Direct naar artikelinhoud
Den HaagVuurwerk

Voor de gemoedsrust van de zwanen geen vuurwerk in deze Haagse wijk

Den Haag was de eerste gemeente waar bewoners een vrijwillig vuurwerkvrije zone konden aanvragen – dus zonder handhaving. Dit jaar volgen twaalf gemeenten dat voorbeeld. Of het werkt? Eén aanvrager van vorig jaar ziet er nu maar van af. 

Dorine van der Marel voert de zwanen in het park Meer & Bos in Den Haag waarvoor zij een vuurwerkvrije zone heeft aangevraagd.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Het zijn twee zielige zwanen die Dorine van der Marel er eind 2017 toe bewegen een ‘vrijwillig vuurwerkvrije zone’ aan te vragen voor het nabijgelegen parkje Meer & Bos. De mannetjeszwaan is tot twee keer toe een vrouwtje kwijtgeraakt en is uiteindelijk achtergebleven met een van zijn kinderen. Diep in de rouw. Van der Marel vindt het een nare gedachte dat de zwanen ook nog eens extra stress hebben van het vuurwerk.

Een paar ondersteunende handtekeningen van buurtbewoners uit de Haagse wijk Loosduinen heeft Van der Marl snel gevonden. Dan gaat het verzoek naar het stadhuis. ‘Aanvankelijk wilden ze het niet doen, omdat het park geen woonwijk is. Maar later besloten ze dat ik toch borden mocht afhalen.’

Landelijk verbod

Meer & Bos is een van de achttien vrijwillig vuurwerkvrije zones waarmee Den Haag vorig jaar experimenteerde. De stad heeft een roemrucht verleden van heftig vuurwerk en oudejaarsbranden waarbij menig auto in vlammen opging. Burgemeester Pauline Krikke heeft het terugdringen van die praktijken tot een van haar speerpunten gemaakt.

Ze is groot pleitbezorger van een landelijk verbod op consumentenvuurwerk. Maar zolang de regering daar niet aan wil, probeert zij samen met ander burgemeester en de schade tijdens de jaarwisseling te beperken. De vrijwillig vuurwerkvrije zone kan een deel van de oplossing zijn, denkt Krikke. Bewoners maken onderling afspraken, maar gemeente noch politie handhaaft het vuurwerkverbod. Daar is geen tijd voor. 

De proef in 2017 is goed bevallen, heeft Krikke aan de gemeenteraad en haar collega’s uit andere steden laten weten. Zeker dertien van de 44 grootste Nederlandse gemeenten hebben het experiment overgenomen. Onder meer in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Almere, Groningen en Enschede kunnen bewoners onderling besluiten een straat, plein, buurt of plantsoentje vuurwerkvrij te verklaren.

Of het ook echt werkt, weet Dorine van der Marel niet zeker. ‘Ik had wel de indruk dat er minder werd geknald rondom het park.’ Ook dit jaar gaat ze dus weer ‘het hele bosje volhangen met van die borden’. Ze heeft bij de gemeente zelfs nóg een vuurwerkvrije zone aangevraagd voor een ander zwanenstel – al weet ze nog niet of ze dat plan ook doorzet. ‘Die zitten in een vijver midden in een woonwijk, dus ik weet niet of dat slim is. Veel mensen hebben er vast lak aan.’

Luchtvervuiling

Dat het inderdaad niet meevalt om in een dichtbewoond gebied de handen op elkaar te krijgen voor een vuurwerkvrije zone, is gebleken in Marlot, een rustige wijk aan de noordrand van Den Haag. 

Hier was het Wouter Metz die eind vorig jaar namens de buurtvereniging de borden aanvroeg. Zelf stoort Metz zich vooral aan de luchtvervuiling van het vuurwerk, zegt hij een jaar later aan de eettafel vanwaar door alle ramen groen te zien is. ‘We zijn als samenleving het hele jaar door bezig om te vechten tegen minder fijnstof en andere uitstoot. En dan gaan we op die avond ineens allemaal schadelijke stoffen de lucht in spuiten.’

Drie straten in de wijk wil de buurtvereniging eind 2017 vuurwerkvrij houden. Burgemeester Krikke komt de borden zelf samen met Metz voor het oog van de regionale pers ophangen. Er is glühwein, een tent en muziek. Veel van de belangstellende buurtbewoners zijn te spreken over het vooruitzicht van geen vuurwerk.

Toch babypijltjes afsteken

Maar als Omroep West in de eerste minuten van het jaar 2018 een rondje maakt door de buurt, treft de verslaggever een bewoner die er onverstoord zijn pakket babypijltjes doorheen jaagt. Hij is niet gekend in de beslissing om de straat vuurwerkvrij te verklaren, vindt de man. ‘Bovendien: de buren weten dat wij elk jaar vuurwerk afsteken, waarom zouden ze dat nu plotseling niet goed vinden?’

Wouter Metz wenst de pijltjesbuurman die avond vriendelijk een gelukkig Nieuwjaar, en begint bewust niet over de kruitdampen. ‘Als er één recept is om iemand een rotavond te bezorgen dan is het wel door hem de les te ­lezen. Dat hadden we in het bestuur ook van tevoren tegen elkaar gezegd: we gaan hier niet zelf als handhavers optreden.’

Een paar maanden later wordt de jaarwisseling geëvalueerd op de algemene ledenvergadering van de wijkvereniging in het clubhuis Eigen ­Arbeid, van een nabijgelegen tuinvereniging. De opkomst is hoog. Het bestuur dient er een voorstel in om vier plekken in de wijk aan te wijzen waar wél vuurwerk kan worden afgestoken, buiten die zones wordt er niet geknald.

Sommige aanwezigen vinden het te ver gaan. Ze zijn gehecht aan hun vuurwerk en willen niet dat de buurt hun die traditie ontneemt. Dat is een te grote inbreuk op hun vrijheid. Als de overheid dit wil, dan moet die het maar verbieden.

Wouter Metz vermoedt dat het met vuurwerk zal gaan zoals met andere praktijken die we in het verleden lang normaal hebben gevonden – ‘zoals de slavernij’. ‘Over dertig jaar denken we terug aan dat vuurwerk en vragen we ons af: hoe hebben we dat ooit normaal kunnen vinden? Maar nu vindt een deel van de mensen het heel moeilijk om dat in te zien.’ En in zo’n situatie is het bijzonder lastig om aan de bewoners te vragen het onderling te regelen, heeft Metz gemerkt. ‘Daar moet je als overheid dan toch de leiding in nemen.’

In Marlot krijgen de vuurwerkliefhebbers vooralsnog hun zin. Het buurtbestuur heeft na de discussie op de ledenvergadering besloten niet nogmaals vuurwerkvrije zones uit te roepen.