Direct naar artikelinhoud
BeeldvormersFresco in de ruimte

De foto van David Scott in de ruimte in 1969 doet denken aan een fresco uit de Renaissance

De rubriek Beeldvormers onderzoekt hoe een foto onze kijk op de werkelijkheid bepaalt.

David Scott komt uit de Apollo 9 in maart 1969, foto door Russell Schweickart.Beeld Getty

Het is zaterdag – het zal niemand zijn ontgaan – vijftig jaar geleden dat de Apollo 11 op de maan landde, niet lang waarna Neil Armstrong de woorden sprak die we allemaal kunnen dromen. Het historisch belang van de maanlanding op 20 juli 1969 was zo groot, dat ze afgelopen weken nog steeds een overstelpende hoeveelheid media-aandacht heeft opgewekt. Zozeer dat een andere, iets eerdere historische gebeurtenis in de ruimte er vrijwel door in de vergetelheid is geraakt. Alsof de mensheid daarnaar níét met open mond heeft staan kijken en er minstens een moment van (voor sommigen bijna goddelijke) inspiratie aan heeft ontleend.

Op het denkbeeldige podium van onze herinnering zijn David Scott en Russell ‘Rusty’ Schweickart door de superhelden Armstrong en Buzz Aldrin naar de coulissen verdreven. Terwijl de eerstgenoemden toch een hoofdrol speelden in het op foto’s vastgelegde danstheater dat, een paar maanden voorafgaand aan de landing van de Apollo 11, het ruimteproject een licht filosofische, renaissancistische allure gaf.

De astronauten Scott en Schweickart maakten deel uit van de driekoppige bemanning van de Apollo 9, en waren de eersten die, gelijktijdig, door middel van een ruimtewandeling de veiligheid en gebruiksvriendelijkheid van de witte pakken zouden beproeven waarin Armstrong en Aldrin twee missies later op het maangruis zouden rondstappen.

Op 6 maart 1969 was het zover. Scott had zijn witte pak aan, de felrode helm op zijn hoofd, en zweefde naar buiten via het openstaande luik van de Spider, de testlandingsmodule die was gekoppeld aan het moederschip, de Gumdrop. Het moment is vastgelegd door Schweickart vanuit de Gumdrop – een iconische foto.

Natuurlijk, er waren eerder beelden gemaakt van ruimtevaarders aan de wandel, bijvoorbeeld tijdens het Geminiproject dat aan de Apollovluchten voorafging. Maar wat op de foto’s van die – wat rommelig verlopen – ruimtetochtjes ontbreekt, is zicht op het luik dat de poort vormt tussen die benauwde binnenwereld van de Spider en de stille, gitzwarte eindeloosheid van het heelal. De achtergrond van Scotts ruimtedans wordt gevuld door het blauw van oceanen en de witte wolken die erboven hangen – een aards en hemels decor ineen.

De haarscherpe foto, gemaakt met een superieure Hasselbladcamera, doet onweerstaanbaar denken aan het fresco dat de Toscaanse schilder Luca Signorelli eind 15de eeuw schilderde in de Cappella Nuovo van de dom in Orvieto. Op het fresco beeldde hij de Griekse filosoof Empedocles af, een in 492 v. Chr. op Sicilië geboren wijsgeer. Zijn filosofie stoelt op de gedachte dat alles in het leven wordt bepaald door een mengsel van de vier elementen water, vuur, aarde en lucht, en de inwerking daarop van strijd en liefde. Op Schweickarts foto komen die vier – het zeewater, het vuur van de raketmotor, de lucht in het ruimtepak, de aarde in de diepte – toevallig prachtig samen.

Empedocles, fresco uit 1499-1502 door Luca Signorelli in de dom van Orvieto.Beeld Getty

Ik geef toe: dat Signorelli Empedocles heeft afgebeeld, werd me pas gewaar lang nadat ik zijn fresco in Orvieto had bewonderd. Ik dacht daar eerder dat de kunstenaar zichzelf had afgebeeld als rebelse jongeling, die de benauwende Middeleeuwen en het aardse krioelen verlaat, en – Renaissance immers – door het opengeslagen luik boven in de kerk de blik op de wijde wereld en het uitspansel richt.

Astronaut Schweickart raakte op zijn beurt tijdens zijn ruimtewandeling in een filosofische stemming. Omdat een videocamera vastliep, die een van de andere astronauten weer aan de praat moest zien te krijgen, had hij vijf minuten de tijd om, in plaats van tests uit te voeren, op zijn gemak om zich heen te kijken. Er was absolute stilte in zijn ruimtepak, en hij voelde hoe hij, gewichtloos immers, fluïde leek te worden, tot hij geen omhulsel meer voelde.

Later beschreef hij zijn gedachten in de vijf minuten die zijn leven bepaalden, die begonnen met de verwonderde vraag die Talking Heads-zanger David Byrne ook stelt, in Once in a Lifetime: ‘How did I get here?’ Schweickart vervolgt: ‘De mensheid heeft een punt bereikt waarop we vertrekken van de aarde. Het is maar een klein stukje, maar we dóén het.’ De astronaut, 33 toen hij met Scott de ruimte betrad, gaat verder en treedt in Shakespeare’s sporen: ‘Wie ben ik? Am Ime’, or am I us’? (Ben ik ‘ik’, of ben ik ‘wij’?). Het is overduidelijk dat je hier bent als een vertegenwoordiger van de mensheid. De mensheid zwermt uit, en jij bent slechts een representant op de grens.’

Een nederige bespiegeling van de ruimtereiziger, zeker vergeleken met de denkwereld van Empedocles, die zich bij leven als een god liet vereren. De geleerden zijn het er niet over eens hoeveel geschriften de filosoof uit Sicilië heeft nagelaten, maar één ervan verdient in dit verband vermelding: van zijn hand is de Hymne aan Apollo.

Rusty Schweickhart vertelt over zijn ruimtewandeling tijdens zijn missie met Apollo 9.