Direct naar artikelinhoud
Ten Slotte

Geluidsmagiër Steve Albini (1962-2024) bepaalde de sound van duizenden bands

De jaren negentig hadden anders geklonken als Steve Albini niet zijn stempel had gedrukt op de alternatieve muziek van die tijd. The Pixies, PJ Harvey, The Jesus Lizard en vele andere bands uit die periode van zware gitaren en doordenderende ritmesecties danken hun sound aan zijn opnamestudio.

Steve Albini in 2014.Beeld Getty Images

De Italiaans-Amerikaanse Albini haalde een groot deel van zijn geluidstechnische kennis uit de praktijk. Als tiener speelde hij al in punkbands en als 20-jarige student journalistiek begon hij Big Black, dat op de Nederlandse radio eens werd aangekondigd als ‘het is klein en wit en komt uit Chicago’. De nummers van het trio borrelen over van woedende energie. Een zompig vervormde bas en blikkerige gitaren worden voortgestuwd door botte heipaalbeats van een drumcomputer, waar Albini met soms overslaande stem teksten overheen schreeuwt over kinderlokkers, verveling, pyromanen en stompzinnige baantjes.

Toen Big Black in 1987 uit elkaar viel, begon Albini een nieuw trio, Rapeman. Bijna meteen had de frontman spijt van de naam, die ontleend was aan een obscuur Japans stripverhaal, maar aanvoelde als ‘een foute tatoeage,’ zoals hij later bekende in een interview. Na slechts één album werd Rapeman ontbonden en richtte Albini Shellac op.

Tegen die tijd genoot hij al een grote reputatie als producer – hoewel hij zichzelf altijd ‘recording engineer’ noemde. Die term zegt veel over zijn ambachtelijke, om niet te zeggen puristische, aanpak. Alle opnamen waren strikt analoog en er werd achteraf niet aan gesleuteld en geschaafd.

Royalty’s geweigerd

Albini bezat een gigantische verzameling microfoons en versterkers en zorgde telkens voor de beste combinatie van instrument en opnameapparatuur. Daar hebben we de gekartelde gitaren op In Utero van Nirvana aan te danken en die heerlijke combinatie van gortdroge snaredrum en rollende bas op Pod, het debuut van the Breeders

Het aantal bands dat bij de geluidsmagiër heeft aangeklopt, loopt in de duizenden. Ook Nederlandse bands als Caesar en Cords gingen met hem de studio in. Als Albini van al die albums royalty’s had ontvangen, was hij steenrijk geworden. Maar die weigerde hij uit principe. Hij was extreem kritisch over de mainstream platenindustrie en verkondigde zijn mening luid en duidelijk in paneldiscussies en artikelen. Albini vond dat muzikanten financieel werden uitgemolken en hun werk werd platwalst tot audio-eenheidsworst. Om die reden is ook geen seconde muziek van zijn eigen bands te horen via Spotify.

Met de veranderende muzikale wind is Albini’s status als undergroundhalfgod de afgelopen jaren een beetje verbleekt. Hij begon een foodblog en ontpopte zich als pokerspeler op wereldtopniveau. Intussen bleef hij muziek maken. De nieuwe plaat van Shellac, To All Trains, komt uit over twee weken. Dat maakt Albini niet meer mee. Hij overleed dinsdag 7 mei op 61-jarige leeftijd aan een hartaanval, achter de knoppen van zijn studio.

Download de app van Het Parool

Blijf 24/7 op de hoogte: download onze mobiele app voor Android of iOS en zet in het menu meldingen aan. Lees hier hoe je onze pushberichten aanzet

Heb je een tip of opmerking voor de redactie? Stuur een bericht naar onze tiplijn.

Luister naar onze wekelijkse podcast Amsterdam wereldstad

Video wordt geladen...