Direct naar artikelinhoud
wedstrijdverslagAjax - Vitesse (4-2)

Titel Ajax lonkt, maar is nog niet aanraakbaar

Hakim Ziyech is na zijn openingsgoal tegen Vitesse naar de kant gesneld en valt daar in de armen van Neres.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Het eerste kampioenschap van Ajax sinds 2014 is te ruiken rond de Johan Cruijff Arena, het hangt in de lentelucht na de redelijk eenvoudige overwinning op Vitesse. De titel ligt alleen nog net niet voor het oprapen.

Na één helft beuken tegen een Arnhemse muur ontmantelde Ajax het lang tijd zeer defensief ingestelde Vitesse in een korte periode na rust, om zelfs een nationaal record te vestigen qua doelpunten, voor zover dat van belang is. Ajax scoorde inmiddels 160 keer in de eredivisie, Europese duels en bekertoernooi samen, twee treffers meer dan het destijds oppermachtige AZ in 1980-1981. Maar voor dat soort prijzen doen ze het niet in Amsterdam.

Belangrijker voor Ajax was de overwinning met 4-2, met mede door te snelle wissels groot verval in het laatste half uur, waardoor de wedstrijd nog bijna spannend werd. Ajax staat zeker tot donderdag drie punten voor op PSV, met daarbij een voordelig saldo van dertien doelpunten. PSV voetbalt dan in Tilburg de op papier lastige wedstrijd tegen Willem II. Daarna is de onderlinge strijd even voorbij voor de topclubs, om de spanning even te laten sudderen. PSV is na donderdag zelfs vrij tot 12 mei. Ajax ook, in de competitie althans, maar het elftal van Erik ten Hag treedt tussendoor op in twee halve finales van de Champions League tegen Tottenham Hotspur, en in de bekerfinale op 5 mei tegen Willem II.

Ajax speelde een uur lang geconcentreerd en variërend in tempo, waarbij de fascinerende, uiteindelijk mislukte jacht van spits Kasper Dolberg op een doelpunt een speciaal element vormde. Na 3-0 gaf Ten Hag een paar spelers wat rust, Hakim Ziyech en Nicolas Tagliafico met name. Daarop volgde de minste periode van de thuisclub.

‘Het is zo dichtbij, en toch zo ver af’, zeggen ze bij Ajax als ze over de spannende ontknoping van het voetbaljaar praten. Al dat schijnsel van zilverwerk schittert, terwijl Ajax alleen pas met de neus op de vitrine gedrukt staat. Niets is nog aanraakbaar. Ja, nog twee wedstrijden te gaan dus in de competitie, op 12 mei thuis tegen FC Utrecht en drie dagen later in Doetinchem tegen De Graafschap. Twee keer winnen is sowieso genoeg, gezien het veel betere doelsaldo. Intussen is het afwachten wat PSV doet, tegen Willem II dus, of op 12 mei tegen AZ, eveneens uit, en op 15 mei thuis tegen Heracles.

Kasper Dolberg probeert door de verdediging van Vitesse te breken.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

De op twee na laatste klus voor Ajax was redelijk eenvoudig, al was de opluchting groot bij de openingstreffer kort voor rust. Vitesse trok een muur op, vertraagde en rekte tijd. Coach Leonid Sloetski had al aangekondigd dat hij zou afwijken van de gemiddeld gesproken vrij offensieve instelling van zijn elftal. Hij miste onder anderen rechtsachter Karavajev en routinier Büttner. In de warming-up viel ook nog zijn beste aanvaller weg, Bryan Linssen.

Dat doelpunten zouden vallen, was niet moeilijk te voorspellen, al was eerst een schitterende sliding van Daley Blind nodig om de doorgebroken jongeling Thomas Buitink van scoren af te houden. Blind was ook de initiator van de 1-0, met een formidabele dieptepass, kort voor rust. Tadic controleerde de bal, kapte de statische tegenstander Max Clark uit en zette voor op Ziyech, die behendig scoorde. In de laatste periode van de eerste helft overliep Ajax de tegenstander.

Ten Hag had weer eens gekozen voor een klassieke spits, Kasper Dolberg. Klaas Jan Huntelaar, tussen de supporters op de tribunes, was immers niet beschikbaar vanwege zijn rode kaart in Groningen. David Neres zat op de bank, Dusan Tadic was linksbuiten. Dolberg heeft moeite met zijn ritme, zeker nu hij in feite derde keus is als spits, want Huntelaar is hem voorbij. Hij oogt logger dan in zijn beste seizoen, twee jaar geleden. Hij werkte hard, had misschien een strafschop moeten krijgen en miste zijn grootste kans kort na rust, toen hij alleen voor doelman Remko Pasveer keihard schoot in plaats van de bal gewoon te plaatsen.

Kort daarna scoorde Ajax snel twee keer, door een strafschop van Tadic en een kopbal van Matthijs de Ligt, volgens het recept van Turijn na een hoekschop van Lasse Schöne. Een doelpunt van Ziyech werd nog afgekeurd vanwege buitenspel. Het ritme stokte vooral na de wissels. Vitesse viel eindelijk aan en scoorde eerst uit een counter via Navarone Foor. Vitesse maakte via een kopbal van invaller Oussama Darfalou zelfs nog een doelpunt, maar tegen die tijd had Tadic al een tweede strafschop benut. Hij staat nu op 24 competitiedoelpunten, drie minder dan Luuk de Jong van PSV. Maar om dat soort prijzen gaat het ze niet bij Ajax.