Commentaar: Als politieagenten zich niet veilig voelen bij elkaar, zegt dat ook iets over ons als samenleving
De politie is je beste vriend. Mannen en vrouwen die overal op af worden gestuurd, geregeld de klappen opvangen, en vaak met verbale agressie worden geconfronteerd. Maar hoe zit dat in het korps zelf? De politie telt als grootste werkgever zo’n 62.000 medewerkers, en vormt een soort afspiegeling van de maatschappij. Wat er in de samenleving speelt, speelt ook binnen de politie. Dezelfde discussies, dezelfde verschillen, en soms dezelfde verharding in standpunten.
Als verbale agressie in de samenleving toeneemt, is het niet vreemd dat dit ook gebeurt binnen de politie. Daar sluipt wel een gevaar binnen, in een organisatie waarin samenwerken en voor elkaar opkomen van levensbelang zijn. Dus moet je het durven zeggen als iemand te ver gaat, en leidinggevenden moeten in de gaten houden dat iedere agent voluit zijn plek heeft.
Helaas gaat het op dat punt niet goed bij de politie. In een open brief stelt politiecoach Carel Boers – die ontslag neemt – dat de leiding niets doet tegen ‘strafbaar, niet-ethisch, (seksueel) intimiderend, bedreigend, discriminerend en grensoverschrijdend gedrag’ binnen de eigen organisatie. Sterker: slachtoffers van dat gedrag worden ‘omgelabeld’ tot daders, schrijft hij, en bestempeld als ‘activistisch’ of ‘gefrustreerd’.
Sinds de invoering van de Nationale Politie telt Nederland één politiekorps. Doordat de leiding op afstand zit – in Den Haag – is er binnen dat grote korps ruimte voor niet alleen informeel, maar zelfs ook fórmeel leiderschap dat volgens Boers ‘moreel en ethisch ontspoord is’. Vrouwen, homo’s en allochtonen hebben het, schrijft hij, extra zwaar in een organisatie waar ‘de meerderheid’ de toon zet, en ‘wijzere’ en ‘diversere’ mensen ‘systematisch worden beschadigd’.
Korpschef Erik Akerboom reageert nu dat de politie geen racistische organisatie is, maar hij ziet wel dat de ‘sterke cultuur van collegialiteit en loyaliteit’ maakt dat mensen zich schikken ‘naar de dominante norm’. Dat leidt er volgens de politiebaas toe dat niet overal sprake is van een ‘veilige en inclusieve werkcultuur’. Het is nogal wat dat Akerboom dit gewoon zwart-op-wit erkent, én eraan toevoegt dat hij dit niet van vandaag op morgen kan oplossen.
Akerbooms relatieve onmacht zegt niet alleen iets over de politie, maar ook over ons allemaal. De politie is je beste vriend, en die vriend houdt ons als samenleving een spiegel voor. Hoe gaat het eigenlijk met onze onderlinge communicatie? Niet zo best dus.
Akerboom mag beslist niet berusten in onmacht, maar heeft wel een pittige klus te doen. Want het onvruchtbare ‘wij tegen de afwijkenden’ wordt dezer dagen zelfs aangemoedigd door de Amerikaanse president.
de mening van het Nederlands Dagblad