Direct naar artikelinhoud

Steekpenningen, witwassen, bedreiging: de onderwereld infiltreert in de gemeente

Steekpenningen, witwassen, bedreiging, steeds meer gemeentebesturen krijgen te maken met infiltratie door de onderwereld. De bestuurlijke en juridische middelen om dat tegen te gaan zijn beperkt. Alertheid is nu het magische woord.

Hoe integer is de lokale politiek nog?
Beeld Illustratie Erik Varekamp

Burgemeester Winants van Brunssum waart op een voorjaarsdag in 2015 verbijsterd rond in de catacomben van een huis op een heuvel. Het is het chalet van de gearresteerde drugsdealer Cor van R. Bij een inval zijn wapens, drugs en een amfetaminelaboratorium aangetroffen. Dat het huis onderaardse gewelven heeft met bars en dark roomachtige vertrekken heeft de burgemeester nooit geweten. Hoe kan dit? Wie heeft hiervoor de vergunningen verleend?

Terug op het gemeentehuis vertellen een paar ambtenaren dat ooit een aanvraag voor vergunning is ingediend. Die is in een kast beland, er is gewacht totdat de termijn waarbinnen de gemeente moest reageren was verstreken. Dan is volgens de regels de vergunning automatisch verleend.

De burgemeester vermoedt opzet, hij denkt dat een of meerdere ambtenaren zijn omgekocht. Hier klopt geen moer van, denkt hij. Hij ziet ambtenaren met een keurig salaris een uitbundig rijk leven leiden. Hij verdenkt met name zijn ambtenaar John P., verantwoordelijk voor het onderhoud van gemeentelijke voorzieningen. P. rijdt in een dikke BMW, heeft een tweede huis in Hongarije. De burgemeester stapt najaar 2015 naar de politie. Uit het proces-verbaal: 'Ik had het vermoeden dat door Van R. (de drugscrimineel) feesten zijn gehouden in de kelder en dat daar ook gemeenteambtenaren kwamen. Ik denk dat daar toen is geregeld dat de bouwtekeningen voor de vergunning (...) bewust ergens zijn blijven liggen.' De aanvrage zou door bouw- en woningtoezicht nooit zijn goedgekeurd, verklaart de burgemeester.


Ambtenaren die steekpenningen aannemen, kandidaat-raadsleden met criminele antecedenten, een burgemeester die op 3 meter afstand met een vuurwapen wordt bedreigd er lijkt geen week voorbij te gaan of er is nieuws over de onderwereld die de lokale bovenwereld binnendringt. Hoe integer is de lokale politiek nog? Worden ambtenaren, maar ook raadsleden en wethouders voor grof geld omgekocht? Laten criminelen zich in met de gemeenteraadsverkiezingen van aanstaande woensdag om hun belangen veilig te stellen? En hoe pak je de brede waaier aan van integriteitsschendingen van niet strafbare leugens tot ambtelijke corruptie?

'Het is een illusie te menen dat dit aan uw gemeente voorbijgaat', schreven burgemeester Paul Depla van Breda en John Jorritsma van Eindhoven aan hun collega's in Brabant en Zeeland in oktober vorig jaar. Ze betoogden dat de onderwereld op allerlei manieren probeert een plek te veroveren in de bovenwereld en dat infiltratie in de lokale politiek daarbij hoort. Ze vroegen lokale partijen goed op te letten wie men op de kandidatenlijst zou plaatsen.

Minister Kajsa Ollongron van Binnenlandse Zaken zou gisteren met een uitgebreide brief komen over de integriteit van het lokale bestuur. Het PvdA-Kamerlid Attje Kuiken had daar in januari om gevraagd; ze vindt dat de minister maatregelen moet nemen en het bijvoorbeeld mogelijk moet maken om raadsleden en wethouders die strafrechtelijk worden vervolgd te schorsen. De minister beloofde nog voor de raadsverkiezingen met een pakket te komen. Dit blijkt nu gisteren in de ministerraad te zijn opgehouden, om onbekende redenen. Ollongren had zich in december gemengd in de discussie over de integriteit van de omstreden wethouder Jo Palmen uit Brunssum. Ze vond dat hij weg moest. Ze sloot niet uit dat zij zelf zou ingrijpen.

Burgemeester Depla van Breda had een voorzienende blik. Lijsttrekker Paul de Jong van de nieuwe Stadspartij heeft vastgezeten voor een overval. Op zichzelf geen reden om niet verkozen te kunnen worden. Een partijgenoot moet binnenkort voorkomen vanwege drugshandel en witwassen. De Stadspartij wil als enige in Breda niet meedoen aan de afspraak om de partijfinanciën voor te leggen aan een accountant. Deze moet vaststellen dat de partij niet met zwart geld werkt. Lijsttrekker De Jong: 'Wij doen niet mee aan een initiatief dat bedoeld is om ons dwars te zitten.' Burgemeester Depla spreekt van 'betonrot in onze democratie'. Hij zegt: 'Als wij dit toelaten in onze gemeenteraden zijn we heel ver van huis.'

In Trouw waarschuwde hoogleraar criminologie Emile Kolthoff voor mollen in het stadhuis. 'Zeker in Noord-Brabant, Limburg en Zeeland waar de politie de druk op de georganiseerde drugsgerelateerde misdaad opvoert, zoeken criminelen actief naar mogelijkheden die strijd te beïnvloeden.'

Volgens de Politiebond is Nederland een narcostaat geworden. Het CBS schatte in 2016 de omvang van de criminele economie in Nederland op 2,7 miljard. Het lijkt te bescheiden. Het gemeentebestuur van Tilburg heeft geverifieerde gegevens over de hennepindustrie in de stad. Jaarlijks wordt voor zo'n 800 miljoen omgezet, alleen in Tilburg.

Dat geld zoekt deels zijn weg naar de bovenwereld. Het kan criminele organisaties helpen, zo is de redenering, een zekere greep te krijgen op lokale projectontwikkeling. Daarom schuiven zij volgens Kolthoff kandidaten voor de gemeenteraad naar voren die ogenschijnlijk van voorbeeldig gedrag zijn, maar wel onder invloed staan van criminelen.


Ambtenaar John P. is in 2015 door burgemeester Winants met strafontslag gestuurd. Vorige week stond P. in Maastricht voor de rechter. Hij is in 1957 op Oost-Java geboren, zijn Limburgse tongval is naadloos. Hij is hevig verongelijkt: 'Af en toe heb ik tegen mezelf gezegd: wat moet je nog op deze wereld.' De aanklacht luidt witwassen. Het gaat om een bedrag van bijna twee ton. Een eenvoudige ambtenaar als hij had zoveel geld nooit op zijn bankrekeningen kunnen hebben.


Johan Remkes, oud-minister van Binnenlandse Zaken, nu commissaris van de koning in Noord-Holland, denkt dat het probleem in het zuiden van het land groter is. 'Toch zou het ontzettend dom zijn aan te nemen dat ondermijnende, aan drugs gerelateerde criminaliteit hier in de Randstad niet voorkomt. Ik zie het vaker dan pakweg twintig jaar geleden.'

'Die criminelen verdienen ongelofelijke bakken met geld', zegt Joop van den Berg, emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis en oud-hoofddirecteur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij gelooft er 'geen lor' van dat criminelen zich in persoon naar binnen wurmen in gemeenteraden. 'Dat is toch veel te veel moeite voor die lui. Maar als zij hun belangen, vooral in het vastgoed, bedreigd zien, worden ze vals. Je krijgt als overheid last als je hen aanpakt. Reken vooral niet op een gewillig oor wanneer je als burgemeester zegt: ik geloof dat ik uw panden maar eens ga sluiten.' Uit een enquête onder burgemeesters in 2016 kwam naar voren dat een kwart van hen een of meerdere keren is bedreigd.

Commissaris Remkes heeft ervaringen met pogingen tot regelrechte infiltratie in de gemeenteraad. In 2014 besloot de VVD in de Noord-Hollandse gemeente Heemskerk af te zien van deelname aan de raadsverkiezingen. De plaatselijke afdeling dreigde te worden overgenomen door wat Remkes 'cowboys' noemt, 'mensen die niet in de eerste plaats erop uit waren het algemeen belang te dienen. Het landelijke bestuur van de VVD is toen zo verstandig geweest te zeggen: wij doen in Heemskerk even niet mee aan de verkiezingen.'

Remkes doelt op een paar bouwbedrijven uit Heemskerk die zich een machtspositie hadden verworven binnen de afdeling van de partij. Daarover ontstonden conflicten waarbij onder andere een wethouder dreigbrieven ontving; op papier geplakte krantenletters met teksten als: 'We weten je te vinden als je niet van de lijst af gaat.'

Veel integriteitskwesties lopen vast in een gebrek aan bewijs. De rechter kan niets met het woord integriteit
Wim Derksen, hoogleraar bestuurskunde

Gemeenteraden zijn kwetsbaarder geworden voor sjoemelaars in de raadszaal. Dat komt onder andere doordat niet meer ruim te kiezen valt uit geschikte kandidaten. Nagenoeg alle partijen worstelen ermee. Je moet hard werken als raadslid, voor weinig geld en als het tegenzit voor nog minder waardering. Wie doen zoiets? Steeds minder gegadigden. Het verschijnsel wordt versterkt doordat steeds minder mensen lid zijn van politieke partijen. Uit de leden moeten kandidaten voor de gemeenteraad worden gerekruteerd. Het maakt dat de partijen het zich niet kunnen veroorloven kieskeurig te zijn. De kans op brokkenpiloten, non-valeurs en sjoemelaars in de raadszaal wordt groter.

De grote moeilijkheid met integriteitskwesties in het openbaar bestuur is dat zij zo netelig zijn. Dikwijls is er vermoeden in overvloed, maar schort het aan bewijs. Het komt doordat ondermijning het per definitie moet hebben van duistere krochten.

Daarnaast is er een subtiel, maar wezenlijk onderscheid tussen niet-integer en ondermijnend. Wat niet integer is, hoeft nog niet ondermijnend te zijn. Menigeen zal het onzuiver vinden als de wethouder sportzaken tevens voorzitter is van de plaatselijke atletiekvereniging. Ondermijnend wordt het pas als hij de bouw van de nieuwe kantine van de vereniging gunt aan zijn zoon die aannemer is. Bij ondermijning heeft de rechtsstaat het nakijken.

De Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Stavros Zouridis spreekt over integriteit als een rubberen term: 'Je kunt het naar believen uitrekken en oprekken.' Hij bestudeerde vijftig onderzoeken naar kwesties waarin belangen verstrengeld waren. Hij kwam vijf verschillende interpretaties tegen van belangenverstrengeling. Zouridis: 'Er is geen eenduidig normenkader.'


Op het gemeentehuis in Brunssum spookt het vermoeden van ambtelijke corruptie. John P. zou geweten hebben van de dubieuze wijze waarop de drugscrimineel zijn ondergrondse ruimtes verkreeg. De ambtenaar zou ook geweten hebben van een voorgenomen inval in een café in Brunssum dat in handen was van zijn zus en haar man. De politie had reden om aan te nemen dat er in cocaïne werd gehandeld. Nauwgezet was een inval voorbereid. Men was zeker van zijn zaak. Op de avond waarop het arrestatieteam toesloeg, werd geen gram coke aangetroffen. John P. keek van afstand toe, verklaarde later een ambtenaar die bij de inval aanwezig was.

Ofschoon het lekken over de inval buiten de tenlastelegging valt, brengt P. de kwestie ter zitting zelf te berde. 'Ik zou het lek zijn, hè. Maar ik kwam gewoon langs toen ze bezig waren in het café. Een collega heeft tegen de burgemeester gezegd: ik zag John staan, hij is het lek. Dan krijg je met een burgemeester te maken die je erin duwt. Ik heb hem gevraagd: burgemeester, wat doet u mij en mijn gezin aan? Hij bleef mij aankijken. Ik zei: weet u wel wat u iemand aandoet die al 32 jaar in gemeentedienst is? Het enige wat hij zei was: ik doe mijn burgerplicht.'


Er mag een vermoeden zijn van ambtelijke corruptie, John P. wordt er niet van beschuldigd. Het gaat ter zitting louter om witwassen. Resie Peters, hoofd strategie en recherche bij justitie in Limburg, legt uit: 'Naar de mate waarin de onderlinge strijd heviger wordt, zie je vaak dat heftiger geprobeerd wordt het strafrecht in de politieke arena te trekken. Partijen hebben de neiging over en weer aangiftes te doen. Van smaad, van belediging, van het lekken van vertrouwelijke informatie. Daar gaan wij niet in mee. Het Openbaar Ministerie moet buiten het gekrakeel van de lokale politiek blijven.'

Ze sprak deze woorden nog voordat vorige week de hoofdofficier van justitie in Den Haag, Bart Nieuwenhuizen, zijn gal spuwde over politici die 'fop-, sjoemel- en showaangiftes' doen. Zonder dat hij deze bij naam noemde, doelde hij op Geert Wilders en Thierry Baudet, die aangifte deden tegen respectievelijk minister Kajsa Ollongren en premier Mark Rutte. Nieuwenhuizen: 'Die doen aangifte, niet omdat ze willen dat er recht wordt gedaan, maar omdat ze aandacht willen.'

Er is bijval van hoogleraar bestuurskunde Wim Derksen. Volgens hem moet je voor integriteitskwesties niet bij justitie en de rechter zijn. 'Veel integriteitskwesties', meent Derksen, 'lopen vast in een gebrek aan bewijs.' Sterker: 'De rechter kan niets met het woord integriteit.' Voor integriteit bestaat geen eensluidende, harde definitie. Een liegende wethouder is die niet integer? Vermoedelijk wel, maar wat moet een rechter daarmee? Een rechter heeft strafbare feiten nodig, de rest is rompslomp en oponthoud.

Voor integriteitsschendingen ook van de zwaarste soort is het strafrecht een lange, moeizame weg. Zie de zaak-Jos van Rey, de onderkoning van Roermond. Van Rey heeft geld aangenomen voor zijn verkiezingskas en hij heeft zich feestelijk laten verzorgen door een vriend, tevens projectontwikkelaar ter stede. Het Openbaar Ministerie is er al ruim vijf jaar mee bezig en nog is het werk niet af. De kwestie ligt nu bij de Hoge Raad. Van Rey is in cassatie gegaan nadat eind vorig jaar het gerechtshof in Den Haag hem vanwege witwassen en omkoping had veroordeeld tot een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en hem voor twee jaar de uitoefening van een publiek ambt ontzegde.

In de zomer van 2016 had de rechtbank in Rotterdam een taakstraf van 240 uur opgelegd. 'Het kan toch niet waar zijn', noteerde hoogleraar Derksen, 'dat je bij bewezen corruptie wegkomt met 240uur maaltijden rondbrengen in het verpleegtehuis van je schoonmoeder?' Hij gaf zelf het antwoord: 'Het Openbaar Ministerie speelde de kaart van integriteit, de rechter mag slechts oordelen over strafbare feiten. Ja, dan is de kans erg groot dat een muisje wordt gebaard.'

Ondermijning: serie in de krant en boek

Onder de titel Bedreigd bestuur schreef Jan Tromp over ondermijning al in 2015 een serie verhalen in de Volkskrant. Begin vorig jaar publiceerde hij samen met de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops het boek De achterkant van Nederland over de verstrengeling van onder- en bovenwereld. Tops en Tromp werken aan een vervolg op dit boek.

Van Rey staat weer op de kieslijst van zijn Liberale Volkspartij Roermond. De partij heeft nu 10 van de 31 raadszetels. Het kan heel goed dat Van Rey in het nieuwe college terugkeert als wethouder. In afwachting van het arrest van de Hoge Raad is de deur naar de wethouderskamer niet gesloten.

Voor de Roermondse burgemeester Rianne Donders is het een schrikbeeld. Ze voorziet dan eindeloze proceduregevechten, verdachtmakingen en obstructie, zowel in vergaderingen van B en W als in die van de gemeenteraad. Donders verwijst naar de gang van zaken in het bedrijfsleven. Ze zegt: 'Als je als directeur van een bedrijf wordt vervolgd voor een strafbaar feit, ben je voor dat bedrijf niet meer de ambassadeur die je zou moeten zijn. Dan wordt jou gevraagd je sleutels in te leveren. In het openbaar bestuur kennen we zo'n instrument niet. Dat is eigenlijk heel raar.'

De gemeenteraad van Roermond heeft in het najaar van 2016 een protocol opgesteld op grond waarvan Van Rey niet in de raad zou thuishoren. Maar het protocol is een oproep, geen gebod. Donders: 'Meer kan de politiek op dit moment niet doen en ik ook niet als burgemeester.'


In de rechtszaal verklaart John P. dat hij zegge en schrijve één keer bij de crimineel thuis is geweest. 'Ze hebben mij gevolgd, ze hebben mij getapt, er is geen enkel bewijs.' De burgemeester heeft zich tegenover vrienden en vertrouwde ambtenaren dan al vaak beklaagd over zijn onmachtige rol: 'Je hebt het gevoel dat je Louis de Funès bent, kinderlijk naïef. We hebben vaak geen idee van wat er echt speelt. We zijn geen geoefende tegenpartij. Dat is heel zorgelijk.'


Is het strafrecht voor integriteitskwesties een kronkelpad vol doornen, de politiek-bestuurlijke weg is nauwelijks begaanbaarder. Het geval-Palmen is illustratief. Hij is de tantaluskwelling van bestuurlijk Brunssum. Palmen zou eigenbelang en partijbelang laten samenvallen. Hij zou er als jurist een hobby van maken burgers bij te staan in conflicten met de gemeente. Al in 1981 werd Jo Palmen als raadslid beschuldigd van fraude. Het CDA zette hem in 1990 uit de partij.

Burgemeester Winants smeekte de gemeenteraad eind vorig jaar het raadslid Palmen niet tot wethouder te verheffen. Hij merkte hem aan als 'een hoog integriteitsrisico'; een onderzoeksbureau had hem in deze zin geadviseerd. Toen een kleine meerderheid in de raad niet met hem meeging, trad hij af. Luc Winants: 'Ik kan en wil geen deel uitmaken van een gemeentebestuur dat zo nadrukkelijk de regels van integer bestuur aan de laars lapt.'

De hoogleraren bestuurskunde Korsten en Elzinga gingen in op een uitnodiging van dezelfde kleine meerderheid in de raad voor een contra-expertise (kosten 40 duizend euro). Ze kwamen uit op een omgekeerd oordeel: de opvatting dat Palmen niet zou deugen als wethouder 'kan niet worden gedragen door de feiten die wij aan het licht hebben gebracht'.

Dat pronte oordeel vestigde een beeld, maar weinig media meldden vervolgens dat verschillende Limburgse politici zware kritiek hadden op het rapport. Het voornaamste verwijt was dat de twee hoogleraren louter juridische criteria hebben aangelegd voor de beoordeling van integriteit. De gouverneur van Limburg, Theo Bovens: 'De heren Elzinga en Korsten hebben de bestuurlijke en morele component van het integriteitsbeleid bewust buiten beschouwing gelaten.' Hij noemde deze vorm van relativeren 'niet wenselijk, niet opportuun en niet verstandig'.

In 2012 likte het provinciebestuur van Noord-Holland de wonden van een corruptieschandaal van een gedeputeerde. In het onderzoeksrapport Schoon Schip speelden morele overwegingen een hoofdrol: 'De commissie verstaat onder onregelmatigheden ook laakbaar en onrechtmatig gedrag dat als zodanig niet strafwaardig is, maar dat wel onwenselijk of onaanvaardbaar wordt geacht.' Belangenverstrengeling, nepotisme, intimidatie, misbruik van bevoegdheden het was de commissie uit 2012 om het even: 'Al deze gedragingen doen afbreuk aan (...) de integriteit van het openbaar bestuur.'

Het zou ontzettend dom zijn aan te nemen dat ondermijnende, aan drugs gerelateerde criminaliteit in de Randstad niet voorkomt
Johan Remkes, commissaris van de koning in Noord-Holland

De hoogleraren Korsten en Elzinga bestrijden het oordeel van de burgemeester, maar benoemen wethouder Palmen in hun rapport toch tot een risicofactor. Het maakt een dubbelzinnige indruk. Ze schrijven: 'Wat betreft de collegeperiode na de verkiezingen van 21 maart 2018 spreken wij de vrees en de verwachting uit dat de kwetsbaarheden die aan de figuur Palmen op het vlak van bestuurlijke professionaliteit, communicatief vermogen en integriteit zijn gaan kleven, hem blijvend zullen achtervolgen. (...) Dit schept een bijzondere verantwoordelijkheid voor de gemeenteraad van Brunssum, maar zou ook voor Palmen reden voor bezinning moeten zijn.' Hier staat toch dat after all Palmen niet lelieblank is en dat hij maar beter van het politieke schouwtoneel kan verdwijnen.

Elzinga: 'Hij is ook wel degelijk een risico gezien zijn trackrecord, maar niet zo ernstig als de burgemeester beweerde. Kijk, het is een risicotoetsing vooraf, voor wethouders die nog moeten beginnen. Dan moet je uitsluitend harde criteria, de regels van de rechtsstaat aanleggen, vinden wij. Als je zaken als politieke moraal daarbij gaat betrekken, wordt het een heel ingewikkeld verhaal.' Korsten: 'Of iemand met bestek eet en hoe iemand zijn columns schrijft, rekenen we tot de communicatieve competentie en niet tot integriteit.' Waar gouverneur Bovens spreekt van 'een relativering die niet wenselijk is', waarschuwt Elzinga voor 'integrititis', voor een ziekte om van alles ook een integriteitskwestie te maken. Het is zoals hoogleraar Stavros Zouridis al vaststelde: het ontbreekt onder bestuurders en bestuurskundigen aan 'een eenduidig normenkader'.


Er is een bedrag van bijna twee ton dat ambtenaar John P. volgens de Belastingdienst en in diens spoor de officier van justitie niet verdiend kan hebben. Minutieus zijn de politiemensen van het Team Criminele Inlichtingen te werk gegaan. Er is het hondje Gianelli, knuffel van de vrouw van P. Uit haar in beslag genomen agenda's blijkt dat Gianelli vier keer per jaar naar de trimsalon gaat. Maar bankafschriften ontbreken. P. moet volgens de recherche tussen 2010 en 2016 een bedrag van 21.195 euro aan brandstof hebben uitgegeven voor zijn auto's. Geen bankafschriften, op een bedrag van 221,67euro na. P. moet in de genoemde periode 521 couverts hebben genoten in diverse restaurants voor een bedrag van ten minste 14.700 euro. Geen bankafschriften.


Hoe zou je in weerwil van alle moeizaamheid de risico's van integriteitsschendingen kunnen verkleinen? Van politieke partijen wordt tegenwoordig verwacht dat ze hun kandidaten vooraf screenen. Burgemeesters voeren standaard goede gesprekken met aantredende wethouders over mogelijke verstrengeling van belangen. In 2012 zei commissaris van de koning Johan Remkes nog dat integriteitsproblemen niet zijn op te lossen met meer regels. Hij denkt daar inmiddels genuanceerder over. Hij wil dat raadsleden geschorst kunnen worden door de minister of de provinciale commissaris. En de rechter moet een bestuurder het passief kiesrecht, het recht om gekozen te worden, kunnen ontnemen. Remkes: 'Nu kun je niks als puntje bij paaltje komt. Uiteindelijk heb je als burgemeester of als commissaris in dit soort zaken een stok achter de deur nodig.'

Remkes schetst patronen van rare vastgoedtransacties of van tien dezelfde winkeltypes in één straat die nooit alle tien rendabel kunnen zijn. Remkes: 'Langs die weg komt het illegale geld naar boven. Het komt regelmatig voor, nu nog vooral in de grotere steden, maar er is een gerede kans op uitzaaiing.' Ambtenaren, lokale politici, maar ook burgers moeten zich afvragen: hoe komen die winkels daar? Wie heeft de vergunning afgegeven?

Alertheid is tegenwoordig het magische woord op gemeentehuizen. Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden, heeft een tijdje geleden veertig ambtenaren in de buitendienst wijkagenten, milieuhandhavers, mensen van de sociale dienst een bijzondere opdracht gegeven. Kom bij mij terug, had Crone hun gezegd, met twee foto's van situaties waarvan jij denkt: hier klopt iets niet. Er komt nooit een mens in die kapperswinkel en toch blijft hij maar geopend. Of: nu ik erop let, merk ik dat er nooit enige bedrijvigheid is in die loods op het bedrijventerrein. Crone: 'Juist omdat het voor het strafrecht moeilijk is om ondermijning aan te pakken, moeten burgerlijke bestuurders burgemeesters, mensen van de Belastingdienst, van woningcorporaties in onderlinge samenwerking willen optreden. Mijn ervaring is: als je eenmaal gaat kijken, zie je veel.'

'Het openbaar bestuur moet de baas blijven in onze gemeenschappen.' Aan het woord is burgemeester Jan Boelhouwer van het Brabantse Gilze-Rijen. 'Als dat op de tocht komt te staan en dat dreigt, dat dreigt echt , kunnen we inpakken. Hier in het dorp rijden mensen rond in vreselijk dikke auto's, hun arm vorstelijk buiten het raam gestoken. Ze willen maar één ding laten zien: hier zijn wij de baas.'

Boelhouwer noemt het overeind houden van de rechtsstaat 'mijn belangrijkste taak'. Hij kan het niet alleen, benadrukt hij. Hij instrueert medewerkers op het gemeentehuis en in de buitendiensten. 'Dus als er hier iemand aan het loket komt en die wil een of andere vergunning... Alert! Alert! Wat gebeurt hier? En direct allemaal erin springen, hè. Alert!'

Integriteit in regels vangen blijft, zo lijkt het, een draconische opgave. Verplichte screening bijvoorbeeld van aanstaande raadsleden zal zeker helpen, maar het is een momentopname. Als door omstandigheden het gekozen raadslid chantabel wordt, is nog niets bereikt. Integriteit van bestuur gaat uiteindelijk over moraal en burgermansfatsoen, van bestuurders én van burgers. Daarover had de Limburgse gouverneur Theo Bovens het toen hij deze week de doodsbedreiging van de Voerendaalse burgemeester Houben besprak. Bovens zei: 'Vaker dan voorheen zeggen bestuurders dat ze crimineel gedrag in hun gemeente niet langer pikken. Het is dan heel belangrijk dat de samenleving achter de burgemeesters en het openbaar bestuur gaat staan.'


Ambtenaar John P. betoogt dat hij in 'een slechte film' is beland, 'in een nachtmerrie'. De president van de rechtbank, nuchter: 'Ik zal u helpen. De kern van de zaak is dat u veel meer geld had dan u zou kunnen hebben.' P. zegt dat hij cadeaus kreeg van gasten voor wie hij feesten gaf. Geld in envelopjes. Alleen al in de enveloppes moet 50 duizend euro hebben gezeten. Hij ontving geld van zijn schoonvader. Bankbiljetten. Altijd alles cash. De president: 'Het is mij nog nooit gelukt om met verjaardagsfeesten vijftig mille op te halen.'

De officier eist een gevangenisstraf van acht maanden, de advocaat houdt het bij gebrek aan bewijs op vrijspraak.


Bedreigd bestuur

Onder de titel Bedreigd bestuur schreef Jan Tromp over ondermijning al in 2015 een serie verhalen in de Volkskrant. Begin vorig jaar publiceerde hij samen met de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops het boek De achterkant van Nederland over de verstrengeling van onder- en bovenwereld. Tops en Tromp werken aan een vervolg op dit boek.

Lees hier nog eens alle artikelen terug die eerder over dit onderwerp verschenen.