Direct naar artikelinhoud
Interview

Nathan Vecht schreef een monoloog over de omgang met het oorlogsverleden: ‘Er moest vooral niet te veel stil worden gestaan bij wat er mis was gegaan’

Toneelschrijver Nathan Vecht: ‘Er is bijna geen Joodse familie in Nederland die niet is getekend door de Holocaust. Die geschiedenis nestelt zich in je en is haast onmogelijk om je aan te onttrekken.’Beeld Eva Plevier

Wat als we verantwoording zouden afleggen voor hoe we zijn omgegaan met ons oorlogsverleden? Toneelschrijver Nathan Vecht schreef voor Theater Na de Dam de monoloog Schuldig landschap, die op 4 mei eenmalig te horen is in Carré en in Den Haag.

De kast in zijn werkkamer in Oost telt een imposant rijtje boeken over de Tweede Wereldoorlog. Toneel- en scenarioschrijver Nathan Vecht (47, opgeleid tot architect, maar al achttien jaar auteur) pakt de drie belangrijkste die hij gebruikte voor het schrijven van zijn toneelstuk Schuldig Landschap, eruit: het splinternieuwe Nederland en de herinnering aan de Jodenvervolging van Frank van Vree, U wordt door niemand verwacht van Michal Citroen, en Hannah Arendts Eichmann in Jeruzalem.

Vecht kreeg van Theater Na de Damoprichter Jaïr Stranders de vraag: kun je een toneelstuk maken over de terugkeer, over hoe het was vlak na de bevrijding? Het moest over het verleden gaan, maar ook iets zeggen over het heden.

Hij kwam er al gauw achter dat die periode niet is afgebakend. “Eigenlijk gaat het maar door tot op de dag van vandaag. Niet zozeer de kille ontvangst, maar het lijkt soms of het dossier maar niet afgesloten is en misschien ook nooit zal worden.”

De monoloog, die door actrice Malou Gorter wordt uitgesproken in Amsterdam en gelijktijdig wordt opgevoerd door Tamar van den Dop in Den Haag, is van een niet nader genoemde politicus of hoge ambtenaar, die in het jaar 2030 verantwoording probeert af te leggen voor het handelen van de overheid voor, in en na de Tweede Wereldoorlog.

IJzingwekkende feiten komen ter sprake over hoe de Joden zelf voor Westerbork moesten betalen, onhandigheid bij het verzorgen van Joodse pleegkinderen en het dankbaarheidsmonument – waarin niet de Joden werden herdacht maar dankbaarheid werd uitgesproken voor ‘zij die zich voor de Joden hadden ingezet’.

Fiets gestolen

Er was grote behoefte
Om na al die jaren van misère
De blik op de toekomst te richten
Daarbij waren
De teruggekeerde mensen zelf
Ook niet
Al te spraakzaam

laat Vecht het personage zeggen.

“De Nederlandse overheid zag een grote noodzaak om de samenleving weer op te bouwen en aan de gang te krijgen. Er moest vooral niet te veel stil worden gestaan bij wat er mis was gegaan,” zegt Vecht. “Er was een overwinningsroes: we hebben de nazi’s verslagen, we moeten weer bij elkaar komen. En er was de gedachte dat als we ons nu bezighouden met de Joodse overlevenden, dat die groep weer apart wordt gezet.”

Tegelijkertijd was het leed van de mensen die waren teruggekeerd zo groot en onvoorstelbaar, dat ze bijna niet werden geloofd. “En zei men als reactie op hun verhalen: ja, maar mijn fiets is gestolen en wij hadden de Hongerwinter hier, we hebben het ook zwaar gehad.”

Eigen geschiedenis

Vechts eigen grootouders waren ook Joods en overleefden ternauwernood de oorlog. Zijn grootvader zat in vier verschillende concentratiekampen en schreef als een van de eerste Nederlanders een persoonlijk relaas over zijn ervaringen.

Voor Vecht is het nieuw om werk te maken dat zo nauw raakt aan zijn eigen geschiedenis. “Ik ben daar altijd wat terughoudend in geweest. Maar toen ik de vraag kreeg, en zeker door wat er nu allemaal gaande is in Israël en Gaza, en door wat mijn grootouders allemaal hebben doorstaan, dacht ik meteen: ik ga niet weglopen voor het schrijven van een theatertekst. Het was donker, maar ook prettig om een richting te hebben voor alle complexe gevoelens en gedachten die er nu zijn.”

Toch is het niet zo dat er niets van zijn eigen verhaal in zijn eerdere werk doorklonk. “Er is bijna geen Joodse familie in Nederland die niet is getekend door de Holocaust. Die geschiedenis nestelt zich in je en is haast onmogelijk om je aan te onttrekken.”

Waakzaamheid

Ook in zijn scenario voor de bekroonde televisieserie Het jaar van Fortuyn, of voor het bejubelde toneelstuk Kunsthart schemert iets van zijn achtergrond door. “Misschien is het een bepaalde manier van waakzaamheid, of het niet voor lief nemen dat je in vrede en veiligheid leeft. De dingen die ik tot nu toe heb gemaakt spelen zich altijd af in het publieke domein. Het ging niet zozeer een-op een over Joodse geschiedenis, maar wel over hoe we de boel overeind houden zonder dat we elkaar in de haren vliegen.”

Vorig jaar speelde Jacob Derwig in Carré in Waar wij voor strijden van Theater Na de Dam, een toneelstuk van Bo Tarenskeen, waarin hij een antisemitisch personage vertolkte. Sommige bezoekers liepen uit protest weg. Ook nu is het personage van Malou Gorter niet per se sympathiek, maar wel menselijk, en dat doet Vecht bewust.

“Als het een kwade genius is of een monster, zijn we zelf ook meteen klaar. Dan kunnen we achteroverleunen en haar veroordelen. Ik heb geprobeerd haar ambigu te maken, zodat het voor onszelf ook wat lastiger wordt.”

“Er gebeuren gruwelijke dingen in de wereld en wij leven vrolijk door met onze eigen besognes. Maar als je je opent voor al het leed van de wereld, kun je niet verder, dan val je uit elkaar. Dat evenwicht zoeken is de uitdaging.”

Theater is daarvoor bij uitstek de plek, vindt hij. “Je zet mensen tegenover elkaar die iets uit hebben te vechten, en zolang het stuk gaande is, zijn ze in gesprek. In die daad zelf zit al iets wat niet cynisch is. Af en toe lukt het om in een grote ruimte samen te komen, zonder telefoontjes of schermpjes, en iets teweeg te brengen. En alleen dat kan al troostend zijn."

Overpeinzen in het pluche

Theater Na de Dam organiseert sinds 2010 verdiepende theatervoorstellingen na de Dodenherdenking op 4 mei. Behalve de voorstelling in Carré zijn er meer dan dertig voorstellingen in de stad te zien. Onder meer: 

Roziena Salihu en Momo Samwel spelen in Getuigenis, waarin een nazi-jagende journalist en verzetsheld een uur lang een oorlogsmisdadiger mag interviewen: 2-4 mei, Frascati.

Noem geen namen is een muziektheatervoorstelling gebaseerd op het aangrijpende boek van Astrid Sy. Een cast van bijna tachtig mensen van zes tot zeventig jaar oud deelt het verhaal van de crèche bij de Hollandsche Schouwburg: 4 mei, Meervaart.

In Pianostemmen vertellen oude vleugels en piano’s hoe Joodse inwoners uit hun huizen werden gehaald en hoe hun huizen vervolgens werden leeggeroofd door schattenjagers: 4 mei, DeLaMar.

In Proud to be Roma wordt de vraag gesteld waarom er zo weinig aandacht is voor het leed van Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog: 4 mei, ZID Theater.

www.theaternadedam.nl