Direct naar artikelinhoud
ColumnCasper Albers

Klimaatsceptici geven antwoord op niet-relevante vragen

Casper Albers

Een van de bekendste citaten van Ronald Fisher, een van de bekendste statistici aller tijden, luidt vrij vertaald: ‘Een statisticus consulteren nadat de data al zijn verzameld is als het vragen om een post-mortemevaluatie: hij kan zeggen waaraan het experiment is overleden.’ Het gebeurt inderdaad met enige regelmaat dat een collega voor consultatie bij me komt met een dataset en onderzoeksvraag, waarna ik het pijnlijke nieuws moet brengen dat de onderzoeksvraag niet beantwoord kan worden met de verzamelde data.  De vorig jaar overleden Groningse statisticus Ivo Molenaar wees daarom op het belang van zowel goed nadenken als goed voordenken. Een onderzoek kan namelijk alleen zinnige resultaten opleveren als je eerst de juiste vragen stelt.

Sinds enkele maanden is in Nederland de aandacht voor klimaatwetenschap enorm gegroeid. Onder leiding van critici als Baudet en Duk komen er dagelijks vele zelfverklaarde klimaatwetenschappers bij. Op basis van wat informatie die op internet gelezen is, proberen zij ons te overtuigen van hun klimaatgelijk. 

De discussie bevat wel wat interessante aspecten. Normaal gesproken worden resultaten van wetenschappelijk onderzoek vaak opgeklopt in de media, maar nu is het juist omgekeerd: alle waarschuwingen vanuit de wetenschap worden weggewuifd door deze zelfverklaarde experts. Een veelgemaakte rekensom in klimaatsceptische kringen gaat over koolstofdioxide. Er zit nu zo’n 0,038 procent CO2 in de lucht en daarvan wordt slechts 4 procent veroorzaakt door de mens. Dat is ongeveer een 66 duizendste van alles wat in de lucht zit, zo’n klein getal kan toch niet gevaarlijk zijn, aldus de klimaatscepticus. Nou, dat kan prima hoor: een pilletje cyaankali weegt nog geen halve gram, een volwassen man weegt ongeveer 150 duizend keer zoveel en toch is zo’n pilletje enorm dodelijk.

Een ander type denkfout is dat antwoord gegeven wordt op niet-relevante vragen. De sceptici wijzen er graag op dat er vroeger ook periodes waren waarin de temperatuur en zeespiegel hoger lagen dan nu en dat de aarde toen ook niet verging. Dat klopt, maar er is dan ook geen klimaatwetenschapper die zegt dat de aarde vergaat. Zouden straks een miljoen huizen onder water staan, dan heb je ook weinig troost aan de kennis dat het vroeger ook wel eens akelig was. Gezien de moeite die het de politiek kost om de huizen van een paar duizend Groningers te repareren, stemt het niet vrolijk om over een mogelijke massale volksverhuizing te moeten denken.

Tenslotte: het enkel praten over de kosten van klimaatinvesteringen heeft geen zin als je het niet vergelijkt met de kosten van niks doen. Dat snapt een kind, en die stonden vorige maand dan ook met duizenden tegelijk op het Malieveld. Het klimaatdebat is al ingewikkeld genoeg. Het verder vertroebelen met onbelangrijke rekensommetjes en juiste antwoorden op onjuiste vragen helpt niemand vooruit.

Casper Albers is hoogleraar statistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.