Commentaar: Europese zorgen
Stembusuitslagen kunnen misleiden. Zeker bij de Europese verkiezingen. Want de analyses en commentaren zullen weer gaan over of ‘de pro-Europese’ partijen hebben gewonnen, of de eurosceptische of de anti-Europese partijen.
Maar daar ging het voor veel kiezers niet om, toen ze hun stem uitbrachten. Denk alleen al aan de Britten, voorgesorteerd voor de brexit en geconfronteerd met chaos in Londen. Anderen wantrouwen de eigen regering, zoals in Roemenië, waar twee derde van de kiezers ‘Brussel’ juist ziet als bescherming tegen de overheid in eigen land. Of neem de Groningers, die afgelopen week hun bed weer werden uitgetrild.
De echte vraag is, wat kiezers tot hun keuze dreef. Dat is in ieder land verschillend, bleek uit een onderzoek onder 60.000 Europese kiezers in Europa. Maar één verontrustend antwoord kwam telkens bovendrijven.
De EU is geen symbool van vrede meer. Veel burgers zijn onzeker, over hun toekomst, die van hun kinderen, van de EU en zelfs van de vrede in Europa. Vooral jongeren – in Nederland zelfs de meerderheid – denken dat landen binnen de EU in de komende tien jaar weleens met elkaar op de vuist kunnen gaan. De EU staat in hun beleving gelijk aan politieke conflicten, eigenbelang, machtspolitiek. Een derde van de ondervraagde burgers is ‘het verhaal’ van de Europese samenwerking als project van vrede en democratie kwijtgeraakt.
Het heeft geen zin meer, hun kritiek per onderwerp te beantwoorden, met cijfers en feiten over zaken als migratie, klimaatbeleid of inkomen. Dat overtuigt niet meer. Want het dragende verhaal eronder is zoekgeraakt, in die constante sfeer van politiek conflict.
Hoe ontwrichtend dat kan werken, laat Frankrijk zien. Daar won Emmanuel Macron de verkiezingen met een verhaal dat beloftes inhield. La Republique en Marche, de republiek voorwaarts, is de naam en de slogan van zijn partij. Maar het werden vooral de ontevreden ‘gele hesjes’ die optrokken naar Parijs.
In de beleving van de meeste Fransen zijn Brussel en Parijs één pot nat. Ruim twee derde van de Franse ondervraagden gaf aan dat zowel de Europese als de nationale politiek ‘een kapot systeem’ is. En in de hele EU gelooft maar 24 procent echte invloed op de politiek te kunnen hebben.
Dit gat tussen de politieke leiders en hun burgers is te wijten aan het gebrek aan een leidend, principieel en vooral gedeeld verhaal. En het zijn de politici die even moeten ophouden met hun debatten en zetels tellen. Ze moeten terug naar de burgers, om weer samen een visie op te bouwen voor de democratie, in eigen land en in Europa.
de mening van het Nederlands Dagblad