Direct naar artikelinhoud
NieuwsKunstmatige intelligentie

Toptalent in kunstmatige intelligentie vertrekt naar China en de VS. ‘Je moet een beetje gek zijn om hier te blijven’

China is op weg naar wereldleiderschap in onderzoek naar kunstmatige intelligentie (AI). Daarnaast stappen Europese AI-wetenschappers steeds vaker over van de wetenschappelijke wereld naar het bedrijfsleven, met name in de Verenigde Staten. Dit blijkt uit grootschalig onderzoek naar de wereldwijde stand van kunstmatige intelligentie dat informatie- en data-analysebedrijf Elsevier dinsdag publiceert.

Een bord van de Google Assistant wordt gepresenteerd in Las Vegas, december 2018. Google is een van de bedrijven waar toptalent naartoe vertrekt.Beeld AFP

‘AI is geen extraatje, maar belangrijk voor onze toekomst’, zei vicevoorzitter Andrus Ansip van de Europese Commissie een paar dagen geleden nog. Poetin was vorig jaar nog een stuk stelliger met de bewering dat de leider in AI de leider in de wereld wordt. Ondertussen trekt het bedrijfsleven hard aan de AI-specialisten die de markt op komen. Nederlandse hoogleraren waarschuwen dan ook al langer voor een ‘braindrain’: toptalent vertrekt naar de Googles van deze wereld. Voor het eerst wordt dit nu gestaafd met harde cijfers.

In de periode 1998 tot 2017 vertrokken 1.053 academici vanuit Europese universiteiten en onderzoekscentra naar het bedrijfsleven buiten Europa, blijkt uit het rapport. De uitstroom komt bovendien in een stroomversnelling, want alleen al de laatste vijf jaar waren dat er 410. Er is ook een stroom de andere kant op, van bijvoorbeeld Google naar de Vrije Universiteit. Of van een Amerikaanse universiteit naar Philips Healthcare. Maar die aantallen kunnen de uitstroom niet compenseren. Nu nog is vooral het bedrijfsleven in de Verenigde Staten een aantrekkelijke nieuwe plek, zeggen de onderzoekers. En ook China kent een positieve instroom van AI-talent. Dit is ook terug te zien in de prestaties van AI-onderzoekers die verbonden zijn aan het bedrijfsleven. In de Verenigde Staten zitten Microsoft en IBM in de topvijf, gemeten naar het aantal wetenschappelijke publicaties. En Google stijgt heel hard.

In Nederland is het beeld heel anders, zegt Maria de Kleijn van Elsevier. Hier zit het eerste bedrijf (Philips Healthcare) op plek twaalf, achter elf verschillende universiteiten. De Nederlandse wetenschap staat wereldwijd op een 21ste plek in het aantal publicaties. De onderzoekers keken ook naar de kwaliteit van het onderzoek en hieruit blijkt dat ons land met de top meedoet. Een van de indicatoren is hoe vaak een onderzoek door collega-wetenschappers wordt geciteerd. Daar staat Nederland op plek zeven. Gemeten naar het aantal keren dat een onderzoek werd gedownload is dat zelfs een derde plek.

Weinig tijd voor onderzoek

Goed nieuws dus, maar het zorgt er wel voor dat ook Nederlandse onderzoekers naar het Amerikaanse bedrijfsleven vertrekken, ziet ook Cees Snoek, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ons onderzoekstalent gaat weg en dat is een groeiend probleem.’ De gepromoveerde AI-specialisten die achterblijven, moeten steeds meer les geven omdat collega’s vertrekken en de hoeveelheid nieuwe studenten tegelijk in zeer rap tempo stijgt. ‘Er blijft dus heel weinig tijd over voor onderzoek. Hun collega’s bij Google hoeven ondertussen helemaal geen onderwijs te geven en of projectaanvragen te doen.’ 

Daar komt nog bij dat bedrijven als Microsoft, Google en IBM bovenop een gigantische databerg zitten, essentieel voor AI-onderzoek. Kortom: ‘Terwijl de onderzoekers aan de Nederlandse kennisinstellingen onderwijs geven, scoren hun collega’s bij Google aan de lopende band.’ En, o ja, ze verdienen daar ook nog eens veel meer geld. ‘Godzijdank zijn er nog steeds wat mensen die hier willen blijven, maar je moet wel een beetje gek zijn.’ Plannen om talent te behouden zijn er wel, maar dit heeft volgens Snoek tijd nodig. Zo werd eerder dit jaar het Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI) opgericht: een samenwerking van bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. Ook Amsterdam Data Science is zo’n samenwerking die talent en kennis moet bundelen.

Weinig tijd voor onderzoek
Beeld Elsevier

Actieplan

Toch zal China volgens het rapport de AI-leider van de toekomst worden, aangezwengeld door ‘ambitieus nationaal AI-beleid’. Over vier jaar zal China meer AI-onderzoek publiceren dan heel Europa. De VS werd al eerder ingehaald. Ook de kwaliteit van al die publicaties is de afgelopen tijd sterk gestegen, zegt De Kleijn van Elsevier.

De Europese Commissie heeft inmiddels in overleg met de lidstaten een actieplan opgesteld om de race met China en de VS niet definitief te verliezen. Tegen eind 2020 moet minstens 20 miljard euro zijn geïnvesteerd, waarvan Brussel zelf 1,5 miljard beschikbaar stelt. Ook na 2020 is volgens Brussel jaarlijks 20 miljard nodig. Er komen Europese datacentra en kennis- en testcentra om de samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven te stimuleren. Eurocommissaris Ansip noemt specifiek de gezondheidszorg (bijvoorbeeld de diagnose van kanker), vervoer, veiligheid en energie als gebieden waar de inzet van AI veel kan opleveren. Alle EU-landen moeten medio volgend jaar met een strategie te komen. In Nederland werd eerder deze maand door onder andere TNO een ‘eerste aanzet’ voor een nationale AI-strategie gepresenteerd.

Meer over het gevecht om AI-talent:

Studenten AI vinden geen plek of nemen na hun studie meteen de benen naar het buitenland. Bedrijven als Google strijken dankzij AI gigantische winsten op. En tot overmaat van ramp blijft de Nederlandse overheid aan de zijlijn staan. Tijd voor een nationale AI-agenda, betoogt Maarten de Rijke, kersvers universiteitshoogleraar AI en informatieverwerking aan de Universiteit van Amsterdam.