Direct naar artikelinhoud
Opinie

Opinie: ‘De wachttijden voor sociale huur in Amsterdam lopen door minister De Jonge nog verder op’

Minister Hugo de Jonge heeft twee goede wetsvoorstellen om te bereiken dat er meer betaalbare huurwoningen komen. Maar door twee onnodige maatregelen in de wetten dreigt de sociale woningvoorraad in Amsterdam juist te verminderen, waarschuwt Woonbonddirecteur Zeno Winkels.

Woonprotest op Bickerseiland in 2021 tegen de verkoop van sociale huurwoningen.Beeld Joris van Gennip

De afgelopen weken kondigde minister Hugo de Jonge twee wetsvoorstellen aan, te weten de Wet betaalbare huur en de Wet versterking regie volkshuisvesting. De wetten pakken grotendeels goed uit: de eerste legt torenhoge huren in de vrije sector aan banden en de tweede zorgt ervoor dat alle gemeenten moeten bijdragen aan de bouw van voldoende betaalbare woningen.

Maar de wetsvoorstellen hebben ook verstrekkende gevolgen op het aanbod van sociale huurwoningen in Amsterdam, terwijl de wachtlijsten voor sociale huur al extreem lang zijn. De Woonbond steunt de wetten, maar dringt aan op verbetering van de voorstellen.

Dit is een ingezonden bijdrage

Dit artikel is een ingezonden bijdrage, geschreven door Zeno Winkels, directeur van de Woonbond.

Opiniestukken worden door lezers ingezonden en vertegenwoordigen niet het standpunt van de Paroolredactie. Iedereen kan opiniestukken inzenden. Lees hier hoe dat werkt.

De Wet betaalbare huur, die binnenkort in de Tweede Kamer wordt behandeld, moet de torenhoge huren in de vrije sector aan banden leggen door de bestaande huurprijsbescherming (het woningwaarderingsstelsel) uit te breiden en bindend te maken. Dat is goed nieuws. De kwaliteit van de woning gaat voor meer woningen leiden tot een maximaal toegestane huurprijs, en verhuurders die te veel vragen kunnen straks beboet worden door de gemeente. Dit zijn verbeteringen ten opzichte van de huidige huurprijsbescherming, waar veel minder woningen onder vallen. Veel Amsterdammers hebben dan ook veel voordeel van dit voorstel.

WOZ-waarde telt mee

In de huidige huurprijsbescherming telt de WOZ-waarde ook al mee in het bepalen van de maximale huurprijs. Om te zorgen dat niet te veel sociale huurwoningen, vooral door een hoge WOZ-waarde in de vrije sector, in handen van beleggers belanden, is er een WOZ-cap ingevoerd. De WOZ-cap beperkt hoeveel de WOZ-waarde van een woning mag meetellen.

De ‘cap’ geldt in het wetsvoorstel straks alleen als scheiding tussen de gereguleerde middenhuur (tussen de 900 en 1150 euro per maand) en de vrije sector, en niet meer als stop tegen het weglekken van sociale huurwoningen. Doordat in Amsterdam de WOZ-waarde over het algemeen relatief hoog ligt heeft dit verstrekkende gevolgen.

Zo rond de 10 procent van de woningen in Amsterdam zijn sociale huurwoningen in handen van een particuliere verhuurder. Veel van de sociale voorraad van particulieren verdwijnt uit de sociale voorraad naar het duurdere gereguleerde middensegment. Hiermee verliest Amsterdam tienduizenden sociale huurwoningen. Voor een wet die meer betaalbare woningen moet realiseren is dat het paard achter de wagen spannen. De wet moet dan ook verbeterd worden, door generiek te beperken hoeveel de WOZ-waarde mag meetellen in de maximale huur.

Bijbouwen in betaalbaar segment

Dan het andere wetsvoorstel; met de Wet versterking regie volkshuisvesting stelt de minister voor dat gemeenten in het betaalbare segment bijbouwen. Nieuwbouw moet voor twee derde betaalbaar zijn. Vaak betekent dat circa 30 procent sociale huur en 40 procent middensegment bij nieuwbouw. De Amsterdamse ambities voldoen daar eenvoudig aan, de gemeente wil 40 procent sociale huur bouwen en 40 procent middensegment. Maar een deel van de Tweede Kamer wil nu dat de minister hogere ambities op het gebied van sociale huur dan 30 procent blokkeert.

In de wet wordt nu voorgesteld – na politieke wensen van met name de VVD – dat gemeenten met relatief veel sociale huur minder sociale huurwoningen moeten bouwen. Woonbond, corporaties, provincies en gemeenten gingen hier eerder in onderhandelingen over de nationale prestatieafspraken niet mee akkoord. Dus ging de rem op de groei van sociale huur van tafel.

Nu probeert de minister het tegen de afspraken in nog een keer. Amsterdam wordt straks via deze wet gedwongen om minder sociale huur te bouwen en meer duurdere woningen, tegen de wens van huurders, gemeente en woningcorporaties in. Een gotspe, die door de Tweede Kamer zou moeten worden teruggedraaid.

Omgekeerd effect

Kortom: Amsterdam verliest in de bestaande voorraad een enorme berg aan sociale huurwoningen en ze mogen vervolgens ook nog eens minder sociale huurwoningen bij bouwen.

Zo dreigt de minister met twee wetten die juist bedoeld zijn om meer betaalbare huurwoningen te realiseren voor Amsterdam het omgekeerde te bereiken. Datzelfde gevaar dreigt in andere steden met veel sociale huur in particulier bezit en hoge ambities voor nieuwbouw door woningbouwcorporaties. Als de Tweede Kamer echt ruimte wil voor betaalbare woningen, worden beide wetten verbeterd om betaalbare woningen voor lagere en bescheiden middeninkomens te behouden én volop bij te bouwen.

Zeno Winkels is algemeen directeur van de Woonbond.