Direct naar artikelinhoud
Interview

Oorlog in boodschappenland: wie betaalt zijn personeel wel eerlijk? Picnictopman: ‘Wíj zitten niet fout, zíj zitten fout’

Picnictopman Michiel Muller tussen de bezorgkratten. ‘Nederland is de uitzondering in Europa door jongeren onderbetaald werk te laten doen en ze vervolgens vanwege hun leeftijd af te danken.’Beeld Jakob van Vliet

Het is zelden stil rond websuper Picnic, na AH.nl de grootste boodschappenbezorger van ons land. Er is ruzie met rivalen, vakbonden en producenten van A-merken. Maar de expansie gaat snel: dolle groei in Duitsland, voet aan de grond in Frankrijk en de opmars van robots in het thuisland.

De Dag van de Arbeid vorige week was een dag van geluk voor Michiel Muller. Niet alleen opende Picnic die woensdag een nieuw, veel groter onderkomen in Amsterdam-Zuidoost – waarmee het met drie andere bezorgcentra in principe ruim 200.000 gezinnen in de hoofdstedelijke regio kan bedienen – ook viel een brief van demissionair minister Karien van Gennip van Sociale Zaken op de mat.

Die gunt websupers als Picnic een uitzondering op de supermarkt-cao onder voorwaarde dat die met reguliere supermarktbedrijven, vakbonden en een bemiddelaar om tafel gaan om een cao af te spreken waarin alle partijen recht wordt gedaan.

Dat betekent, aldus Muller, zoveel meer dan alleen een opsteker voor de bedrijfsvoering van de Amsterdamse websuper. Onder de supermarkt-cao vallen betekent volgens hem: veel hogere kosten en dus hogere prijzen. En een bestendiging van enkele ‘misstanden’: het onderbetalen van supermarktpersoneel. massale inzet van minderjarigen, en de inzet van arbeidsmigranten door reguliere supermarkten.

Uit de markt drukken

Al zeven jaar strijdt Muller daarover met gevestigde supermarkten – vooral die van zelfstandige winkelondernemers – en vakbond FNV. Die vinden dat Picnic hen oneigenlijk beconcurreert door hun cao te ontduiken. De websuper hanteert sinds 2020 de mede door Picnic opgezette e-commerce-cao.

Volgens Muller is het precies andersom. “Wij betalen onze 15.000 medewerkers gemiddeld 17 euro per uur, de reguliere supers 14 euro.” Dat komt doordat werktijden en werkzaamheden drastisch anders zijn.

En waar de supermarkten, zegt hij, grossieren in minderjarige vakkenvullers en onlinedistributiecentra vol arbeidsmigranten, is bij Picnic alle personeel boven de 18, in loondienst (via een payrollconstructie, red.) inclusief sociale zekerheid en pensioenvoorziening.

“Als wij onder de supermarkt-cao vallen, gaat ons gemiddelde loon naar 20 euro per uur, terwijl het bij de supers 14 euro blijft.” En daar ligt volgens de serieondernemer de wortel van het conflict: “Deze supermarktondernemers, die zelf nauwelijks aan thuisbezorging doen, willen ons als concurrent uit de markt drukken.”

“Wíj zitten niet fout, zíj zitten fout. Zij betalen 80 procent van hun personeel minder dan de helft van het minimumloon. Door minderjarigen in dienst te houden en die eruit te werken als ze 18 worden. Zij moeten naar die 17 euro.”

Onderbetaald werk

Met Picnics gang naar Duitsland, sinds 2018, vielen Muller de schellen van de ogen. “Daar wordt overal minimumloon betaald. Een 18-jarige bij de Lidl in Aken verdient twee keer zoveel als zijn leeftijdsgenoot bij Lidl Kerkrade.”

“In Duitsland zie je overal volwassenen in de supermarkt werken en mensen met weinig opleiding. Dat kennen we in Nederland nauwelijks. We zijn de uitzondering in Europa door jongeren onderbetaald werk te laten doen en ze vervolgens vanwege hun leeftijd af te danken.”

Dat brengt Muller, zeker na Van Gennips dispensatie, opnieuw in aanvaring met de gevestigde supermarktwereld. Die zien het leveren van boodschappen, of dat nu door een elektrisch bestelwagentje gebeurt of door een bakstenen supermarkt, als één en dezelfde activiteit.

Eerlijke lonen

Hij hoopt op de vakbonden. “Eerlijke lonen, vaste contracten, geen uitzendgedoe of arbeidsmigranten is toch ook waar vakbonden zich hard voor maken? Wij bieden dat al sinds 2015.”

En het gaat niet alleen om websupers. “De Amazons, Alibaba’s, Temu’s en Zalando’s wandelen Nederland binnen zonder cao. Laten we onze e-commerce-cao uitbreiden om die witte vlek in te kleuren.” FNV wimpelde die handreiking vorige week in deze krant af als ‘charmeoffensief’.

De strijd tegen websupers lijkt een achterhoedegevecht. Picnic, na ah.nl de grootste boodschappenbezorger, dekt inmiddels 80 procent van ons land. “We zullen best nog steden, dorpen en wijken toevoegen,” zegt Muller terwijl in de splinternieuwe Amsterdamse bezorghub de 31 bezorgwagentjes worden gevuld, “zoals we nu met Weesp en Muiden doen door deze hub te openen. Maar die laatste 20 procent wordt lastig. Dat zijn buitengebieden waar gratis bezorging vaak niet uitkan.”

Robotmagazijn

Maar klaar is Picnic niet. Het bedrijf verpopt zich in ons land tot Picnic 2.0. Terwijl de bestelde boodschappen sinds de beginjaren handmatig werden verzameld, investeert Picnic nu in robots. “Dat stelt ons in staat meer en sneller orders te ‘picken’,” zegt Muller.

Voor de werkgelegenheid verschilt het weinig. “In ons eerste robotmagazijn in Utrecht (dat twee jaar geleden voor 100 miljoen werd opgezet) werken nog altijd 500 mensen.”

Binnenkort opent in het Duitse Oberhausen een tweede versie, gevolgd door nummer 3 in Dordrecht. Picnic sluit dan zijn nog geen drie jaar oude distributiecentrum in Zaandam, onlangs toneel van een muizenplaag. Het bedrijf wil uiteindelijk met vier of vijf robotcentra het land afdekken.

In Duitsland zijn inmiddels Berlijn en Hamburg toegevoegd, met Hannover en Frankfurt op de nominatie, op weg naar het streven 50 procent van het land af te dekken. En in Frankrijk wordt rondom Lille en Parijs uitgebreid.

Door al die investeringen is Picnic, dat in 2023 1,25 miljard omzette, onder de streep nog altijd verliesgevend. Begin dit jaar haalde Picnic nog eens 355 miljoen euro investeringsgeld op.

Prijsbederf: ‘Nederlandse poezen eten geen blauwe brokken’

Arbeidsvoorwaarden zijn voor Picnictopman Muller niet het enige strijdtoneel. Prijzen van A-merken vormen een ander twistpunt – net als bij andere supermarkten. 

“Merkproducenten produceren vaak op 1 of 2 plekken in Europa, maar vragen vervolgens voor elk land andere prijzen.” En die liggen daardoor in Nederland, een kleine markt voor giganten als Unilever, Nestlé of Procter & Gamble, torenhoog. 

 Picnic, dat tezamen met de Duitse marktleider Edeka inkoopt – een verbond waar onlangs Jumbo zich bij aansloot – kan daar precies de prijsverschillen zien. “Het verschil is enorm.”

“Ik zeg dan: voor die Duitse prijs wil ik het wel hebben, maar breng het even naar Nederland. Dat doen ze niet. Dan krijg je allemaal onzinverhaaltjes. Allemaal bedoeld om de regels voor de interne Europese markt te omzeilen.”

Neem een potje Danone. Daar zit in Nederland dan 125 gram in, in Duitsland 115 gram. “Dat goedkopere potje leveren ze dus niet naar Nederland. In Duitsland is de Lays-paprikachips rood, naturel geel. Bewust anders dan bij ons. Kattenvoer met zalm is hier groen, in Frankrijk blauw. Die producent zegt bijna dat Nederlandse poezen niet uit een blauwe zak eten.”

De supermarktsector, deze keer inclusief Muller, kaartte dat onlangs, onderbouwd met rapporten, aan in Den Haag en Brussel. “Deze producenten, die vijf keer meer verdienen aan een product dan wij als supermarkt, frustreren de vrije Europese markt. Dat wordt echt een thema. Alleen is dat niet morgen geregeld.” Muller is niet bang dat A-merken, zoals onlangs bij Jumbo, de websuper zullen boycotten. 

De pijlen richt hij niet alleen op de grote merken. “Wij willen ook af van de Nederlandse regels waardoor we alle buitenlandse verpakkingen moeten omstickeren.”

“Nederland is strenger dan de Europese regels. Alles moet uitgebreid in het Nederlands worden uitgelegd. Dat werkt dit soort praktijken in de hand. Die producenten zetten 15 talen op zo’n flesje, maar geen Nederlands. Zodat ze er hier voor een flesje met Nederlandse tekst meer kunnen vragen.”

Over de auteur: Herman Stil is redacteur economie bij Het Parool en schrijft onder meer over het Amsterdamse bedrijfsleven, luchtvaart en Schiphol, winkels en de techsector.