Opinie: Het verlangen naar wat een goed huwelijk biedt, is onverminderd groot
Niet echt een vrolijke opening van het Nederlands Dagblad (16 juli): ‘Nederlanders hechten niet aan het huwelijk.’ Nu ja, een deel van hen nog steeds wel, maar een groter deel niet meer. Het verbaast niet. De gedachten over huwelijk en gezin hebben eeuwenlang onder invloed gestaan van kerk en evangelie. Als de impact daarvan afneemt, erodeert ook de steun voor het huwelijk.
Toch is het geen achterhoedegevecht om juist nu te pleiten voor alles waar een goed huwelijk voor staat: liefde, trouw, seksualiteit en de mogelijkheid van voortplanting. Het zou zelfs weleens een voorhoedegevecht kunnen zijn.
Want waar de steun voor het huwelijk daalt, blijft het verlangen naar alles wat een goed huwelijk biedt, onverminderd groot. Onderzoek laat zien dat ruim negentig procent van ons volk verlangt naar een gelukkige, lange liefdesrelatie. De wens om geliefd en geborgen te zijn, is van alle tijden. Of het nu romantiek, beschutting of veiligheid is, vrijwel allemaal verlangen we naar de ingrediënten van een goed huwelijk.
kortsluiting
De kortsluiting lijkt ‘em erin te zitten dat we niet meer weten hoe we dat moeten nastreven. Of we onszelf wel goed genoeg vinden. En of de ander ons wel ziet staan. En hoe het dan moet als het lastig wordt. En wellicht willen we niet opnieuw beschadigd worden. Of twijfelen we aan onze partnerkeuze. Eén keer swipen op je mobiele telefoon en je treft in je verkeringstijd mogelijk een veel beter maatje dan je nu hebt.
Ons vermogen een liefdesrelatie duurzaam te laten bloeien, lijkt enorm afgenomen. De vele relatiebreuken maken jongeren kopschuw om er zelf in te stappen. En kinderen van gescheiden stellen hebben een tweemaal zo grote kans op relatiebreuken dan hun ouders.
Van wie leren zij het oefenen van verbondenheid? Wie helpt hen commitment te verstaan en het ook te doen?
Hier ligt een opdracht voor onder meer maatschappelijke organisaties, kerken, jeugdzorg en relatietherapeuten. Maar het wordt daarnaast ook écht tijd dat de landelijke overheid op dit terrein veel actiever wordt.
Den Haag loopt op dat punt fors achter bij andere EU-lidstaten.
Behalve als wetgever zijn regering en parlement van groot belang voor de mentale agenda in onze samenleving én voor de faciliteiten waarover burgers kunnen beschikken.
Toen André Rouvoet van 2007 tot 2010 minister van Jeugd en Gezin was, moest hij opereren in een vechtkabinet en in een onwillige maatschappelijke context. Zijn positie keerde niet terug in volgende kabinetten.
Duitse regering
Intussen hebben onze buurlanden gezinsbeleid verankerd op regeringsniveau. De Duitse regering heeft een ministerie van Gezinszaken, met een budget van ruim 200 miljard euro voor allerlei maatregelen, die beogen de samenhang thuis te verhogen. Zweden heeft traditioneel een sterk gezinsbeleid en richt zich vooral op opvoedingsondersteuning.
Denemarken kondigde in maart van dit jaar aan dat ouders die willen scheiden, verplicht een onlinecursus over de effecten daarvan moeten volgen en vervolgens een bedenkperiode van drie maanden in acht moeten nemen. Overzeese landen, zoals Australië, kennen een door de overheid ingestelde subsidie die jonge stellen stimuleert om voorafgaand aan hun huwelijk relatiecursussen te volgen. In bepaalde provincies van China is dat sinds 2011 verplicht en gebruikt men een atheïstische versie van de Marriage Course.
Ons land doet inmiddels meer dan toen Rouvoet in 2010 zijn lastige ministeriële opdracht vervulde. We hebben een platform ‘Scheiden Zonder Schade’; het parlement praat over het babyproof maken van jonge huwelijken. Maar de échte doorbraak moet nog komen.
geluk
Gezonde, langdurige liefdesrelaties brengen meer geluk, gezondheid, levensverwachting, koopkracht en kansen op de arbeidsmarkt dan wanneer relaties (soms repeterend) breken. En uit gezonde, langdurige liefdesrelaties worden meer kinderen geboren dan wanneer partners aarzelen over hun commitment aan elkaar.
Ons gemiddelde geboortecijfer is nu circa 1,7 kind per vrouw per leven. Voor vervanging van uitstervende generaties is een gemiddelde van 2,2 nodig. Als dat tekort decennialang zo blijft, krijgen we een combinatie van veel meer én veel langer levende ouderen met veel te weinig jongeren. De bevolkingspiramide gaat ondersteboven. Zulke maatschappelijke trends vragen om verankering van gezinszaken op regeringsniveau, zeker als de overheid om goede redenen ook altijd bij de start van huwelijk en gezin wil zijn. <