Opinie: De mier leidt een complex bestaan. Dat heeft betekenis voor mijn geloof
In 1962 schreef bioloog Rachel Carson (1907-1964) het boek Silent Spring (Dode Lente). Haar doembeeld van een dode lente, waarin insecten door het gebruik van landbouwgif uitblijven en er geen bloei meer is, lijkt nu werkelijkheid te worden.
Het klimaat brengt inmiddels massa’s de straat op, mooi, maar wat als de aarde niet te redden is?
De milieubeweging is terug te voeren op natuuronderzoeker Alexander von Humboldt (1769-1859), die tijdens zijn reizen de natuur – tegen zijn tijdgeest in – niet als vijand, maar als zijn beste vriend uitvoerig onderzocht en beschreef. Hij waarschuwde als eerste voor de teloorgang van de natuur door ons toedoen.
De vervuilende industriële revolutie nam na hem een hoge vlucht. Pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw luidden de intellectuelen van de ‘Club van Rome’ voor het eerst wereldwijd de alarmbellen over klimaatverandering en grondstofgebruik. Inmiddels is het milieu gesprek van de dag en wordt er via de straat, de politiek en de rechtszaal gevochten voor de toekomst van de aarde.
geen redding
Of is het al te laat? We moeten sowieso genoegen nemen met een toekomst met veel minder biodiversiteit, een grillig klimaat en rampen als gevolg daarvan. Maar steeds meer experts, zoals milieufilosoof Paul Kingsnorth, stellen dat er geen redden meer aan is. Als ik met mijn boerenverstand om mij heen kijk, vrees ik dat zij gelijk hebben.
We kunnen niet meer met zijn allen terug naar een jager- en verzamelaarssamenleving waarin we alles hergebruiken. En ik vraag me af of we technologisch gezien op tijd zijn voor een herkansing ergens verderop in het heelal. Tegelijkertijd komt de wetenschap – dankzij biologen als Frans de Waal – steeds meer tot de ontdekking dat de ons omringende flora en fauna veel complexer, gevoeliger en intelligenter is dan wij onder invloed van ons rationele, antropocentrische wereldbeeld dachten. Via hun wortels communiceren en helpen bomen elkaar. Dieren tonen zelfs over soortgrenzen heen onverklaarbaar altruïstisch gedrag. Mieren bezitten collectieve intelligentie. Er zijn veel meer voorbeelden.
Nicolaas Copernicus (1473-1543) ontdekte dat de aarde om de zon draaide en niet andersom. In zijn voetspoor noemde de grote Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804) het een copernicaanse wending, toen hij stelde dat niet de wereld zich aan de mens openbaart, maar de mens zich aan de wereld. Al ons kennen wordt bepaald door ons mens-zijn. Dit relativerende standpunt is sindsdien gemeengoed. Maar nemen we het echt serieus, dan moeten we concluderen dat wij de flora en fauna grof tekortdoen als we ze als inferieur zien en ze voor ons geluk gebruiken. Want wat begrijpen wij van deze ‘ander’, zijn emoties, denken en doen?
De bekende ethische regel van Kant, dat de ander altijd doel van ons handelen moet zijn en nooit middel mag worden, wordt dan wel heel indringend, met al onze bio-industrie, monocultuur en overbevissing.
protestants
Ik kom uit een protestants milieu, waarin de aarde niet als ons bezit beschouwd wordt maar als een kostbaar geschenk. God noemt heel zijn door-geëvolueerde schepping ‘goed’. En het is tot op heden inderdaad een wonderlijk mooie balans.
Maar wat betekent het voor mijn religie, waarin de mens toch ook een speciale positie inneemt, dat de aarde veel complexer, gevoeliger en intelligenter is dan tot nog toe aangenomen? Hoe verhoud ik mij als zinzoekend wezen ethisch – of beter: spiritueel – tot een goede aarde, die ik zo veel onethisch aangedaan heb en die stervende is? En hoe voorkom ik dat ik verval in scepsis, apathie (omdat deze wereld toch voorbijgaat) of complete verinnerlijking van de werkelijkheid?
Wat is het goede wat ik als mens van nu moet doen? Wat laat de lente weer bloeien? Opnieuw en opnieuw. Nog meer dan CO2-reductie is dit de vraag van onze tijd. <