Direct naar artikelinhoud
ColumnPeter Winnen

De angst voor vrijheid, dat is Jans’ probleem

Bij het eerste berichtje moest ik grimlachen: typisch Jan. Op Mallorca, waar hij woont, was der Jan gearresteerd wegens huisvredebreuk. Hij was over een hek geklommen om een feestje bij te wonen waarvoor hij niet was uitgenodigd. Eenmaal in de tuin van landgenoot en buurman, de acteur en regisseur Til Schweiger, zocht hij ruzie met een paar wél uitgenodigde gasten.

Ik las het, en zag het voor mijn ogen gebeuren. Dit is het gekke: bij alle stommiteiten waarmee hij in de loop van de jaren in het nieuws kwam zag ik de beelden voor me. Alsof Jan acteerde in een grofkorrelige, existentialistische film.

Bij het tweede berichtje zag ik ook beelden, maar soms wendde ik mijn hoofd af. Na een nacht in de cel op Mallorca vloog hij naar Frankfurt om zich te laten behandelen voor zijn alcohol- en drugsverslaving. Aldaar, in een duur hotel, kreeg hij het aan de stok met een door hem bestelde escort. Kierewiet door (waarschijnlijk) coke, plaatste hij zijn handen rond haar nek tot ze het zwart voor de ogen kreeg.

Der Jan werd naar een psychiatrische kliniek vervoerd omdat de Duitse politie geen heil zag in het verhoren van een doorgedraaide patiënt. De tragiek van de film zit erin dat hij naar Frankfurt ging om vrouw en kinderen terug te winnen, maar hen definitief verloor.

Zijn (tweede) vrouw Sara had hem in maart verlaten, en nam de kinderen mee. Op het internet kan ik er niks over terugvinden, maar volgens mijn doorgaans goed geïnformeerde Duitse fietsvrienden kwam het omdat der Jan op Mallorca een wulpse Cubaanse had leren kennen.

In de tijd dat der Jan nog koerste discussieerde ik soms fel met de Duitse fietsvrienden. Zij vielen hem af, der Jan leefde niet voor de sport. In plaats van één Tour de France had hij er vier kunnen winnen voor die Heimat. Ik nam het altijd voor hem op. Ik wees op zijn jeugd in de voormalige DDR waar hij op basis van zijn ongehoorde aanleg geroepen was de superioriteit van de socialistische heilstaat te demonstreren, en vooral niet na te denken over zichzelf. De staat dacht na, punt.

De angst voor vrijheid, dat was − en is nog steeds − Jans’ probleem.

Ik lees dat zelfs Lance Armstrong hem oproept zich eindelijk adequaat te laten behandelen. Lance was vroeger bang voor hem omdat Jan intrinsiek veel beter was. Op elk moment kon hij de DDR te boven komen.