekent haar missie in de eerste plaats dat zij werkt aan technologie die een ‘papier- en cashloze stad’ mogelijk moet maken. Zodat burgers ‘naadloos’ vanuit huis gemakkelijk hun zaken bij de gemeente kunnen regelen.

Dubai wil voorop lopen. In 2020 organiseert het emiraat de Wereldtentoonstelling. ‘En die zal weer net als bij roemruchte wereldtentoonstellingen uit het verleden de allerlaatste technieken tonen’, verzekert Bin Bishr. ‘Met inzet van sensors, robots en kunstmatige intelligentie.’ Zelfrijdende auto’s zullen ‘all over the place’ zijn, belooft ze. ‘Net als technieken op het gebied van duurzame energie. En zelfs vliegende taxi’s.’

Lovend

De missie van haar Londense college Theo Blackwell heeft dus een iets minder hoog sciencefiction-gehalte. Maar intussen is hij wel lovend over alles wat technologie al voor de stad heeft betekend. ‘Dankzij goede websites van de gemeente hoeven mensen veel minder in de rij te staan. Bijvoorbeeld voor parkeervergunning. Een enorme verbetering, want in de rij staan om veel geld te mogen betalen voor je auto is behoorlijk frustrerend.’ Of neem het contactloos betalen in het openbaar vervoer. ‘Daardoor is de doorstroming veel beter, en kunnen we in het oude metrostelsel van Londen meer mensen aan. Ook kunnen we de data analyseren en beter zien hoe we het openbaar vervoer kunnen verbeteren.’

Dit soort ontwikkelingen verklaart volgens Blackwell hoe het kan dat terwijl Londense stadsdelen de laatste jaren veertig procent minder budget kregen de burgers toch positiever waren over de dienstverlening.

Zijn belangrijkste missie is nu om alle informatie uit ICT-systemen die de gemeentelijke diensten en stadsdelen in Londen de afgelopen decennia hebben opgetuigd, veel beter te koppelen en interpreteren. ‘Zodat we eerder kunnen ingrijpen als er iets misgaat.’ Blackwell analyseerde bijvoorbeeld de geschiedenis van een multiprobleemgezin dat binnen een aantal jaar met tientallen overheidsinstanties in aanraking kwam. ‘Het begon ermee dat de voordeur drie keer vernield was. De woningcorporatie verving steeds de deur. Maar achteraf zeiden hulpverleners: dat hadden we moeten weten, want het waren signalen van huiselijk geweld.’

Slimme analyse

Ger Baron ziet in Amsterdam onder meer grote kansen om dankzij slimme data-analyse de verkeersstromen door de stad efficiënter te organiseren. ‘En of gezondheidsbeleid werkt. Door te kijken of supermarkten in een buurt minder ongezonde producten verkopen als er op scholen voorlichting is gegeven over de risico’s van overgewicht.’

Maar terwijl steden met nieuwe technologieën hun voordeel proberen te doen, moeten ze ook een antwoord zien te vinden op de grote impact van technologie die constant de stad binnenkomt.

Francesca Bria was op dat punt een van de meest uitgesproken deelnemers aan de Amsterdamse conferentie. De Italiaanse wetenschapper is door de links-activistische burgemeester Ada Colau van Barcelona aangesteld. Net als Amsterdam werd de Catelaanse hoofdstad de afgelopen jaren overvallen door het succes van de Amerikaanse platforms Airbnb en Uber. Bria: ‘Buitenlandse bedrijven die veel geld verdienen in de stad, geen belasting betalen, banen verwoesten en de welvaartsstaat ondermijnen die wij in Europa zo belangrijk vinden.’

Speciale zorg heeft Bria daarbij over alle data die dergelijke bedrijven vergaren over de burgers van Barcelona. ‘Wij willen niet dat zulke data in handen vallen van bedrijven als Cambridge Analytica.’

Grip

Barcelona heeft de afgelopen twee jaar al veel ondernomen om meer grip te krijgen op de ‘neoliberale bedrijven uit de VS’. Onder meer door alle bedrijven die een opdracht voor de stad uitvoeren te verplichten alle persoonsgegevens die ze verzamelen over burgers te delen met de gemeente. ‘Of het nu gaat over een fietsdeelsysteem, of vuilnisophaaldiensten, de data moeten worden gedeeld met de gemeente’, zegt Bria. Tevreden stelt ze vast dat Berlijn die clausules inmiddels heeft overgenomen.

Samenwerken met anders steden was voor Bria een van de belangrijkste reden om de conferentie in Amsterdam te bezoeken. En dat geldt voor meer cto’s. Blackwell: ‘We moeten onze ervaringen delen, goede oplossingen van elkaar overnemen. Samen hebben we kritische massa om eisen te stellen aan grote bedrijven.’