De Groenen winnen en stellen eisen
Brussel
Donderdagavond was de groene spitzenkandidat Bas Eickhout nog wat geremd in zijn blijdschap over de ene extra zetel van GroenLinks in Nederland. Maar zondagavond kon hij zijn blijdschap niet op. De Europese fractie waarvan GroenLinks lid is, Groenen/EVA, groeit van 50 naar 69 zetels. In Duitsland stemde ruim 20 procent van de kiezers op Die Grünen, waarmee de groenlinkse partij nu groter is dan de sociaaldemocratische SPD. ‘Deze uitslag geeft ons heel veel extra kracht in het Europees Parlement’, zei Eickhout.
Wat meetelt, is dat de christendemocraten (EVP) en de sociaaldemocraten (S&D) hun meerderheid hebben verloren. Voor de stabiliteit betekent dit dat naast een derde groep, de liberale Alde, een vierde nodig is. Het ligt voor de hand dat dit de sterk gegroeide fractie van Groenen/EVA wordt, maar daarvoor wil Eickhout wel wat terug: ‘Stevige maatregelen om de klimaatverandering aan te pakken.’ De eveneens gegroeide rechts-populistische fractie Europa van Naties en Vrijheid (van 37 naar 57 zetels) zou ook de vierde partner kunnen worden. Maar de groep waarin onder meer Lega (Italië) en Rassemblement National (Frankrijk) zitten, wordt door de EVP, de S&D en Alde geweerd.
verlies middenpartijen
De rode draad in de Europese verkiezingen is het verlies voor de middenpartijen in nagenoeg alle 28 EU-lidstaten en de daarbij behorende versplintering. De grootste klap kreeg de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk: die tuimelde van ruim 23 procent van de stemmen in 2014 naar nog geen 10 procent.
Opmerkelijk is dat de sociaaldemocraten in Europa wisselende uitslagen hebben behaald. Van een Timmermans-effect buiten Nederland was niet echt sprake. In Spanje won de PSOE weliswaar (van 23 naar 32 procent), maar in Duitsland zakte de SPD dramatisch weg: van de 27 procent van vijf jaar geleden is nu nog maar iets meer dan de helft over.
Aan de linkerzijde kunnen de groene partijen (met hun nadruk op Europese samenwerking in de strijd tegen klimaatverandering) veel zetels bijschrijven. Aan de rechterzijde hebben nationalistische en populistische zijde veel kiezers weten te overtuigen met hun eurosceptische koers. Maar dan wel zónder de Nederlandse PVV, die nu weet wat het is om de EU te verlaten. De partij keert niet terug in het europarlement. In Hongarije won Fidesz, de partij van premier Viktor Orbán, slechts marginaal. In Zweden hingen de nationalisten van 9 naar 16 procent en in Italië stak Matteo Salvini de handen aan het einde van de avond omhoog, maar met een kleine 28 procent van de stemmen kwam hij niet boven de door hem gehoopt drempel van 30 procent uit. In Frankrijk straalde Marine Le Pen, omdat haar Rassemblement National nu de grootste is, maar de partij groeide niet.
Maandag beginnen de gesprekken over samenwerking in het Europees Parlement. Dan zal ook gesproken worden welke spitzenkandidat het parlement naar voren schuift als beoogd voorzitter van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU. De grootste kans maakt Manfred Weber, de ‘lijsttrekker’ van de christendemocratische EVP, die de grootste fractie in het Europees Parlement is gebleven. Maar Frans Timmermans, van S&D, lijkt nog niet geklopt. Zo hebben de Groenen een voorkeur voor Timmermans. <