Direct naar artikelinhoud
Column

‘Kille’ cijfers doen niet aan discriminatie, onderschatting of seksisme

‘Kille’ cijfers doen niet aan discriminatie, onderschatting of seksisme

Hé, wat is dit nu voor nieuws? Meisjes worden onderschat in het onderwijs. De leerkracht in groep 8 geeft hun een te laag advies.

Hoezo? Meisjes deden het toch stukken beter dan jongens? Al jaren halen op het vwo meer meisjes dan jongens hun diploma. Ze doen dat met hogere cijfers en glijden minder snel af. In het hoger onderwijs zijn meisjes in de meerderheid; op de laagste typen vmbo en in het speciaal onderwijs zitten meer jongens. In 2017 was ruim de helft van de vrouwelijke dertigers hoogopgeleid, tegenover 43 procent van de mannen – een flink verschil. (www.onderwijsincijfers.nl )

Arme jongens, klinkt het al jarenlang, ze blijven hopeloos achter. De ideale leerling van de 21ste eeuw is een meisje. Het talige, coöperatieve, empathische meisje, en niet de competitieve, borstroffelende en snel afgeleide jongen. Het huidige onderwijs zit meisjes – die brave, binnen de lijntjes kleurende meisjes, grommen sommigen – als gegoten. Onderzoekers waarschuwen: school moet ook toegesneden zijn op jongens. Tegen dovemansoren trouwens.

Niet dat elke seksistische hobbel voor meisjes al is genomen. Het eclatante onderwijssucces van vrouwen wordt helaas nog niet weerspiegeld in hun superioriteit op de arbeidsmarkt, noch in de hoogte van hun salaris. Ook zouden weinig vrouwen kiezen voor exacte vakken. Maar dat verandert. Áls meisjes bètavakken kiezen, halen ze daarin hogere cijfers dan jongens (www.qompas.nl). Bij de bètastudies geneeskunde, psychobiologie, farmacie en medische natuurwetenschappen is de meerderheid vrouw (www.vhto.nl)

Maar nu blijkt dat die meisjes, op de middelbare school althans, succesvol zijn ondanks een extra handicap: onderschatting door hun juf of meester. Volgens de net verschenen Jeugdmonitor van het CBS zat vorig jaar 16 procent van de meisjes in de derde klas van de middelbare school op een hoger schoolniveau dan het advies van hun basisschool had voorspeld; bij de jongens was dat 10 procent. Op het vwo is het verschil nog groter: 21 procent van de meisjes in 3 vwo heeft op de basisschool een lager advies gekregen, en 14 procent van de jongens.

De geleerden zijn het over de oorzaken nog niet eens; er is meer onderzoek nodig. Het zou best kunnen dat meisjes op de middelbare school een inhaalslag maken, omdat ze goed gedijen bij de lesmethodes, terwijl puberjongens een groeiende hekel krijgen aan school.

Maar er zijn ook tekenen dat meisjes simpelweg een te laag advies krijgen. Dat toenemende verschijnsel zou weleens te maken kunnen hebben met het beleid, sinds 2015, om het schooladvies van de leerkracht van de basisschool leidend te maken en niet de Citotoets. Meisjes scoorden in 2015 vaker een hoger niveau op de eindtoets dan het advies dat ze van de leerkracht hadden gekregen, toch werd hun advies, na die onverwacht hoge toetsuitslag, niet vaker bijgesteld dan bij jongens. Met andere woorden: het kostte meisjes meer moeite hun leerkracht – meestal een vrouw – te overtuigen van hun kwaliteiten. Dat is zorgwekkend.

Eerder meldde de Onderwijsinspectie dat kinderen van laagopgeleide ouders op de basisschool een lager advies van de leerkrachten krijgen dan kinderen van hoogopgeleiden met dezelfde Citoscores. En nu blijkt datzelfde te gebeuren bij meisjes. Meisjes van laagopgeleide ouders hebben dubbel pech.

Vroege selectie is wreed voor kinderen – dat heb ik hier vaker betoogd. Maar zolang we dat rotsysteem hebben moeten objectieve gegevens leidend zijn, niet het oordeel van de leerkracht. Als je het het aan mensen overlaat om te oordelen, dan spelen taaie vooroordelen over sekse en milieu volop mee – onbewust, natuurlijk. Daartegen moeten we kinderen beschermen. ‘Kille’ cijfers doen niet aan discriminatie, onderschatting of seksisme.