Het lichaam van Kupers werkt weer

Foto: ANP

Een jaar lang moest Thijmen Kupers het zonder atletiek doen. De atleet uit Groningen nam uitgebreid de tijd om te genezen van een hardnekkige blessure aan zijn achillespezen. Met als ultieme beloning een lichaam dat het weer doet. Kupers liep begin deze maand in zijn eerste 800 meter van het jaar meteen de limiet voor de EK indoor en bewees zaterdag zijn vorm met een machtig optreden bij de NK indoor in Apeldoorn.

,,Het was heerlijk om meteen die limiet te lopen en te weten dat je direct alweer op het juiste niveau zit. Hier liep ik in de series een hartstikke vlakke race en ook weer onder de limiet. Dan geniet ik en ben ik zo blij dat er weer bij hoor als atleet’’, vertelde Kupers in het Omnisport.

Zondag gaat hij voor zijn zevende Nederlandse titel op de 800 meter, daarna richt hij zich op de EK, begin maart in Glasgow. ,,Ik sta al bijna bij de beste tien op de Europese ranglijst en er zit nog wel meer in het vat. Een 1.46 moet kunnen en dan doe ik mee voor de medailles. Dat is ook het streven’’, aldus de student Human Machines Communications, die op de EK indoor van 2015 het brons pakte op de 800 meter. Het is nog altijd zijn grootste internationale succes.

,,Ik heb veel gefietst en op de mountainbike gezeten in het jaar dat ik niet kon hardlopen. Het was een moeilijk jaar, de blessure was ook vaag, ik kon op een of andere manier mijn voet niet goed aansturen. Ik vond mountainbiken heel leuk en dacht dat ik het aardig kon. Maar toen ik meedeed aan een wedstrijd en samen reed met een vent van 50, wist ik dat hardlopen toch mijn sport is.’’

Kupers heeft geleerd van het verleden. Te hard getraind en te veel kilometers gemaakt in de voorbereiding, luidt zijn conclusie. ,,Ik deed overdreven veel en dat heb ik nu wel afgeleerd. Ik train nu beheerster en stabieler, met wat minder pieken en dalen. Het aantal kilometers is ook naar beneden geschroefd.”

Tussen de oren zit het ook weer goed. ,,In zo’n jaar dat je steeds weer terugval hebt, ga je twijfelen aan je lichaam en piekeren, maar dat gevoel is verdwenen. Soms moet je tegen het ‘gebouw’ aan schoppen en kijken of het stevig is. Nu weet ik dat het staat als een huis. Ik ga een mooie toekomst tegemoet.’’